Culturele sector keert zich tegen botte bezuinigingsbijl

Afgelopen vrijdag is in Den Haag gedemonstreerd tegen de bezuinigingen op kunst en cultuur die het nieuwe kabinet in stelling brengt. De initiatiefnemers – studenten van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, van andere kunstonderwijsinstellingen en sympathisanten – constateren dat als gevolg hiervan de culturele sector buitenproportioneel, zelfs onherstelbaar zwaar getroffen wordt. De oproep werd via facebook verspreid en uiteindelijk kwamen op het Malieveld maar liefst 2000 demonstranten samen.
8 oktober 2010

Door Steven Blom

Culturele instellingen en initiatieven hebben doorgaans weinig tot geen vet op de botten. Dit betekent dat als je, zoals het kabinet van plan is, 21 procent bij bijvoorbeeld een toneelgroep van vijf acteurs weghaalt, men niet vrolijk met z’n vieren verder kan gaan. Het zal voor meer dan de helft van de gevallen het einde van het initiatief betekenen.

De kunst- en cultuursector sprak zich afgelopen maand al uit tegen de bezuinigingen via het initiatief Stop Culturele Kaalslag. Een bijbehorende petitie is inmiddels door tienduizenden mensen ondertekend, en op 24 september vond de kick-off van deze campagne plaats in De Balie in Amsterdam.

De bijeenkomst begon met Ramsey Nasr, Dichter des Vaderlands, die een gedicht voordroeg. Musicus Carel Kraayenhof en PvdA-politica Jetta Klijnsma lazen een statement voor. Hierna begon een debat tussen Halina Reijn (actrice), Pim van Klink (econoom), Stijn Schoonderwoerd (directeur Nationaal Ballet), Hans van Leeuwen (oud SP- Kamerlid) en de zaal.

Linkse hobby

Tijdens het debat werden een aantal bekende mythes doorgeprikt. Kunst zou een ‘linkse hobby’ zijn, maar kunst is alles behalve een hobby. Het heeft een enorme maatschappelijke betekenis en is niet links – ook al erkent links misschien sneller het belang ervan. Kunst kan de samenleving samenbinden, zoals ook sport dat kan. Kunst zou er alleen voor de happy few zijn: maar instellingen doen er vaak alles aan om zoveel mogelijk mensen uit alle lagen van de samenleving bij hun projecten te betrekken.

De vooroordelen zijn vaak ongegrond, maar niet geheel onbegrijpelijk. In Nederland kiezen vakcommissies welke instellingen en initiatieven subsidies krijgen. Die structuur helpt de kloof tussen ‘kunst en samenleving’ niet bepaald dichten en kan tot verlies aan maatschappelijk draagvlak leiden.

Volgens adviesbureau Berenschot gaat er in de gesubsidieerde kunst- en cultuursector ongeveer 5 miljard euro om. Dit is de economische betekenis, maar de maatschappelijke betekenis is van onvergelijkbaar belang.

Op het gebied van toneel, opera, musea, ballet, literatuur en de beeldende kunsten neemt Nederland een unieke positie in de wereld in. In de VS, waar kunst zich ongesubsidieerd moet handhaven, is op een aantal gebieden sprake van een totale culturele armoede en is kunst vaak alleen toegankelijk voor de bovenlaag. Als kunst en cultuur aan de markt worden overgeleverd kunnen kwaliteit en toegankelijkheid niet gewaarborgd blijven.

Actiebereidheid

Tijdens het debat was de boodschap vanuit FNV KIEM dat ze bereid is met de overheid ‘mee te denken’ over hoe ‘verstandig te bezuinigen’ op kunst en cultuur. Gelukkig waren de geluiden uit de zaal een stuk strijdbaarder.

Iemand kwam met het voorstel om als totale culturele sector een week lang de deuren te sluiten om de maatschappelijke betekenis op een pijnlijke manier aan te tonen. De bereidheid om de straat op te gaan bleek aanwezig. Hierin zou men niet alleen moeten actievoeren voor de eigen sector, maar ook met anderen tegen het kabinet.

De betogers van vrijdag jl. laten de volgende stap zien door hun stem te laten horen in Den Haag. In hun oproep geven ze aan erkenning te verlangen dat kunst en cultuur een onmisbaar bestanddeel van de samenleving zijn, ze verzoeken een heroverweging van het voornemen te bezuinigen, en dringen erop aan bij toekomstige voorgenomen bezuinigingen vooraf overleg te voeren met de betrokken sector.