Crisis niet voor iedereen: aantal miljonairs rijst de pan uit
Door Mark Kilian
Soms is het nuttig om even stil te staan bij cijfers. Volgens een NOS-bericht van deze week is het aantal Nederlandse miljonairs in 2010 gestegen met ruim 10 procent, naar een record van 134.100. Dat baseert de omroep op het World Wealth Report van vermogensbeheerder Merrill Lynch en adviesbureau Capgemini.
Het woord ‘record’ klinkt positief, maar betekent vooral dat het aantal nog nooit zo hoog is geweest. Het is alleen goed nieuws voor degenen die er hardnekkig in blijven geloven dat deze rijkdom zal afstralen op de rest: het zogenaamde ‘trickling down’-effect.
Dit wordt overigens ook gesuggereerd door de media, die steevast dezelfde illustratie bij dit soort berichten gebruiken. Bij gebrek aan een duidelijke miljonair, of kapitalist met bolhoed, wordt de ‘miljonair fair’ maar weer uit de kast gehaald. Omdat niemand gelooft dat je op de markt een miljonair kan kopen, dringt zich subliminal de andere betekenis van fair op: eerlijk. Maar dit is klassieke propaganda – een valse voorstelling van zaken.
Volgens het World Wealth Report waren er vorig jaar wereldwijd 10,9 miljoen miljonairs: een stijging van 8,3 procent ten opzichte van 2009. Het precieze aantal is trouwens niet onomstreden. Eerder deze maand meldde de Boston Consulting Group in zijn Global Wealth Survey dat de stijging 12 procent betrof, tot 12,5 miljoen miljonairs.
Uiteraard betekent de vermogensgroei (tot 38.000 miljard dollar) in Noord-Amerika niet, dat de meer dan een miljoen mensen die in de hypotheekcrisis hun huis zijn kwijtgeraakt, nu niet meer in tentenkampen wonen. Of dat ‘Azie-Pacific … de snelst groeiende regio (is) qua rijkdom ter wereld’ dat daar over pakweg vijftig jaar geen lonen meer hoeven te zijn van een dollar per dag.
De website fondsnieuws meldt: ‘Volgens BCG is de groei van het aantal miljonairs tussen 2008 en 2010 te vergelijken met de groei in de periode 2005-2007. Maar de recente groei is vooral het gevolg van stijgende aandelenkoersen en minder van een nieuwe bedrijvigheid of accumulatie van vermogen.’ Dus zelfs in de klassieke, beperkte zin waarin rijkdom omlaag zou kunnen sijpelen, doet het dat nu niet. Er komt geen baan extra bij, en de meerderheid is elk jaar, op alle fronten, slechter af. De superrijken zitten op hun centen – wat hen betreft kan de rest van ons de pot op.
Volgens de BCG steeg het wereldwijde vermogen onder beheer met 8 procent tot 121.000 miljard dollar. Dat is een getal waarbij maar weinigen zich iets kunnen voorstellen – gedeeltelijk omdat het bijna normaal is dat er zelfs geen belasting over wordt betaald. Miljonairs in de wereld hebben intussen 39 procent van de totale vermogens in handen.
Wie 12,5 miljoen deelt op 6 miljard, komt erachter dat het slechts twee promille van de wereldbevolking is, die continu feestviert over de ruggen van de rest. Ze gieten geen staal, bakken geen brood, geven geen kinderen onderwijs en verzorgen geen zieken of bejaarden. Terwijl zij aan de champagne en kaviaar zitten, beweren hun politieke vertegenwoordigers steeds weer dat studenten of gepensioneerden ‘teveel kosten’.
Ze zien de wereld onderste boven: zij zijn zelf de echte parasieten. Alleen al de verdeling van hun rijkdom zou alle ellende de wereld uit kunnen bannen. Uiteraard werpt dat een vraag op: hoe dan?