Coronabeleid: Te weinig, te laat, te vrijblijvend
In de persconferentie van 4 augustus, de eerste sinds eind juni, sprak Rutte van een ‘gevaarlijke opmars’ van het virus. Hij drukte mensen op het hart zich aan de basismaatregelen te houden, want ‘een tweede lockdown willen we niet’. Maar het beleid blijft vrijblijvend en straalt weinig urgentie uit.
In zijn steeds minder effectieve ‘preekjes’ legt Rutte de schuld voor de besmettingen vooral bij feestende jongeren, bruiloftsgasten en tante Sjaan. Mensen krijgen een ‘dringend advies’ om thuis hoogstens zes mensen uit te nodigen omdat de meeste mensen in de privésfeer besmet zouden worden. Maar volgens cijfers van het RIVM zelf is bij 70 procent van de clusters de bron van besmetting onbekend.
Op de vraag of het verantwoord was de scholen te openen nu er juist zoveel jongeren besmet raken, kwam De Jonge niet veel verder dan verwijzingen naar de basismaatregelen. Minister Slob van Onderwijs heeft een team in het leven geroepen dat de ventilatie op scholen moet controleren, maar dat krijgt daar tot 1 oktober de tijd voor. Geen wonder dat veel docenten bezorgd zijn en veel ouders overwegen hun kinderen thuis te houden.
Testcapaciteit
Een dag nadat het kabinet zei dat de GGD’s ‘waanzinnig’ aan het opschalen waren, bleek in coronabrandhaarden Amsterdam en Rotterdam dat de GGD’s geen capaciteit hadden om alle contacten van besmette mensen te bellen. De werving van nieuwe GGD-medewerkers door uitzendbureaus verloopt chaotisch, waardoor geschikte kandidaten gefrustreerd afhaken. Bij een falend bron- en contactonderzoek door de GGD’s kan het virus verder om zich heen grijpen.
Op Schiphol is een teststraat ingericht voor reizigers uit risicogebieden, maar die is slechts van zes uur ’s ochtends tot zes uur ’s avonds open. Hierdoor worden veel van de 5000 reizigers uit rode en oranje gebieden niet getest. Nadat heel Spanje tot oranje gebied verklaard was, weigerde het ministerie van Volksgezondheid de teststraat 24/7 te openen. Officieel is de teststraat namelijk onderdeel van een onderzoek en weet het ministerie niet of het wel zin heeft om mensen zonder klachten te onderzoeken. In feite is het al maanden bekend dat ook mensen zonder symptomen besmet kunnen zijn en lijkt het te gaan om een capaciteitsprobleem bij de GGD.
Zwalkend beleid
Over de hele linie wordt er een chaotisch en zwalkend beleid gevoerd, dat juist door zijn gebrek aan logica en overzichtelijkheid het draagvlak voor de maatregelen ondermijnt. Al sinds het begin van de coronacrisis lopen kabinet en RIVM achter de feiten aan.
Zo werd het gebruik van mondkapjes door particulieren maandenlang ontmoedigd omdat er in de zorg onvoldoende beschermingsmiddelen waren. Toen op 1 juni ‘niet- medische’ mondkapjes in het openbaar vervoer verplicht werden, was dit bedoeld om niet jezelf, maar de ander te beschermen. Wie tot een risicogroep behoorde en zichzelf wilde beschermen, werd blijkbaar geacht nog maandenlang thuis te blijven.
Waarom mondkapjes alleen in het openbaar vervoer en enkele winkelgebieden verplicht zijn, is ook volstrekt onduidelijk. Zoals Roel Coutinho, oud-directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM zei: ‘Dan loop je in de Kalverstraat en dan moet het wel en even verderop weer niet. Dat is toch helemaal niet helder? Dan denken mensen: het zal wel niet werken.’
Inmiddels adviseert de Wereldgezondheidsorganisatie het dragen van mondkapjes voor kinderen vanaf 12 jaar, maar in Nederland spreken beleidsmakers nog steeds van ‘schijnveiligheid’.
Neoliberalisme
Het kabinet hamert er steeds op dat we ‘solidair’ moeten zijn omdat we het virus alleen ‘samen’ onder controle kunnen krijgen. Maar jaren- lang neoliberaal beleid heeft juist de solidariteit in de maatschappij ondermijnd. Openbare voorzieningen zijn wegbezuinigd en geprivatiseerd.
Het meest wrange voorbeeld hiervan is wel de marktwerking in de zorg. Tijdens de coronacrisis zijn de gevolgen hiervan pijnlijk duidelijk geworden: er waren te weinig IC-bedden, te weinig zorgwerkers en te weinig beschermingsmiddelen. Veel zorgwerkers zijn nog amper bekomen van de extreme stress en hoge werkdruk tijdens de eerste coronagolf. Maar zelfs nu eerder dan verwacht een tweede golf dreigt uit te breken, weigert het kabinet geld uit te trekken voor een structurele verbetering van hun salarissen.
Dit is typisch voor het kabinetsbeleid: voor het overeind houden van bedrijven als KLM zijn er miljarden beschikbaar, maar voor hogere lonen in de zorg is er geen geld. Het verdedigen van de belangen van grote bedrijven is de corebusiness van dit kabinet. Maar als het gaat om het indammen van het virus, is de eerste reflex nog altijd om vooral geen onnodige maatregelen te nemen. Om te voorkomen dat tijdens een tweede golf opnieuw duizenden mensen overlijden, is er een serieus indambeleid nodig.