De diepe crisis achter McChrystals ontslag

'Er is een verandering in personeel, maar niet in beleid', aldus president Obama, die vorige week zijn bevelhebber in Afghanistan, generaal McChrystal, ontsloeg. De officiële reden waren kritische uitspraken die McChrystal over zijn superieuren had gedaan in een interview met het tijdschrift Rolling Stone. Maar achter zijn ontslag schuilt een diepe crisis van de gehele Afghanistan strategie.
28 juni 2010

Door Mona Dohle


Het presidentschap van Barack Obama begon met grote verwachtingen. Zijn verkiezingsoverwinning werd beschouwd als het einde van de ‘oorlog tegen het terrorisme’. Obama’s kritiek op de Irakoorlog was echter geen principiële aanval op het illegale, imperialistische karakter van de oorlog. Hij beschouwde de Irakoorlog als ‘een afleiding van het eigenlijke slagveld’: Afghanistan.

De change die Obama belooft had, bestond daarom uit het terugtrekken van de troepen uit Irak en het sturen van tienduizenden extra troepen naar Afghanistan. Onder leiding van Generaal McChrystal werd een oud en omstreden concept van ‘counterinsurgency’ strategie toegepast. Deze beoogt om de bestaande regering van een land te steunen in de strijd tegen de opstandelingen en de burgerbevolking er te overtuigen zich daar bij aan te sluiten.

In tegenstelling tot conventionele vormen van ’terrorismebestrijding’ vereist deze strategie een groter aantal strijdkrachten en brengt zij veel grotere risico´s voor de soldaten met zich mee. In Afghanistan wordt ‘counterinsurgency’ als de sleutel voor een overwinning op de Taliban beschouwd.

Het belangrijkste argument dat wordt aangehaald is het ‘succes’ van de surge onder Generaal Petraeus in Irak. Volgens Midden-oosten expert Juan Cole slaat deze vergelijking de plank echter volledig mis. Ten eerste omdat de Irakoorlog onmogelijk een succes genoemd kan worden. Geweld is nog steeds dagelijkse realiteit terwijl de Irakezen in armoede leven.

Ten tweede verhult deze vergelijking dat het dalende aantal slachtoffers in Irak te herleiden is tot de wapenstilstand met de leider van de sjiieten, Muqtada al Sadr, en de etnische zuivering van soennieten in Bagdad. Dat was doorslaggevend en de verhoging van het aantal troepen.

Ten derde zijn de krachtsverhoudingen in Afghanistan onmogelijk te vergelijken met die in Irak. De sjiieten in Irak zoeken de samenwerking met de bezetters. In Afghanistan zijn de Pathanen eeuwenlang de dominante bevolkingsgroep geweest. Alhoewel zij geen sterke sympathie voor de Taliban hebben, zien ze deze wel als een bondgenoot in de strijd tegen de bezetters. Ondanks deze verschillen werd de indruk gecreëerd dat een enorme verhoging van het aantal in Afghanistan tot een succes zou leiden.

En werkt de ‘counterinsurgeny’ strategie in Afghanistan? De feiten stellen van niet. In de periode van 2001 tot september 2008, sneuvelden rond de 500 Westerse soldaten. In de twintig maanden daarna kwamen er al méér dan 500 om. Deze juni staat de teller op 93 gedode ISAF militairen; de dodelijkste maand voor de bezettingsmacht tot nu toe. De VS verliezen grip op de oorlog en riskeren een bloedige escalatie.

Over het aantal burgerslachtoffers heerst onduidelijkheid omdat de bezettingsmacht deze geheim houdt. Volgens de NGO Afghan Conflict Monitor was 2009 met rond 2400 burgerdoden echter het bloedigste jaar van deze oorlog.

De duidelijkste illustratie van het falen is waarschijnlijk de bezetting van de Afghaanse stad Marjah in mei 2010. Dit offensief gold als de lakmoesproef voor de strategie van McChrystal. Er was in Marjah één soldaat op elke twee burgers, veel meer dan de ‘counterinsurgency’ richtlijnen van Petraeus die één soldaat per 50 burgers voorschrijven. Desondanks slaagden de troepen er niet in om de steun van de burgers te verwerven en werd ‘de bevrijding’ van de stad een fiasco, of een ‘bloedende maagzweer’ zoals McChrystal de invasie in Rolling Stone zelf omschreef.

In een interview met de Financial Times spreken soldaten over hun frustraties. `Meer dan 75 procent van de burgers wil ons hier niet’, aldus de soldaat Luis Lorenzo. ‘Hoe veel erger moet het nog worden voordat het beter wordt?’ vraagt de soldaat Shawn Mcrae zich af. Deze verwijten richten zich direct tegen de architect van Obama’s Afghanistan strategie.

Met McChrystal treedt dan ook niet zomaar een persoon uit het leger af. Zijn falen staat synoniem voor het falen van Obama´s beleid in Afghanistan. Het bewijst dat pure troepenmacht niets aan het karakter van de bezetting verandert en dat steun van de bevolking niet door militaire dominantie is af te dwingen.

Tegelijkertijd leiden andere factoren ertoe dat de ‘counterinsurgengy’ strategie toenemend onder druk komt te staan. Onder de NAVO-bondgenoten brokkelt de steun voor de bezetting langzaam maar zeker af. In Nederland was de oorlog aanleiding voor de val van het kabinet Balkenende IV. In Duitsland zag de voormalige bondspresident Horst Köhler (oud- president van het IMF) zich gedwongen om naar aanleiding van omstreden uitspraken over de economische belangen van Duitsland in Afghanistan terug te treden. En afgelopen week kondigde Polen aan hun verblijf niet te willen verlengen.

Ook de pogingen van de VS om haar burgers met ‘nieuwe’ vondsten van kostbare mineralen in Afghanistan te overtuigen zijn niet succesvol. Chinese bedrijven hebben nu al belangrijke contracten gesloten om in Afghanistan koper te exploiteren. Rusland begint in de Afghaanse mijnbouw te investeren. De concurrentie tussen de grootmachten leidt ertoe dat de VS weinig ervoor zullen voelen om zich in 2011 daadwerkelijk uit Afghanistan terug te trekken. Dat de VS niet bereid zijn om hun strategie opnieuw te herzien wordt bevestigd door het feit dat McChrystal wordt vervangen door Petraeus, de architect van de Iraakse ‘surge’ en voorstander van de ‘counterinsurgency’ strategie.

De kosten van deze imperialistische oorlog zullen door de samenleving worden gedragen. Door Amerikaanse burgers, want Obama vindt het blijkbaar belangrijker in oorlog te investeren dan in onderwijs en sociale voorzieningen. Door de soldaten in Afghanistan die aan steeds grotere risico´s blootgesteld worden. En vooral door de Afghaanse bevolking, voor wie deze oorlog het zoveelste hoofdstuk is in een decennialange geschiedenis van uitbuiting en onderdrukking.