De economie kan wel wat socialisme gebruiken
Door Max van Lingen
Voor de meeste mensen is het de afgelopen jaren onder Rutte al flink misgegaan. Uit CBS-cijfers blijkt dat de koopkracht in 2011 voor iedereen achteruit is gegaan, behalve voor de rijkste 10 procent. Het aantal miljonairs steeg het afgelopen jaar met 3,6 procent naar 139.000 en Shell boekte een recordwinst van maar liefst 28,6 miljard dollar. Bovendien blijkt dat de staatsschuld vooral onder rechtse kabinetten is toegenomen. Belastingverlagingen voor de rijken en de grote bedrijven moeten per slot van rekening ook betaald worden.
Rutte en Wientjes maken nu zoveel ophef omdat ze willen voorkomen dat via een overwinning van de SP het vraagstuk van herverdeling van welvaart weer op de agenda komt. Die zorg is niet onterecht. De groeiende stem voor de SP laat zien dat steeds meer mensen er genoeg van hebben te moeten inleveren terwijl de rijkste Nederlanders juist worden ontzien.
Zo belooft SP-Europarlementariër Dennis de Jong bijvoorbeeld dat de SP ‘belastingparadijs Nederland’ gaat afschaffen: ‘Wij zeggen: waar de grote winsten zitten, bij de grote bedrijven, dáár kun je belasting heffen. Shell, Philips, Unilever, die gaan last van ons hebben. Die gaan meer betalen.’ Dat is een boodschap die miljoenen mensen aanspreekt.
Bang voor het rode gevaar?
Verkiezingen zijn in lange tijd niet zo ideologisch geweest. Vooralsnog is het vooral rechts dat zwaar geschut inzet tegen ‘het rode gevaar’. Liberalen maken zich niet alleen zorgen over een verdubbeling van het aantal SP-zetels, maar ook over het toenemende draagvlak voor socialistische ideeën. Het werpt gelijk de vraag op wat dat socialisme waar rechts zo bang voor is dan eigenlijk inhoudt.
Het is in ieder geval niet het soort beleid dat de PvdA de afgelopen decennia heeft gevoerd. Daar waren vooral de bankiers en de grote bedrijven mee gediend. Oud-fractievoorzitters Wim Kok en Wouter Bos werden daar later door het bedrijfsleven rijkelijk voor beloond.
We komen dichter in de buurt wanneer we Wientjes over de SP horen praten: ‘Ze zijn extreem. Arbeiderszelfbestuur komt terug.’ Die term vinden we niet terug bij de SP, maar het is wel waar socialisme over gaat: een democratisering van de economie. In plaats van een op hol geslagen systeem dat wordt voortgedreven door blind winstbejag, streven socialisten collectieve controle na over de manier waarop de mensheid in haar behoeften voorziet.
Dat is dus een fundamenteel andere maatschappij dan het systeem waarin we nu leven. Socialisme staat voor een rechtvaardige samenleving, waarin de behoeften van mens en natuur als geheel centraal staan en niet de belangen van de rijkste 1 procent.
Praktijk
Maar wat betekent het in de praktijk? Als artsen en verpleegkundigen het voor het zeggen krijgen in de zorg, zullen de exorbitante salarissen die managers opstrijken worden afgeschaft. De invloed van de farmaceutische industrie wordt teruggedrongen, met als gevolg flink lagere kosten voor patiënten en zorginstellingen.
Hierdoor kunnen we meer handen aan de bedden hebben, wat leidt tot een lagere werkdruk voor zorgmedewerkers en meer tijd voor patiënten. De zorg zou over de hele linie verbeterd kunnen worden.
Hetzelfde geldt voor het openbaar vervoer. De arbeiders van de vervoersbedrijven hebben geen belang bij winstbejag of opgelegde concurrentie. Ze willen gewoon hun werk goed doen. Als zij het voor het zeggen krijgen, worden ‘onrendabele’ bus- en tramlijnen niet afgeschaft, maar wordt het openbaar vervoer uitgebreid en verbeterd. De absurde splitsing van de verschillende onderdelen van de NS zou worden opgeheven, waardoor de kwaliteit van het vervoer enorm zal toenemen.
Een grote schoonmaak in de bankensector zou een einde maken aan de bonuscultuur en de exorbitante bedragen die aan de top worden ‘verdiend’. Er zou een einde kunnen worden gemaakt aan de investeringen in bijvoorbeeld de wapenhandel.
Zelf
Deze voorbeelden vormen slechts een glimp van de mogelijkheden die ontstaan wanneer mensen niet alleen voor socialistische ideeën stemmen, maar ze ook zelf in de praktijk gaan brengen. Dat begint ermee dat mensen niet meer naar politici kijken voor verbetering, maar naar zichzelf, net zoals Griekse verpleegsters en Spaanse mijnwerkers dat doen.
In Nederland zijn we qua strijd nog niet zo ver. Maar de groeiende stem op de SP kan het zelfvertrouwen om in beweging te komen vergroten.
Rechts heeft te lang de dienst uitgemaakt, nu is het onze beurt – dat is de spirit die we nodig hebben. We willen dat de ontslagbescherming blijft, de marktwerking in de zorg wordt teruggedraaid en dat de rijkste 10 procent inlevert en de rest er op vooruitgaat.
Dat alles komt er niet vanzelf. We hebben dus meer acties nodig, in de thuiszorg, het onderwijs en de ambtenarij. Maar ook een politiek antwoord: argumenten die de ‘onvermijdelijkheid’ van bezuinigingen ontkrachten en een socialistisch alternatief bieden.
Als IS zijn we daarom de campagne ‘Haal het geld waar het zit’ begonnen. Daarmee willen we ideeën en acties ontwikkelen om de permanente bezuinigingspolitiek te stoppen. Spreekt dit je aan? Sluit je dan aan!
- Wil je reageren op dit artikel? Stuur ons een mail.
- Met socialisme.nu en De Socialist proberen we socialistische ideeën toegankelijk te maken voor iedereen. Om dit te blijven doen kunnen we alle hulp gebruiken. Wil jij ons ook steunen? Neem dan een abonnement op De Socialist of word donateur: vul hier het formulier in.