Corona-uitbraak op een woongroep: ‘Er kon niemand komen, er was ook geen plan’

Demonstratie Wij zijn de Jeugdzorg in Den Haag, 22 januari 2014 (Foto: Roel Wijnants)
Maria Gelderblom is werkzaam binnen de jeugdzorg. Onlangs raakten bijna alle kinderen op haar locatie besmet met corona. Ze sprak met Auke den Otter over de arbeidsomstandigheden en uitdagingen met corona op de werkvloer.
2 juni 2021

Wat was de situatie op je werk?

Ik ben werkzaam op een woongroep, waar kinderen tot en met 14 jaar met meervoudige problematiek zoals adhd, hechtingsproblematiek, trauma’s en agressieproblematiek wonen omdat ze uit huis zijn geplaatst. Wij bieden 24-uurszorg en doen alles samen als een huishouden. Er werken in principe vier collega’s per dag, ook ‘s nachts blijft er iemand op de groep. In maart raakten vijf van de kinderen besmet met corona.

De besmettingen kwamen in fases. Na de eerste twee besmettingen zaten sommigen van ons al twee keer vijf dagen in quarantaine thuis om daarna te kunnen testen. Tussen de quarantaine door werkten we diensten van 24 tot soms bijna 48 uur achtereen omdat de helft van ons team van negen personen in quarantaine zat. Zodra we uit quarantaine waren, deden we dat weer. Sommige collega’s slapen niet tijdens de nachtdiensten. We hebben een bed, maar moeten meeluisteren met meerdere babyfoons. Het is nogal een verantwoordelijkheid in je eentje met acht puberkinderen in huis ‘s nachts.

De kinderen zaten in quarantaine op hun kamer en konden er alleen uit om naar de tuin of badkamer te gaan. Na een eerste periode van isolatie en zo veilig mogelijk werken, bleken er toch nieuwe besmettingen te zijn bijgekomen. Dat was op een zaterdagmiddag, toen ik zelf dienst had. Ik had het niet meer. Het voelde onmenselijk om onze kinderen met hun problematiek nog langer te isoleren terwijl we proberen een warm huishouden te zijn.

Meteen na die uitslag – ik was aan het huilen door alle impact en omdat ik al 32 uur achtereen dienst had – belden we onze consultatiedienst en smeekten of er iemand kon komen om een plan te helpen maken. Er kon niemand komen. Er was ook geen plan. De GGD was in het weekend in de avonduren ook onbereikbaar.

Uiteindelijk hebben we zaterdagavond meteen een online spoedvergadering belegd met ons eigen team. Binnen 30 minuten stond iedereen paraat. Alleen dat al is een heel verschil in betrokkenheid vergeleken met onze leidinggevenden. We hebben tijdens die vergadering samen veiligheidsplannen gemaakt. We kregen de nodige informatie via een vriendin van een collega die werkzaam is in het ziekenhuis. Medische mondkapjes waren niet aanwezig binnen onze organisatie, veiligheidsbrillen ook niet. Dit kon wel voor ons geregeld worden, maar pas na het weekend.

We hebben een contactberoep, de kinderen hebben medicatie en nabijheid nodig, zeker wanneer ze ziek zijn. We hebben zelf dus maar met spoed de juiste mondkapjes via de apotheek besteld.

Wat het in ons geval bemoeilijkt, is dat er geen vertrouwde invallers beschikbaar zijn. We hebben binnen onze organisatie geen ‘vertrouwde’ invalpool of genoeg betrouwbare collega’s die kunnen invallen. Dus invallers komen vanuit een uitzendbureau. De doelgroep waarmee wij werken tolereert nauwelijks onbekende invallers. Ze worden er agressiever, onvoorspelbaarder en angstiger van.

Als er zieken zijn moeten we zelf inspringen en we moeten zelf onze vrije collega’s bellen. Kan er niemand uit het team, dan moeten de andere teams gebeld worden. Iedereen die roostervrij is, wordt benaderd. Aan het recht op onbereikbaarheid, zoals in de cao is vastgelegd, wordt geen gehoor gegeven binnen onze organisatie, noch is er een alternatief voor gecreëerd.

Ik wil wel voorop stellen dat er veel schrijnender situaties zijn dan die waarin wij ons bevonden. Onze quarantaine duurde uiteindelijk vrij kort. Met een krappe maand was iedereen weer ‘vrij’. Er zijn zorgmedewerkers die al een jaar lang dag in dag uit overuren maken. Zij moeten onmenselijke keuzes maken en daarbij steeds hun eigen gezondheid en veiligheid op de tweede plaats zetten. Desalniettemin denk ik dat het typerend is wat er bij ons gebeurde.

Kun je meer vertellen over de verantwoordelijkheden die je had en hoe dat botste met de verantwoordelijkheden van de managers?

Er wordt ons wijsgemaakt dat directeuren en managers een hoger loon verdienen, omdat ze meer verantwoordelijkheid zouden dragen, meer risico’s nemen en meer overzicht moeten houden of welke kulargumenten dan ook. In een situatie zoals met corona op de werkvloer blijkt dat het echte werk uiteindelijk op ons neerkomt en onze privélevens ervoor moeten wijken. Zij hebben ieder weekend vrij en gaan om vijf uur naar huis en strijken een absurd hoog salaris op. Onze organisatie is daarbij helaas eerder in de media geweest als ‘zorgcowboy’, omdat er schijnbaar veel winst werd uitgekeerd aan de bestuurders. Een paar leidinggevenden rijden sinds kort rond in Tesla’s.

Wij zijn veel essentiëler in het zorgproces en voor de kwaliteit van zorg. Voor de enorme verantwoordelijkheid die wij namen en bereidheid die wij toonden worden we niet beloond of gecompenseerd.

We hebben bijvoorbeeld ook al een poos maar zeer beperkt een schoonmaker op de groep. Onze locatie is een grote boerderij met drie badkamers, twee woonkamers enzovoort. Er zouden geen sollicitanten zijn voor de openstaande vacatures. Maar een particulier schoonmaakbedrijf of uitzendbureau inzetten: ho maar. Zo wachten we ook al maandenlang tot sommige essentiële klusjes worden uitgevoerd. Dat maakt deze situatie – waarin wij alles geven, maar weinig terugkrijgen – nog frustrerender.

Hoe had deze werksituatie invloed op je privéleven?

Ik moest de keuze maken of ik tijdens de quarantaine-periodes mijn 5-jarige dochter zou zien, met de reële kans dat ik haar ook zou kunnen besmetten. We besloten dus dat ze bij haar vader zou blijven. Ze heeft me elke dag huilend gebeld. Ze begreep het wel, maar ze trok het helemaal niet. Hoe zij huilend de laptop vastgreep en aan de andere kant van het scherm ontroostbaar was, toen ik haar vertelde dat ik wéér in quarantaine moest, staat op mijn netvlies gebrand. Ze heeft tot op heden nog steeds moeite met afscheid nemen, alsof ze denkt dat ik weer ineens weg kan blijven. Partners en kinderen van collega’s moesten ook thuisblijven. Maar ook het hele rooster voor de maand gold niet meer, (vaste) vrije dagen konden niet doorgaan. Het was per dag kijken hoe we het rond zouden krijgen.

Is de vakbond betrokken?

Op dit moment niet, maar dat zou een volgende stap kunnen zijn. Er zijn een paar dingen die het lastig maken om de vakbond in te schakelen. Allereerst is de organisatiegraad laag. Er is bovendien heel weinig contact tussen teams en locaties, wat het lastiger maakt om ons te organiseren en precies te weten wat er speelt. Er is geen actieve personeelsvertegenwoordiging meer en er zou formeel gezien al een jaar een OR moeten zijn, maar die is nog niet opgericht.

Maar het is niet dat we niks doen. We hebben na de corona-periode een brief gestuurd naar onze directeur. We vragen in die brief volledige uitbetaling van onze quarantaine uren als ziek-zijn, met daarbovenop onze gewerkte uren. Maar we vragen ook compensatie voor die corona- maand. Zo zou het bijvoorbeeld netjes zijn als ze al onze overuren zouden uitbetalen van afgelopen maand of afgelopen jaar. Nu kunnen we onze overuren inzetten als tijd voor tijd. Als er meerdere collega’s zijn met 100+ overuren dan is het maar de vraag wanneer je al die uren ooit kan opnemen. Als antwoord op het verzoek om financiële compensatie hebben we een cadeautje gekregen: handcrème en een zeepje met de tekst: ‘dankjewel voor de helpende hand’.

De gehandicaptenzorg en jeugdzorg kampen op grote schaal met personeelstekorten, wachtlijsten, geldgebrek, schending van de cao en toename van zorgcowboys die flink profiteren van de gecreëerde marktwerking binnen de zorg. De pandemie verscherpt dit. We hebben een actieplan en perspectief nodig met duidelijke eisen vanuit de vakbond, want deze problemen zijn structureel. Bijna de helft van de zorgwerkers gaf in een onderzoek aan niet voldoende beschermd te worden door hun werkgever. En het televisieprogramma Pointer berichtte vorige maand dat 90 procent van de zorgmedewerkers die corona opliepen op het werk na een jaar nog klachten ervaart. Daarvan leidt 27 procent nu financiële schade doordat ze langdurig in de ziektewet zitten en gekort worden op hun loon. Als het gaat om tegemoetkoming zijn werkgevers keihard, wij moeten dat dus ook zijn.

Maria Gelderblom is een pseudoniem. Naam bij de redactie bekend.