ChristenUnie omzeilt motie-Lont

Na een goed gesprek met de partijtop en ruggespraak met de Heer, besloot deelraadslid van de ChristenUnie Yvette Lont haar motie over homoseksualiteit niet in te dienen.
4 november 2007

Rouvoet
Dat verloste het kabinet, en vooral het smaldeel uit de Biblebelt, van een nijpend probleem. Een liberale opvatting over homoseksualiteit – of ‘homofilie’, zoals de geëmancipeerde geest Geert Wilders het met gevoel voor traditie uitdrukt – is in de afgelopen jaren een toetssteen geworden voor het Ware Nederlanderschap. Pas op: het gaat natuurlijk niet over een soort politiek correct gelijkheidsstreven waar de homobeweging zich vroeger sterk voor maakte. In een gemiddelde kroeg als homoman veilig kunnen flirten met een andere man is wat veel gevraagd. Maar Joling en Gordon, daar kan de hardwerkende Nederlandse heteroman van een jaar of veertig tegenwoordig best om lachen. Wat kan het COC nog meer willen?

De geplande motie-Lont, die homoseksuelen uitsloot van bestuursfuncties namens de ChristenUnie, vormde dus nogal een dilemma voor vice-premier Andre Rouvoet. Als minister van Gezinszaken wil hij tegelijkertijd laten zien hoe modern zijn EO-jongerendagversie van het geloof is, maar moet hij ook zijn lokale bestuurders in het gareel houden. Tweederde van hen is het eens met de stelling dat een ‘praktiserend homoseksueel’ niet voor de partij actief mag zijn. Voor dit soort lastige kwesties heeft de kerk echter al eeuwenlang een beproefde oplossing: de discussie tot nader orde uitstellen en er voorlopig maar niet meer over praten.

Op die manier redt Rouvoet niet alleen zichzelf van een groot aantal lastige vragen van journalisten, maar ook zijn PvdA-collega’s in het kabinet. Die kunnen vrolijk de schijn hoog houden dat de ChristenUnie aan de basis misschien wel bestaat uit homohatende zeloten, anti-abortusactivisten en aankondigers van de Apocalyps, maar dat de CU-medeministers toch echt heel beschaafde mensen zijn. Tenslotte is het Kamerlid Leen van Dijke, die in de jaren negentig homoseksuelen vergeleek met dieven, in 2003 vervangen door de publieksvriendelijke Tineke Huizinga.

En wat vindt Andre Rouvoet eigenlijk zelf? Toen een aantal jaar geleden een conservatieve imam homoseksualiteit een ziekte noemde, verklaarde hij dat hij zelf deze woorden niet gekozen zou hebben. En welke woorden hij dan wel zou gebruiken, houdt hij verstandig genoeg voor zich. Zolang hij zich niet bekeert tot de islam, is dat een houding waarmee een minister van Jeugd en Gezinszaken in Nederland anno 2007 best weg kan komen.