Crisis FNV is ‘clash tussen sociale ANWB en vakbeweging met lef’

In een brief aan minister Kamp noemen voorzitters Henk van der Kolk van FNV Bondgenoten en Corrie van Brenk van Abvakabo de vakcentrale een ‘vleugellamme organisatie’ in een acute ‘leiderschapscrisis’. Dit zijn geen holle frasen. De FNV bevindt zich in een ernstige crisis die in de kern gaat over de koers van de vakbeweging: doorpolderen of na decennia eindelijk breken met de strategie van gefaseerd inleveren?
28 september 2011


Foto: tegenstanders van het pensioenakkoord doen tijdens de demonstratie op het Malieveld op 19 september de oproep aan Jongerius: ‘Agnes, kom thuis’ en ‘Agnes, luister naar je leden’ (Foto door Renate Klinkenberg)

Door Maina van der Zwan

Aanleiding voor de vertrouwenscrisis is zowel de inhoud van het pensioenakkoord als de manier waarop deze is aangenomen. Beiden zijn niet minder dan dramatisch te noemen. Jongerius had bij de presentatie van het Sociaal Akkoord van 2009, waar grote concessies aan looneisen en ontslagrecht werden gedaan, verklaard dat op je 65ste stoppen met werken in ieder geval gegarandeerd zou zijn.

Wat toen volgde was een halfslachtig manifestatietraject, terwijl aan de onderhandelingstafel eis na eis werd opgegeven. Het resultaat dat er nu ligt is een akkoord waarbij arbeiders alsnog langer moeten doorwerken, voor een minder waardevaste oudedagsvoorziening, waarbij de risico’s ook nog eens eenzijdig bij werknemers liggen en afhankelijk worden van beurskoersen. Vandaar dat de tegenstanders terecht over een ‘casinopensioen’ spreken.

Zelfs voorstanders van de privatisering van het pensioenstelsel benadrukken de onrechtvaardigheid van de huidige constructie. Econoom Sweder van Wijnbergen stelt dat het ‘een greep uit de kas van jongeren’ is en dat de rekening ‘onevenredig bij de laagbetaalden’ wordt neergelegd. Zijn collega Paul Tang vindt het nieuwe stelsel ‘nog oneerlijker dan gedacht. De armen gaan straks voor de rijken betalen.’

Verraden

De eigen achterban zal zich verraden voelen. In referenda hebben 16.500 leden zich uitgesproken voor het akkoord en 145.000 tegen. Dat is een overweldigende meerderheid van 90 procent die tegen is. Tijdens de lange vergadering van de federatieraad die plaatsvond in de nacht van 12 op 13 september hebben Bondgenoten en Abvakabo, de twee grootste FNV-bonden, het akkoord dan ook afgewezen. Deze bonden vertegenwoordigen 60 procent van de leden, doen 90 procent van de cao-onderhandelingen en zitten in negen van de tien grootste pensioenfondsen.

Desondanks ging Jongerius de volgende dag naar minister Kamp om daar alsnog een deal te sluiten. Toen ze ondanks het verzet van de twee grootste bonden het krankzinnige besluit nam om het akkoord er een week later alsnog door te drukken, was de maat vol en zegden de bestuurders van Bondgenoten en Abvakabo het vertrouwen in haar op. Beide bonden voelen zich niet gebonden aan het akkoord, wat zich zal terugvertalen naar komende cao-strijd, iets waar bazen ook niet gerust op zijn.

Ondertussen klampt Jongerius zich koste wat het kost aan haar positie vast. Haar tegenstanders weigeren mee te gaan in de farce van een door Jongerius aangestelde ‘commissie van goede diensten’ die ‘advies’ uit zou moeten brengen over ‘de manier waarop de vakbond in elkaar zit’. De crisis is dus compleet. Hoe langer Jongerius blijft zitten hoe meer schade ze aanricht. Want terwijl de vakbeweging met zichzelf overhoop ligt, is het meest rechtse kabinet uit de geschiedenis bezig onze sociale voorzieningen te slopen.

Richtingenstrijd

Bestuurder van FNV Bondgenoten Ron Meyer, een van de drijvende krachten achter de schoonmakersstaking van vorig jaar, benadrukt dat dit conflict in de kern om een richtingenstrijd gaat. In het programma Buitenhof zei hij afgelopen zondag: ‘Het pensioendrama is het decor waartegen zich iets veel groters afspeelt, namelijk een clash tussen de staat en de straat. Tussen de gezichtsloze institutie die de FNV is geworden, een sociale ANWB die consumenten van haar leden heeft gemaakt, en een veroverende vakbeweging die weer brutaliteit en lef durft te hebben.’

Dit is wat er op het spel staat. Gaat de vakbeweging na decennia van gefaseerd inleveren haar rug rechten en de strijd weer volop aan? Krijgen de voorbeelden van de schoonmakersstaking en het stakingstraject in het openbaar vervoer navolging in de vakbond als geheel? Met een kabinet dat op oorlogspad is, een ontvouwende economische crisis en een poldervoorzitter die wankelt, is dit het moment om een nieuwe koers in te slaan.

Maar dat is slechts zeer ten dele een gevecht in de federatieraad zelf. Uiteindelijk valt of staat een meer strijdbare koers met de zelfactiviteit van de bondsleden. Die maken de vakbeweging en die zullen haar ook moeten heroveren. Dat is een route van de lange adem – waarbij op zowel het front van de bazen als van de bondsbureaucratie gestreden moet worden – maar het is de enige exitstrategie uit het poldermodel.

In de komende periode moet daarom op elke werkvloer en in elke vakbondsvergadering de discussie worden opgepakt over de lessen van dit pensioendrama, de noodzaak van confrontatie met kabinet en werkgevers, en de verkiezing van een nieuw bestuur dat daar leiding aan durft te geven.