Curaçao: crisis, corruptie en kolonialisme
Door Michiel Bakker
Interim-premier Betrian claimde dinsdag dat zijn doel is voorwaarden te scheppen opdat er nimmer een politicus in Curaçao zal zijn met een besmet en corrupt verleden. Het is taal zoals wij in Nederland graag willen horen, immers Nederland doet al tientallen jaren zijn uiterste best om Curaçao en de andere Antillen te vrijwaren van slecht bestuur. Linkse politici als Van Raak en Rosenmuller roepen om het hardst mee met Wilders dat de ‘dievenbende’ en de ‘mafiakliek’ op het eiland moeten worden aangepakt opdat democratie, stabiliteit en toerisme kunnen zegevieren.
De media zingen mee uit volle borst, maar de context ontbreekt volledig in de nieuwsvoorziening, waardoor een werkelijk begrip van de situatie op Curaçao ver weg is en de crisis die is verdiept met het wegsturen van het kabinet Schotte niet in volle ernst naar voren komt.
Wat is die context? De Nederlandse Antillen zijn een zeer diverse groep eilanden, die slechts verenigd zijn door een Nederlandse koloniaal verleden. De staatkundige structuur is door Nederland in het leven geroepen en vervolgens twee jaar geleden weer ten grave gedragen. Referenda ten spijt, bepaalt Nederland de structuur. Curaçao is alleen in naam autonoom en die autonomie wordt beperkt door grenzen die zijn vastgesteld door Nederlandse regeringen en Nederlandse economische belangen.
Soeverein
Curaçao is dus geen soevereine staat en dat zien we terug in de regeervorm, met naast een eilandsparlement, de Staten, een gekozen regering en een gouverneur, de vertegenwoordiger van Nederland op Curaçao. En blijkens het optreden van de waarnemend gouverneur bij het wegsturen van Schotte en het aanstellen van een interim-regering, kan Nederland de autonomie ter zijde te schuiven indien nodig. De gouverneur is dus allerminst een schattig reliek uit een mooi koloniaal verleden.
Het koloniale verleden duurt voort. De Nederlandse regering huiverde publiekelijk bij de laatste Irak-oorlog en schoorvoette bij de gedachte om mee te doen in Afghanistan. Maar vanuit haar bases op Curaçao en Aruba nam de Nederlandse luchtmacht cruciale patrouilletaken waar van de VS, die daardoor F-16’s van Curaçao kon vrijmaken voor hun vuile oorlog.
Toen de grote Shell-raffinaderij op Curaçao van de hand werd gedaan – de belangrijkste economische functie van het eiland op dat moment – overwoog Nederland Curaçao over te dragen aan Venezuela. Onder druk van de VS werd dit plan snel teruggedraaid: de controle over belangrijke haven- en luchtmachtfaciliteiten zou daarbij in gevaar komen. Zo binden economische, politieke en militair-strategische belangen Curaçao aan Nederland, waarbij onafhankelijkheid, eigen verantwoordelijkheid of zelfs daadwerkelijke medezeggenschap in cruciale zaken niet aan de orde is.
Een ‘autonome’ regering is binnen zo’n neokoloniale context per definitie een corrupte regering. Het vertrek van Shell heeft dit niet wezenlijk veranderd. Het eiland is nog immer een speeltuin voor Nederlandse ondernemingen en financiële instellingen die profiteren van een gunstig belastingklimaat. De regering gebruikt algemene middelen niet voor het algemeen belang, maar voor een vooraf uitverkoren groep en uitverkoren belangen. De speelruimte die autonomie biedt is zo klein dat zelfstandige politiek een gotspe is.
Corrupt
Nederlandse politici staan in de rij om de Curaçaose politiek weg te zetten als een corrupte bende. Ex-premier Gerrit Schotte is nu de grote maffioso wiens hoofd werd geëist door zowel Nederland als een deel van de oude politieke elite van het eiland, georganiseerd in de PAR (Partido Antiá Restrukturá) en wat kleinere partijtjes er omheen. Van 1995 tot 2005 mocht deze partij corrupte politici leveren en deed dit met verve. Zo maakte de integere premier Pourier, Neerland’s favoriet, zich onsterfelijk door net zo verbaasd te reageren op zijn maandelijkse betalingen buiten zijn salaris om als het publiek. Hij was premier voor het volk en geld interesseerde hem zo weinig dat hij hiervan niet op de hoogte was omdat hij nooit zijn salarisenveloppen opende!
Wat wel een kwalijke zaak is aan Schotte en zijn coalitiepartner van de links-nationalistische Poble Soberano (PS), geleid door Wiels, is dat zij aan de macht kwamen op basis van een antikoloniaal en sociaal programma. Het mandaat dat zij van de kiezer kregen in 2010 hebben zij met hun vriendjespolitiek voor ondernemers te grabbel gegooid. Schotte offerde z’n groene energieplannen op aan de oliebelangen van familie Van der Dijs. De minister van Financiën concentreerde zich op het vrij krijgen van tegoeden van zijn halfbroer Robbie Dos Santos, de grote loterij- en gokkoning, uit handen van de Amerikaanse fiscus. Poble Soberano liet Statenvoorzitter Asjes een baan zoeken voor zijn vrouw en de hele coalitie werd beloond met vrienden in commissariaten van overheidsinstellingen.
Dit soort corruptie is ‘normaal’. Het is daarbij een schijntje vergeleken met wat er in Nederland wordt geschoven en met de enorme winsten die Nederlandse ondernemers via Curaçao en Curaçao-constructies verdienen.
De afgelopen weken was het parlement gesplitst; wilde de oppositie geen nieuwe verkiezingen; riep de Statenvoorzitter van de PS het parlement niet meer bijeen; en moest een demissionair kabinet vervangen worden door een interim-kabinet. De oorzaak was dat politici op Curaçao strijden om maar een ding: de macht om hun eigen zakken te vullen. Rechtse politici doen dit door in de gunst te vallen bij de lokale ondernemers en Nederland, ‘links’ door het volk een rad voor ogen te draaien om hetzelfde doel te bereiken.
Toch tonen peilingen aan dat het onzeker is dat Schotte en zijn MFK (Movementu Futuro Korsou) en Wiels van de PS worden afgestraft. Deze peilingen waren ook de reden dat de oppositie Schotte via politieke machinaties aan de kant wilde krijgen, en geen verkiezingen wilden riskeren. Schotte en Wiels kunnen rekenen op een anti-Nederlands en antikoloniaal sentiment dat sinds 2010 en de nieuwe status van het eiland is gegroeid, mede door het verenigde optreden van Nederland en de rechtse partijen in de Staten.
Triest
Het is triest dat met name dit sentiment de verkiezingen domineert. Niet omdat Nederland daarin besmeurd zal worden: dat heeft het aan zichzelf te danken en aan de neokoloniale reflex van Nederlandse politici.
Het is triest omdat de werkelijk problemen van Curaçaoënaars enorm zijn. Onder het PAR-bestuur, onder dreiging van Nederland, EU en IMF, zijn de gezondheidszorg, onderwijs, werkgelegenheid, sociale voorzieningen en de infrastructuur voor gewone Curaçaoënaars geslachtofferd. Terwijl politici voortdurend beloftes doen over herstel van de levensstandaard, is de dagelijkse realiteit van de gewone Curaçaoënaar armoede en uitzichtloosheid, terwijl de rijken, de Nederlandse staat en militaire belangen zegevieren.
De verkiezingen van 19 oktober zouden een nieuw referendum moeten zijn over wat het volk wil. Dat Schotte en Wiels op voorsprong lijken te staan betekent dat ‘back to business as usual’ geen zekere zaak lijkt voor Nederland en hun loyale kliek op het eiland. Maar de partijen die de neokoloniale machtsstructuur accepteren bieden geen alternatief.
Curaçao verdient een echt alternatief, een socialistische partij gebaseerd op strijd van onderaf, van Curaçaoënaars zelf. Een partij die zich bij verkiezingsdeelname zou disciplineren door verkiezingen te gebruiken voor revolutionaire actie en niet voor revolutionaire slogans in ruil voor steekpenningen, een strategie waarin de PS nu uitblinkt. Een overwinning op de PAR door PS en de MFK valt te verkiezen boven een overwinning van de PAR en hun vrienden, maar het zal geen echte emancipatie brengen. Die komt van onderaf.
- Wil je reageren op dit artikel? Stuur ons een mail.
- Met socialisme.nu en De Socialist proberen we socialistische ideeën toegankelijk te maken voor iedereen. Om dit te blijven doen kunnen we alle hulp gebruiken. Wil jij ons ook steunen? Neem dan een abonnement op De Socialist of word donateur: vul hier het formulier in.