David Bowie: de stem van de buitenstaander

20 januari 2016

Hij sloeg mijlpalen voor de popmuziek en streed tegen racisme en homofobie. David Bowie is overleden op 69-jarige leeftijd. Een terugblik op zijn leven.

Door Phil Butland

David Bowie is dood. Ik kan me geen kunstenaar herinneren die zo’n verscheidenheid aan uitstekende muziek produceerde als Bowie deed, of een verzameld werk voortbracht dat in de buurt kwam van de twaalf originele albums die Bowie produceerde tussen 1969 en 1980. Elk album uit deze periode is een kandidaat voor op een lijst van beste platen aller tijden.

De diversiteit van deze LP’s is verbazingwekkend. Denk maar aan David Bowie (‘Space Oddity’) uit 1969. De meeste mensen kennen het titelnummer – een lied over de vervreemding van een astronaut. De BBC zette het op tijdens haar verslaggeving van de maanlanding. Het verzamelalbum van de destijds 22-jarige muzikant is indrukwekkend met z’n spitsvondige, prachtig geschreven korte verhalen in folk-stijl.

Daarop volgde vrij snel achtereenvolgens pop, glam rock, soul, vervreemde electronica, en zijn eerste new-romantic-album Scary Monsters (And Super Creeps). Ik heb hier niet genoeg ruimte om alles te beschrijven. Je zult naar de muziek zelf moeten luisteren.

Bowie sprak openlijk over zijn biseksualiteit

Bowie stond niet alleen voor muzikale vernieuwing – zijn optredens gaf aan buitenstaanders een stem, vooral LGBT-personen: op de platenhoes van The Man Who Sold The World liet hij zich fotograferen in een jurk. In Top of the Pops, in die tijd een van de meest bekeken tv-shows, droeg hij een maillot en make-up, en zijn optreden samen met gitarist Mick Ronson was duidelijk homo-erotisch vormgegeven.

In interviews sprak hij openlijk over zijn biseksualiteit – en dit was in een tijd dat homoseksualiteit nog steeds als een schande werd gezien. In ‘Rebel Rebel’ bejubelde Bowie zowel rebellen als personen die van zichzelf niet zeker wisten tot welk geslacht ze zich konden rekenen (‘not sure if you’re a boy or a girl’). Na het overlijden van Bowie tweette de homoseksuele muzikant Tom Robinson over de betekenis van Bowie’s optredens voor jonge homo’s en lesbiennes in de jaren 1970.

Bowie’s halfbroer was schizofreen

Andere teksten gingen over mensen die sociaal buitengesloten waren. De kunstenaar Grayson Perry schreef onlangs dat Bowie ‘een megaster’ is geweest, ‘maar zijn kracht kwam voort uit het feit dat hij de kampioen was van de verschoppelingen in de slaapkamer. De eenling, de buitenstaander.’

Bowie hield zich veel bezig met psychische aandoeningen. Zijn halfbroer Terry was schizofreen en beroofde zich in 1985 van het leven. Bowie schreef een aantal nummers over Terry, waaronder ‘All The Madmen’ en ‘Aladdin Sane’ (A lad insane: een jongen die krankzinnig is).

Een andere terugkerende metafoor in Bowie’s songteksten is de ruimtevaart, een beeld van een bol die, zo ver als mogelijk, afstaat van ‘de echte’ maatschappelijk aanvaardbare wereld. Major Tom, de held van ‘Space Oddity’, keerde twee keer terug – in ‘Ashes to Ashes’ en ‘Hello Spaceboy’. Andere nummers hebben titels als ‘Starman’, ‘Life on Mars’ en ‘The Prettiest Star’.

Vervreemding van de werkelijkheid

Deze metafoor speelt ook met het woord ‘star’ (dat zowel ‘ster’ als ‘beroemdheid’ kan betekenen) en met Bowie’s groeiende afstand tot de realiteit die gepaard ging met zijn groeiende bekendheid. Dit is ook het thema van het nummer ‘Fame’ dat Bowie in 1975 samen met John Lennon schreef en opnam.

Maar het zou verkeerd zijn om Bowie’s vervreemding alleen te zien als het product van zijn roem. Al op zijn eerste ‘echte’ LP uit 1969 bracht hij het nummer ‘Unwashed And Somewhat Slightly Dazed’ uit. Hier presenteert Bowie zichzelf aan een mooie rijke vrouw:

Ik ben het topje / van de grote utopische droom / En jij bent de glimp / in de diepten van de wrevel van jouw bankier / Ik ben een fallus met vlechtjes / En er zit bloed op mijn neus / Mijn cellen zijn aan het rotten / de ratten kauwen op mijn botten / En mijn oogkassen zijn leeg / en zien niets dan pijn / Ik krijg steeds deze gedachten / Ongeveer twaalf keer per dag

Dit nummer – diep, poëtisch, schommelend tussen arrogantie en zelfhaat – zegt veel over Bowie. Tegelijkertijd helpt het ons een beetje in het begrijpen van een van zijn donkere fasen. Want daar is daadwerkelijk een verklaring voor nodig.

Bowie brengt de Hitlergroet

Bowie zei ooit in een interview met het tijdschrift ‘Playboy’: ‘Ik zou graag de politiek ingaan. Ooit zal ik dat ook doen. Ik zou het liefst premier worden. En ja, ik geloof heel sterk in het fascisme. De enige manier waarop we de ontwikkeling van het liberalisme kunnen versnellen, een ontwikkeling die momenteel slechts lui in de lucht hangt, is het versnellen van de groeiende, rechtse, volledig dictatoriale tirannie en dat ding zo snel mogelijk achter ons te laten. Mensen hebben namelijk altijd effectiever gewerkt onder een autoritair leiderschap. Een liberaal verspilt tijd en zegt: ‘Nou, vertel, wat heb je voor ideeën?’ Toon de mensen in godsnaam wat ze moeten doen. Als jij dat niet doet dan zal er niets gebeuren. Ik kan de mensen die alleen maar rondhangen niet verdragen. Televisie is overduidelijk de meest succesvolle fascist. Rocksterren zijn ook fascisten. Adolf Hitler was een van de eerste rocksterren.’

Over de gevolgen van Bowie’s uitlatingen hebben Rosemarie Nünning en ik al veel gezegd in ons artikel over Rock Against Racism in de Winter 2015-editie van het marx21 magazine. Ik zal het verhaal hier niet herhalen, maar wil u er alleen aan herinneren dat dit interview met Bowie in 1976 was – in een tijd waarin de nazi’s van het Britse Front National erg populair waren. Eerder in hetzelfde jaar bracht Bowie op het Victoria Station in Londen naar verluidt de Hitlergroet.

Hoe kan het dat een man die stond voor homorechten en de rechten van mensen met een verstandelijke beperking, zich plotseling zo fascistisch uit? Sommigen wijten het aan de drugs die Bowie in die tijd rijkelijk gebruikte. Dat heeft misschien een rol gespeeld. Maar als verklaring vind ik dat niet genoeg.

Bowie’s rebellie was altijd individualistisch. Hij was hoogbegaafd en leed aan het gevoel dat zijn intellect gevangen zat. In het nummer ‘Quicksand’ noemde hij zichzelf een ‘sterveling met het potentieel van een superman’ die ‘in het drijfzand van mijn gedachten wegzakt’ – deze termen stammen af van Nietzsche.

Obsessie met Nietzsche

Bowie heeft uitgebreid in Nietzsche’s filosofie verdiept. In 1970 schreef hij een lied getiteld ‘The Supermen’ en de laatste regel uit zijn hit ‘Oh U Pretty Things’ uit 1971 luidt ‘je moet de weg vrijmaken voor de Homo Superior’ (‘You gotta make way for the Homo Superior’). Hoewel Nietzsche zelf geen fascist was, kopieerden en interpreteerden de nazi’s veel van zijn ideeën, zoals het concept van de ‘Übermensch’ (in het Engels vertaald als Superman of Homo Superior).

In een tijdperk van klassenstrijd, was Bowie zelf afkomstig noch uit de arbeidersklasse, noch uit de heersende klasse, maar uit de middenklasse. Zijn vader was docent en hoofd van de kunstafdeling van zijn school, en zijn moeder was als tiener actief lid van de Britse Union of Fascists. Ze woonden in Bromley, onderdeel van de ‘Commuter Belt’, het grootstedelijk woongebied rond Londen, waar veel leidinggevenden uit het middenkader woonden. Dus Bowie kwam juist uit die maatschappelijke klasse die zowel voor progressieve als voor fascistische ideeën gewonnen kan worden.

Ondanks zijn fouten in de jaren 1970 hebben de progressieve krachten uiteindelijk Bowie voor zich weten te winnen. Na zijn racistische opmerkingen spraken socialistische kennissen uit Berlijn het glashelder met hem door. Later had hij niet alleen zwarte vriendinnen en vrienden (net als zijn muzikale partner Nile Rodgers), maar sprak zich openlijk en duidelijk uit tegen racisme. In 1992 trouwde hij met Iman, een zwarte vrouw.

Zowel de campagne Rock Against Racism, evenals later de Anti Nazi League (ANL), werden opgericht als een direct gevolg van de Bowie’s uitlatingen. In 1994 moest de ANL opnieuw worden opgericht, vanwege de groeiende fascistische dreiging, en organiseerde daarvoor een festival in Londen. Bowie stuurde een cheque van 1500 pond. Bijgesloten was een boodschap van één woord: ‘Sorry’.

Strijd tegen racisme

Bowie vocht niet alleen in het Verenigd Koninkrijk tegen racisme. Over Australië, waar hij tijdelijk woonde, zei hij: ‘Hoewel ik zoveel van dit land hou, is het waarschijnlijk een van de meest racistische landen ter wereld, in dezelfde categorie als Zuid-Afrika.’ In deze periode streed hij voor de rechten van Aborigines. Toen hij ‘Let’s Dance’ in Australië uitbracht, liet zijn videoclip duidelijk het racisme tegen de Aborigines zien. In de VS in 1983, bekritiseerde hij de zender MTV tijdens een interview omdat die aan zwarte muzikanten nauwelijks ruimte bood.

Nou heb ik heel weinig over Bowie’s muziek sinds 1980 geschreven. In de afgelopen 36 jaar heeft hij nog eens twaalf soloalbums geproduceerd, naast twee andere platen met zijn band Tin Machine. Bijna elk album is geprezen als ‘een terugkeer naar zijn vroegere grandeur’ en sommige waren inderdaad erg goed.

Maar voor mij bestaat Bowie’s grootste muzikale bijdrage uit die twaalf platen die hij in en rond de jaren 1970 opnam – en uit albums die hij dit decennium produceerde (ten minste drie daarvan tellen voor mij als de beste aller tijden: Lou Reed’s ‘Transformer’ en Iggy Pop’s ‘The Idiot’ en ‘Lust for Life’).

Vanaf 1980 kreeg Bowie andere interesses – onder meer als schilder en acteur. Hij speelde indrukwekkend in films zoals ‘Merry Christmas, Mr. Lawrence’ en ‘The Hunger’, en op de televisie als Brechts ‘Baal’. Hij was mogelijkerwijs niet in staat om de kwaliteit van zijn muziek altijd op hetzelfde niveau te houden, maar ook op zijn misschien niet zo baanbrekende albums kon hij zowel de diepte als ook de breedte van zijn talent – van drum and bass tot heavy metal – ontwikkelen.

Een paar dagen voor zijn dood bracht Bowie zijn nieuwste album Black Star uit. Het werd – opnieuw – geprezen als een terugkeer naar zijn vroegere genialiteit. Uit ervaring heb ik geleerd dat we eerst even moeten wachten voordat we het werk definitief beoordelen. Maar ik hoop dat Black Star net zoveel bewegen zal als Bowie’s eerdere werk.

Met David Bowie’s overlijden heeft een van de groten der aarde ons verlaten.

Dit is een vertaling van marx21. Zie ook de Engelstalige versie.