Coronacrisis treft niet iedereen gelijk

De coronacrisis heeft een groot aantal tegenstellingen binnen het kapitalisme verscherpt op de voorgrond gezet. Multinationals als Ahold en Roche groeien, maar voor veel werkenden groeit de onzekerheid. Wat gebeurt er? En hoe kunnen we terugvechten?
1 mei 2020

De ongelijkheid tussen arm en rijk is de afgelopen decennia gegroeid. Door loonmatiging bleven de lonen aan de onderkant achter bij de winsten aan de bovenkant. En terwijl de afgelopen jaren belastingen voor de rijken – de vennootschaps-, dividend- en vermogensbelasting – omlaag gebracht werden, werd recentelijk de btw verhoogd. De btw-verhoging en andere maatregelen treffen vooral werkende mensen.

Nu de coronacrisis gepaard gaat met een economische teruggang, groeit die ongelijkheid en onzekerheid harder. Met de sluitingen van de horeca, winkels en musea, raken de werknemers hun gebruikelijke inkomen kwijt, terwijl de rekeningen gewoon door blijven lopen. Uitzendkrachten worden niet meer opgeroepen en tijdelijke contracten worden niet meer verlengd. Tegenover die onzekerheid aan de onderkant staat de zekerheid bij de topbestuurders van grote bedrijven. Ze geven zichzelf bonussen en vragen tegelijk staatssteun aan.

Inhalig

De topbestuurders van de KLM kwamen als haantje de voorste om zo’n steunpakket. Twee miljard euro aan bankleningen werd door Den Haag gegarandeerd. Zes miljard wordt door Parijs opgehoest voor de Franse tak van de Air France-KLM.

KLM maakt gebruik van de zogeheten NOW-regeling waarbij 90 procent van het loon door de staat wordt doorbetaald. Die steun is bedoeld voor werknemers met een tijdelijk contract, zodat zij hun baan kunnen behouden.

Maar dat weerhoudt de luchtvaartmaatschappij er niet van om het aangekondigde ontslag van minstens 1500 werknemers toch door te zetten. Veruit de meesten daarvan zijn uitzendkracht. Na een goed gesprek tussen KLM-topman Pieter Elbers en premier Rutte, heeft het kabinet er begrip voor dat behoud van banen niet altijd mogelijk is.

Het KLM-bestuur wilde zijn topman vervolgens belonen door zijn exorbitante bonus (dat bovenop zijn salaris komt) te verhogen van 75 naar 100 procent van zijn salaris. Pas onder druk van maatschappelijke kritiek werd de verhoging ingetrokken.

De huidige crisis kunnen we ‘samen’ aanpakken, zegt het establishment. Maar hun manier van ‘samen’ is tegenstrijdig. Het is samen als het gaat om het verdedigen van de rijkdom voor de top, maar het is niet langer samen als het gaat om het beperken van onzekerheid en armoede voor de arbeiders.

Flexwerkers

In crisistijd zijn uitzendkrachten als eerste de pineut. Er zijn 250.000 uitzendkrachten in Nederland. Tienduizenden daarvan zijn afgelopen weken werkloos gemaakt.

Voor vaste werknemers bestaan er steunmaatregelen. Voor zzp’ers kwamen die pas na forse kritiek op minister Wiebes die eerst nog beweerde dat zzp’ers de onzekerheid aan zichzelf te danken hadden. Voor uitzendkrachten is steun er nog niet.

Uitzendbureaus mogen van dezelfde regeling gebruik maken als de KLM, waarbij ze nog maar 10 procent van het loon hoeven te betalen. Maar de uitzendbureaus schuiven die verantwoordelijk liever van zich af, in de richting van de opdrachtgevers die de flexwerkers niet langer inhuren. En zo vallen werkloze uitzendkrachten tussen wal en schip.

Voor arbeidsmigranten die werkzaam zijn in de tuinbouw en distributiecentra regelt het uitzendbureau een totaalpakket van werkhuisvesting-verzekeringen, wat een gigantische afhankelijkheidsrelatie creëert. Nergens zijn de werkers veilig. Op het werk is het onmogelijk om anderhalve meter afstand te houden. De goederen gaan van hand tot hand. Op de vakantieparken logeren te veel mensen op één kamer. En in de busjes van en naar het werk worden ze bijeen gepropt.

Het is kostenefficiënt voor de uitzendbureaus die het risico op een boete voor lief nemen, maar levensgevaarlijk voor de uitzendkrachten. Wie klaagt raakt alles kwijt. Er staan tenslotte genoeg werkloze arbeidsmigranten klaar die toch niet naar huis kunnen terugkeren.

Ziekmakend

In de voedselsector en de distributie ontbreken beschermingsmiddelen en wordt de RIVM-norm voor onderlinge afstand met voeten getreden, zo bleek uit onderzoek door het CNV. Ook arbeiders in de gezondheidszorg, thuiszorg, callcenters, fabrieken en supermarkten werken te dicht op elkaar en op patiënten en klanten. Bedrijven worden niet beboet. Als je in je vrije tijd ziek wordt, kun je niet meer terug aan het werk of je kunt iemand anders ziek maken die aan het werk moet. Dat gaat ten koste van de winst. Maar dat de werkvloer zelf ziekmakend is, neemt men op de koop toe. Werken levert winst op. Dat is ook de reden waarom regering en werkgevers eerst en vooral hebben ingezet op het zo lang mogelijk aan de gang houden van de economie en pas laat met maatregelen kwamen.

Terwijl de supermarktsector kan rekenen op een enorme omzetstijging, mogen de vakkenvullers en caissières het doen met een reep chocola of applaus. Maar ze dragen geen mondkapjes en in hun portemonnee merken ze geen verschil.

De FNV-campagne Voor14, voor een minimumloon van 14 euro bruto per uur, heeft met stoepkrijtacties voor de ingang van supermarkten hun eis onder de aandacht gebracht. Het is een van de weinige plekken waar mensen nog massaal bijeenkomen en iedereen erkent hoe essentieel het werk is. Door die druk van buitenaf is het niet uitgesloten dat de looneis door de supermarkten wordt ingewilligd.

Maar de grotere uitdaging voor de vakbond is het opbouwen van een blijvend netwerk op de werkvloer zelf, dat uiteenlopende eisen kan binnenhalen. Een inspirerend voorbeeld daarvoor is de succesvolle staking bij Delhaize, zusterbedrijf van Albert Heijn in België, waar het personeel een premie van 500 euro en mondmaskers afdwong.

Werkdruk

De FNV onderzocht de werkdruk in het onderwijs en toonde aan dat het aantal burn-outs daar extreem hoog ligt. Met de omschakeling naar lesgeven op afstand is de werkdruk toegenomen.

Janneke uit Amsterdam is leerkracht in het speciaal primair onderwijs: ‘School is voor veel kinderen een veilige haven. Arme gezinnen zitten nu opgesloten in kleine appartementen. Dat leidt tot frustratie en stress, met name wanneer ouders niet bij machte zijn om hun kinderen te begeleiden. Wij zoeken de leerlingen op. Je merkt dat juist de kwetsbare leerlingen het fijn vinden dat je toch “in de buurt” bent. Maar wij geven daar wel onze privacy voor op. Normaal bellen wij met het telefoonnummer van school, maar nu zijn wij genoodzaakt om ons eigen privénummer te geven. Wij moeten ook ouders begeleiden – naast al het gewone schoolwerk dat we doen. We hebben behoefte aan ondersteuning, maar scholen kampen met een lerarentekort.’ In november en februari staakten de leerkrachten van het primair en middelbaar onderwijs, onder andere voor het aannemen van meer collega’s. Die eis is nog urgenter geworden.

Terugvechten

De coronacrisis resulteert in groeiende onzekerheid voor werknemers. Niet alleen in Nederland, maar overal in de wereld. Gelukkig zien we inspirerende voorbeelden van arbeidersstrijd. In verschillende Europese autofabrieken zetten arbeiders de productie stop omwille van de veiligheid. Bij het miljardenbedrijf Amazon braken wilde stakingen uit tegen de roekeloosheid van de werkgever.

Met ontslag bedreigde werknemers van General Electric in de VS strijden voor zinvolle productie van beademingsapparatuur. In Frankrijk namen werknemers een McDonald’s-filiaal over, waarna ze voedselpakketten uitdeelden aan armen in de volksbuurten. Als werknemers samen in actie komen, kunnen ze een vuist maken. De tegenstellingen onder het kapitalisme zullen scherper worden. Als we ons samen verzetten tegen dit ziekmakende systeem kunnen we een begin maken met een alternatief.