Crisis, quarantaine en geestelijke gezondheid

Foto: Russ Allison Loar
Langzaam wordt meer duidelijk over de impact van de coronacrisis op de geestelijke gezondheid. De vraag naar hulp gaat naar alle verwachting enorm toenemen. De geestelijke gezondheidszorg in Nederland verkeert intussen zelf in een diepe crisis en kan een stijgende vraag helemaal niet aan.
12 juni 2020

Als koepelorganisatie voor client- en familieorganisaties in de ggz doet MIND onderzoek naar de gevolgen van de coronamaatregelen. Bij een enquête gaf 65 procent van de ondervraagden aan dat hun klachten zijn verergerd. Een derde stelde niet te weten hoe zij de komende tijd moeten doorkomen.

De hulpverlening stopte in de eerste maand van de lockdown voor 60 procent en op 9 mei was de behandeling van 23 procent van de ondervraagden nog niet hervat! Uit onderzoek van het Trimbos Instituut blijkt dat 38 procent van de patiënten vindt dat zij momenteel te weinig hulp krijgen. Meer dan de helft geeft aan dat de contactmomenten veel korter zijn geworden.

Er zijn ook patiënten die baat hebben bij deze situatie. Zo’n driekwart van de mensen met een psychose gaf bij Trimbos aan evenveel of zelfs minder psychische klachten te ervaren. Mensen van wie het dagelijks bestaan in deze maatschappij te veel eist, kunnen dit ervaren als een moment van rust en minder prikkels, stress en prestatiedruk. Mensen die eerder geïsoleerd waren door een ‘beperking’, ervaren plots meer betrokkenheid doordat het nu wel mogelijk blijkt om mee te doen op afstand. Deze constateringen zijn een sterke indicator voor hoe onze maatschappelijke organisatie samenhangt met onze geestelijke gezondheid.

Ggz in crisis

Het gaat vooralsnog om kortetermijneffecten en oppervlakkige onderzoeken. Bovendien lijkt er sprake van stilte voor de storm. Het aantal aanmeldingen in de ggz halveerde namelijk sinds het begin van de coronacrisis. Veel mensen die hulp nodig hebben, zetten om verschillende redenen de stap naar hulpverlening pas in een laat stadium. Die stap is nu nog moeilijker geworden, ook door het feit dat het systeem nog ontoegankelijker is dan voorheen.

Want de geestelijke gezondheidszorg was al in crisis. Er staan zo’n 100.000 mensen op wachtlijsten en behandeling en medicatie worden steeds minder vergoed. Behandelaars werken niet op basis van de behoeften van patiënten, maar op basis van de eisen van verzekeraars. Het is financieel gunstiger voor zorgbedrijven om complexe problematiek buiten de deur te houden.

Bezuinigingen, winstoogmerk en bureaucratisering hebben geleid tot minder behandelaars, meer administratiedruk en hoger ziekteverzuim onder medewerkers. Bovenop deze ramp die zich al voltrok, komen straks nog de klappen van de huidige situatie en die van de diepe economische crisis die zich momenteel ontvouwt.

Neoliberale ‘oplossingen’

De neoliberale reacties zijn inmiddels voorspelbaar. De Werkgroep Sociale Impact van de Coronacrisis – onder leiding van Femke Halsema en in samenwerking met ministers Grapperhaus en Koolmees – pleit o.a. voor minder regels, meer geld voor (semi)private projecten en werken met behoud van uitkering. De werkgroep benadrukt: ‘Voor deze kwetsbare groepen is ondersteuning die gericht is op het versterken van het zelforganiserend vermogen belangrijk.’

Zo kan in een later stadium ook makkelijk de schuld weer gelegd worden bij het individu met de hulpvraag. Bovendien heeft Halsema allang getoond wat ze echt vindt van kwetsbare mensen met zelforganiserend vermogen: midden in de coronacrisis gaf zij opdracht tot de arrestatie van de krakers van We Are Here.

Dit zal ook de belangrijkste reactie worden vanuit de gevestigde orde wanneer de geestelijke gezondheidsproblematiek toeneemt: stigmatisering en repressie. De afgelopen jaren was er al een gigantische toename van politieoptreden tegen ‘verwarde personen’. Sinds de coronacrisis is dit opnieuw en sterker gestegen. Op 23 mei schoot de politie nog een man neer in Halsteren, die ‘niet tot bedaren was te brengen’. De 27-jarige overleed ter plekke.

Individualisme

Dat het benaderen van deze mensen een politietaak is, in plaats van de taak van hulpverleners, is veelzeggend over wat ons te wachten staat. De stigmatisering van mensen met afwijkend gedrag en een hulpvraag zal toenemen. Enerzijds om hun probleem af te schuiven op individuele tekortkomingen en daarmee het kapitalisme en zijn politici te ontzien. Anderzijds om het toenemende geweld tegen hen te legitimeren. De roep om meer wapentuig voor boa’s is momenteel luider dan de roep om meer middelen voor de ggz.

Maar de tegenstellingen van het systeem komen zo ook aan de oppervlakte. Om de enorme financiële steun voor het grootkapitaal uit de zakken van de werkende klasse te kloppen, hebben bedrijven, politici en media een gevoel van saamhorigheid moeten cultiveren. Van onderop zijn solidariteitsinitiatieven opgezet en mentale problemen worden nu makkelijker als een collectief issue gezien.

Er is op grote schaal aandacht voor elkaars geestelijk welzijn, met de erkenning dat we te maken hebben met een gemeenschappelijke oorzaak van onze ellende. Dit biedt perspectief om te breken met het idee dat onze geestelijke gezondheid een individuele aangelegenheid is.