De Dutch Approach van halve waarheden en hele leugens

In de ruim acht jaar die de war on terror nu duurt hebben de diverse Nederlandse kabinetten en het leger op allerlei manieren de operaties van de Amerikanen ondersteund. Vaak ging dit gepaard met het gebruiken van verhullende bewoordingen, het vertellen van halve waarheden of het simpelweg liegen over de soort steun die werd gegeven. Karwan Fatah-Black geeft een terugblik nu het nieuwe kabinet voor de keuze staat om in te gaan op het NAVO-verzoek tot een ‘politiemissie’ naar Afghanistan.
6 november 2010

Het binnenvallen van Irak in 2003 leek aanvankelijk een groot militair succes. Binnen korte tijd was een enorme legermacht de grens over gegaan. Al snel bleek echter dat verzet tegen de bezettingsmacht niet alleen uit de hoek van het oude Saddam-regime kwam. Een Nederlandse soldaat in Basra merkte in het begin van de oorlog op: ‘Bewoners hebben aangekondigd dat alle buitenlanders (wij ook dus) ongewenst zijn in hun land.’ Basra werd het toneel van rellen tegen de bezettingsautoriteit toen na maanden de stroom- en watervoorziening nog steeds niet was hersteld.

Het kabinet-Balkenende sprak echter niet van bezetting. Men probeerde via een lobby in de VN om onderscheid te laten maken tussen de bezetters en de internationale coalitie die niet de volkenrechtelijke status van bezetter zou krijgen. Men had het in politiek Den Haag liever over SFIR, Stabilisation Force Iraq. Hiermee deed men alsof het in Irak om een vredesmissie ging. In Irak deed men niet mee aan dit verhullende taalgebruik en sprak men simpelweg over ‘NL Battle Group’, of NLBG. NLBG viel direct onder Amerikaans-Brits bevel, en ook de Nederlanders in de andere provincies die werkten voor de Coalition Provisional Authority waren natuurlijk gewoon bezetters.

Abu Ghraib

Het Nederlandse leger deed wel degelijk wat er van een Battle Group verwacht mag worden. Het viel huizen binnen, doorzocht markten, richtte checkpoints op en arresteerde Irakezen. Hierbij vonden een aantal friendly fire-incidenten plaats, en werd soms in de stedelijke omgeving van As-Samawah stevig gevochten.

Mensen die door de Nederlandse soldaten waren gearresteerd werden in Al-Muthanna door het Contra-Inlichtingen- en Veiligheidsteam ondervraagd voordat ze aan de Britten werden overgedragen. Hierbij gebruikten de ondervragers storend geluid (white noise), werd met water gegooid en werden mensen geblinddoekt. Ook bij invallen door Nederlandse soldaten werden gevangenen geslagen en kregen ze de verboden soort kappen over het hoofd, die ook door de Amerikanen in Abu Ghraib werden gebruikt.

Bij een aanval op het hoofdkantoor van de Amerikaans-Britse bezettingsautoriteit tijdens de gezamenlijk sjiitisch-soennitische opstand van 2004 werd duidelijk dat het onderscheid tussen de Nederlandse ‘stabilisatiemacht’ en de Amerikaans-Britse bezetters niet bestond. Tijdens de aanval op het kantoor werd de locatie verdedigd door het Nederlandse Korps Commandotroepen en huurlingen in dienst van het beruchte Amerikaanse bedrijf Blackwater. Hoewel deze opstand niet de massaliteit bereikte van die in de grotere steden, vonden er wel regelmatig aanvallen plaats.

Wederopbouwmissie

De nieuwe regeringspartners VVD en CDA, dezelfde partijen die de kern van de eerste kabinetten-Balkenende vormden, hebben inmiddels afgesproken dat geld voor ontwikkelingssamenwerking gebruikt mag worden voor militaire uitgaven. Dit is volledig in lijn met een koers die in 2006 in Afghanistan reeds is ingezet. De bezettingsoperatie in Uruzgan, aan de Nederlandse en Afghaanse bevolking verkocht als ‘wederopbouwmissie’, was naar een veel vijandelijker gebied dan Al-Muthanna in Irak.

Tarin Kowt is een kleine marktplaats in een doorvoerroute richting Kandahar. De markt van het stadje staat bekend als een plek waar veel zwart werd gehandeld en waar verzetsgroepen wapens en andere spullen verkochten. Het Nederlandse leger had echter van de regering de opdracht meegekregen dat het onderdeel was van een Provinciaal Reconstructie Team. Maar in tegenstelling tot de andere ‘opbouwmissies’ in Afghanistan werd deze bewapend met zware artillerie en gevechtshelikopters.

Doordat er geen onderscheid meer was tussen hulp en bezetting werd het voor hulpverleners steeds gevaarlijker. Zij werden nu geassocieerd met de bezettingsmacht. Willem van de Put van Healthnet TPO zei hierover: ‘Het ging goed met het ontwikkelingswerk, totdat de militairen kwamen.’ Over andere projecten werd geklaagd dat het geld vooral werd besteed aan het salaris van planners en militair materieel.

Slag om Chora

Het werd tijdens de missie in Afghanistan steeds duidelijker dat men bezig was met oorlogsvoering. In juni 2007, tijdens de zogenaamde Slag om Chora, probeerde Defensie het nieuws over de zware gevechten stil te houden. Maar toen in korte tijd een tweede Nederlandse soldaat overleed bleek dat onmogelijk. De slag was een deuk in het imago van de ‘inktvlekstrategie’ en ‘Dutch Approach’ waarmee men zei te werken. Nog geen twintig kilometer van Kamp Holland bevonden zich vijandelijke troepen, en in Tarin Kowt werden aanslagen gepleegd.

Bij het Nederlandse bombardement op de Chora-vallei dat hierop volgde kwamen ongeveer 90 burgers en 60 vijandelijke strijders om het leven. Vanuit het buitenland werd Nederland ‘lafheid’ verweten. Men had geen grondtroepen willen sturen, maar had een dag lang met zware artillerie de vallei bestookt. Ook de lokale Afghaanse verdedigers van dorpjes rond Chora lieten in een onderzoeksrapport van de VN weten dat ze ondanks herhaalde verzoeken geen steun hadden gekregen.

De Nederlandse troepen in Uruzgan maakten regelmatig gebruik van Amerikaanse luchtsteun. Nog in februari van dit jaar kwamen bij zo’n aanval zeker 23 Afghaanse burgers om het leven. Journalist Arnold Karskens stelde reeds eind 2009 dat onder Nederlandse leiding in Afghanistan rond de 300 burgerslachtoffers zijn gevallen. Eind oktober meldde Argos dat in recente documenten van WikiLeaks bewijs is te vinden van een gevecht in 2007 waarbij zestig ‘Taliban-leden’ door Nederlandse eenheden zijn gedood. Het ministerie van Defensie heeft de ernst en toedracht van de gebeurtenis echter nooit aan de Tweede Kamer gemeld.

Wantrouwen

In Nederland bestond er begin 2003 een omvangrijke oppositie tegen de aanval op Irak in de vorm van demonstraties, columns en commentaren in de grote kranten en journalistiek onderzoek naar de achtergronden van de oorlogsdrift. Het sentiment tegen de oorlog vertaalde zich met name in een wantrouwen tegenover het CDA en Balkenende in het bijzonder. Het verklaart voor een deel hoe de PvdA na de nederlaag van de verkiezingen in 2002 weer kon opkrabbelen. Toch schrapte de partij de eis van een parlementair onderzoek naar de Nederlandse steun voor de oorlog, en ging ze akkoord met het verlengen van de missie in Afghanistan.

Toen de commissie-Davids in januari van dit jaar haar resultaten presenteerde kwam het wantrouwen tegen politici die de oorlog hadden gesteund weer aan de oppervlakte. Het was voor de PvdA toen duidelijk dat de verhullende bewoordingen over wederopbouw al lange tijd niet meer geloofd werden. Ze stapte uit het kabinet met CDA en ChristenUnie, gestimuleerd door steeds slechtere verkiezingsprognoses.

Op verzoek van de NAVO onderzoeken Rutte en Verhagen nu de mogelijkheden om een nieuwe operatie in Afghanistan te starten. Dit keer gaat het niet om een ‘stabilisatiemacht’ of een ‘opbouwmissie’, maar om een zogenaamde ‘trainingsmissie’ voor Afghaanse politieagenten. Oppositiepartijen D66 en GroenLinks lopen momenteel zelfs voorop om deze missie aan voldoende parlementaire steun te helpen.

Recentelijk is echter al gebleken dat dergelijke missies vooral inhouden dat NAVO-troepen samen met Afghaanse agenten dezelfde bloedige strijd leveren die al veel langer plaatsvindt. Deze operaties zullen de reeds brede onvrede onder de Afghaanse bevolking over de bezettingsmacht slechts verder voeden.