Consensus, stemmen en democratie

Ons wordt verteld dat we zogenaamd in een democratie leven. Maar zo voelt dat niet. De enige inspraak die we hebben is eens in de vier jaar, als we een vakje rood mogen kleuren. En zodra de politici onze stem hebben gekregen, komen ze snel terug op hun beloften. De vraag is echter of het consensussysteem, zoals dat wordt gebruikt binnen de Occupy-beweging, wel het beste alternatief is.
9 november 2011

Voor socialisten draait democratie niet om de ins en outs van verkiezingen, maar over wie de werkelijke controle heeft over de maatschappij. Het is dan ook niet verwonderlijk dat degenen die tegen het systeem in opstand komen een heel ander soort organisatie willen, waardoor de miljoenen die nu worden uitgesloten een kans krijgen om werkelijk hun stem te laten horen.

Consensus-besluitvorming is een van de manieren waarop activisten zich proberen te organiseren. Bij deze methode wordt geen gebruik gemaakt van stemmen. In plaats daarvan worden er pas besluiten genomen als iedereen ermee instemt.

Consensus werd voor het eerst bekend door toepassing door feministen en de milieubeweging, die het overnamen van de Quakers. Zij gaven aan dat het afkomstig is van inheemse volkeren. Het was echter de opkomst van de antikapitalistische beweging vanaf 1999 waardoor consensus zich verspreidde als een lopend vuurtje.

Deze methode gebruikt een serie handgebaren, zoals zwaaien met je handen/vingers om aan te geven dat je instemt, of een vuist om te ‘blokkeren’ (veto). Als iemand blokkeert, wordt er geen besluit genomen totdat zijn/haar bezwaren zijn opgelost. ‘Consensus is noch compromissen sluiten, noch unanimiteit,’ zegt consensustrainer Seeds for Chance. ‘Het probeert verder te gaan door het samenvoegen van de beste ideeën en de belangrijkste bezwaren.’

Op deze manier kan, zo luidt de theorie, iedereen zich gesterkt voelen door te weten dat ze zaken kunnen tegenhouden als zij het er niet mee eens zijn. Maar in de praktijk heeft deze methode een aantal problemen.

Besluiten

Om te beginnen is het onwaarschijnlijk dat een groep van enige omvang überhaupt ergens volledige overeenstemming over bereikt. In een puur consensussysteem is het veel eenvoudiger om dingen te stoppen, dan dingen te beginnen, en leiden discussies vaak niet tot een besluit. Beslissingen die de overgrote meerderheid wil nemen kunnen daardoor worden uitgesteld, afgezwakt of helemaal geblokkeerd.

Dit kan als gevolg hebben dat je het cruciale moment mist. En als je bijna wordt gearresteerd door de politie, kunnen de effecten veel dramatischer zijn. De bezetters van Wall Street weten dit. Zij gebruiken dan ook een aangepaste consensusmethode waarbij een veto wordt overwonnen door 90 procent van de stemmen te winnen.

Ook wordt geclaimd dat door de consensusmethode bewegingen horizontaal en niet-hiërarchisch kunnen zijn. Dit is helaas een illusie. Een ‘leidingloze’ beweging wordt in werkelijkheid geleid door wie er dan ook maar komt opdagen.

In een maatschappij waar niemand andere verplichtingen zou hebben, zou dit prima kunnen werken. Maar binnen het kapitalisme legt dit de leiding in de handen van diegenen die meer tijd hebben. Met het complexer worden van het proces, kunnen de mensen met het meeste zelfvertrouwen en zelfs privileges gaan domineren. Er ontstaat altijd een informele leiding, niet in de laatste plaats onder de voorstanders van de consensusmethode. Het afleggen van verantwoording is dan noodzakelijk.

Dit werd bijvoorbeeld ook duidelijk toen afgelopen jaren het Europees Sociaal Forum werd georganiseerd, waarbij er elke keer in een andere Europese stad een consensusbijeenkomst was. Zoals Alex Callinicos stelde, zorgde dit voor ‘dominantie van grote organisaties (…) met de middelen om afgevaardigden naar deze bijeenkomsten te sturen.’

Ideologie

Een bijeenkomst bijwonen waar consensus goed wordt gehanteerd, kan zeker indrukwekkend zijn. Het is een wereld van verschil vergeleken met de farce van het parlement. Voor socialisten die deel uitmaken van deze bewegingen, is het dan ook nuttig om te weten hoe zo’n bijeenkomst verloopt, en zelfs de handgebaren te leren.

Maar tegelijkertijd draagt consensus het idee in zich dat de rol van politiek uitgebannen moet worden. ‘Ideologie moet thuisgelaten worden,’ zegt de Indignados kampgids van Puerta del Sol over het proces. ‘Een assemblee mag niet draaien om een ideologische discussie. In plaats daarvan dient deze aandacht te besteden aan praktische vragen.’ Dit maakt het moeilijk om de strategische richting van de beweging te bediscussiëren. Van radicalen wordt verwacht dat ze een compromis sluiten met de meest rechtse elementen.

Een levende democratie gaat echter over meer dan discussie. Het gaat over het nemen van besluiten die echt effect hebben. Het is leerzaam om hierbij te denken aan de democratie van een staking. In de beste stakingen houden de arbeiders massabijeenkomsten, en bediscussiëren alle standpunten, waarna ze hierover stemmen. Leiders worden gekozen en moeten verantwoording afleggen.

Wanneer ze besluiten om het werk neer te leggen, doen ze dat allemaal samen en vormen ze een picketline om hun besluit kracht bij te zetten. De eenheid die zo wordt gevormd in de strijd zelf, wijst de weg naar een betere manier om collectief de wereld te runnen.