Chris Harman (1942-2009): een leven in het hart van de strijd

Afgelopen vrijdagavond is de Britse marxist Chris Harman in Egypte overleden aan een hartstilstand. Zijn leven was toegewijd aan de revolutionair-socialistische beweging, waar hij zowel theoretisch als praktisch een immense bijdrage aan heeft geleverd. Hij was een scherp analyticus, auteur van talloze publicaties en een graag geziene spreker, ook hier in Nederland. Zijn heengaan is een groot verlies voor familie, vrienden en de internationale arbeidersbeweging.
8 november 2009

2093172412_f8bbebc10b

Door Maina van der Zwan

Harman had ongetwijfeld een glansrijke carrière in de academische wereld kunnen doorlopen. Hij was een getalenteerd intellectueel, had een encyclopedische kennis en een bijzonder vermogen om historische en internationale ervaringen te synthetiseren tot scherpe interventies in actuele debatten. Maar roem of prestige interesseerden hem niet. Hij had een totaal gebrek aan ijdelheid – wat hem al uniek maakte onder marxistische theoretici- en stelde zijn leven volledig in dienst van de zelfemancipatie van de arbeidersklasse.

Vanaf begin jaren zestig was hij actief als lid van de International Socialists, de voorloper van de Socialist Workers Party (SWP), de zusterorganisatie van de IS. Hij werkte twintig jaar lang als hoofdredacteur van de wekelijkse krant Socialist Worker en de afgelopen jaren als hoofdredacteur van het theoretische kwartaalblad International Socialism Journal. Zijn kracht was de eenheid tussen theorie en praktijk. Revolutie was in zijn ogen een praktisch, een realiseerbaar project dat een diep begrip van strategie en tactiek vereist. Daarom schreef hij met het doel activisten –arbeiders en studenten- te bewapenen met argumenten. Marxisten die onnodig moeilijk taalgebruik hanteerden, kregen er van hem genadeloos van langs. In debatten draaide het voor hem altijd om een belangrijk vraagstuk: wat betekent dit voor de strijd van socialisten in het hier en nu? Marxisme was niet bedoeld voor de ivoren torens, maar als praktisch handvat voor de dagelijkse strijd.

Niemand zal beweren dat hij makkelijk in de omgang was. Namen van mensen kon hij maar moeilijk onthouden, iets waar hij zich bij voorbaat voor excuseerde, en hij maakte soms een verstrooide indruk. Maar je moet een boek niet op haar kaft beoordelen. Ik heb zelf jaren terug het genoegen gehad om tijdens het Wereld Sociaal Forum (WSF) in Venezuela een week een hotelkamer met Harman te delen. In tegenstelling tot mijn vooroordelen over deze wat ogenschijnlijk norse man die briljante boeken schreef, was hij bijzonder sympathiek en hartelijk. Met al het geduld van de wereld werden mijn beginnersvragen beantwoord.

Harman had een aanstekelijk enthousiasme over de ontwikkelingen in Latijns-Amerika, maar hamerde er op dat de populaire leus ‘El poder del pueblo’ (volksmacht) niet scherp genoeg was. ‘Socialisme is arbeidersmacht’ was zijn leus bij de ochtendlijke krantverkoop die we bij de ingang van het WSF organiseerden. Hetgeen me het meest aan de gesprekken met hem is bijgebleven, is een diep vertrouwen in de veerkracht en inventiviteit van arbeidersstrijd. Dat was zijn rots in de branding en hij kon dat als geen ander overbrengen op anderen.

Pilaar van de IS-traditie

Harmans werk werd in linkse kringen zeer gewaardeerd. Zijn boeken zijn zelfs in het Farsi, Arabisch en Spaans vertaald. Maar vermoedelijk zal pas na zijn overlijden de schat van zijn publicaties de erkenning en het lezerspubliek krijgen, die het verdient. In de eerste plaats gaat dat om zijn grootste werk, ‘A People’s History of the World’, een totaalanalyse van de menselijke ontwikkeling, van het ontstaan van homo sapiens tot de wereldwaanzin van het mondiale kapitalisme.

De kracht van het boek zit in de methode. Van begin tot eind houdt Harman vast aan het centrale inzicht van het historisch materialisme: dat uiteindelijk de geschiedenis voortkomt uit de manier waarop mensen in hun behoeften voorzien; dat elke vooruitgang in de effectiviteit van deze productie de sociale verhoudingen tussen mensen, en daarmee het ideologische en politieke klimaat veranderde; dat als klassen die verbonden zijn met een bepaalde manier van produceren eenmaal aan de macht zijn gekomen, conservatief worden en een rem vormen op de verdere ontwikkeling van de productiekrachten; en dat revolutionaire doorbraken in de menselijke geschiedenis altijd zijn geforceerd door klassenstrijd. Het boek is een onmisbaar handvat voor iemand die grip wil krijgen op de grote patronen in de menselijke geschiedenis.

Harmans theoretische bijdrage aan de traditie van de International Socialist Tendency (IST) kan niet overschat worden. Het moeilijkste vraagstuk waar een socialist tijdens de Koude Oorlog mee moest worstelen, was de houding ten opzichte van het ‘reëel bestaande socialisme’ van het Sovjet-blok. De IST onderscheidde zich van andere marxistische stromingen door de USSR en haar satelietstaten te karakteriseren als ‘staatskapitalistisch’, dus economieën die vergelijkbare wetmatigheden kenden als het zogenaamd vrije-marktkapitalisme uit het Westen.

De politieke strategie van de IST uit die periode, ‘noch Washington, noch Moskou, maar arbeidersmacht’, vloeide uit deze analyse voort. Harman heeft met zijn boek ‘Class Struggles in Eastern Europe’ een hele belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van deze theorie en een generatie socialisten bewapend met argumenten tegen zowel het Stalinisme, als tegen het pro-Westerse alternatief. De theorie van staatskapitalisme is nog steeds actueel omdat het in de kern gaat over het verschil tussen kapitalisme en socialisme. Harmans laatste artikel gaat precies daarover.

Een andere belangrijke theoretische bijdrage deed hij in de vorm van het lange artikel over de politieke islam, getiteld: ‘De profeet en het proletariaat’ (1994). Daarin argumenteerde Harman tegen de soort simplistische ideeën waarmee Westerse oorlogen in het Midden Oosten altijd zijn gerechtvaardigd. Niet door de politieke islam als progressief te bestempelen, maar om de sociale tegenstellingen in deze bewegingen bloot te leggen en te laten zien dat de opkomst van de politieke islam een relatief recente ontwikkeling is, die als reactie volgde op de Westerse veroveringen in het Midden Oosten.

Na de aanslagen van 11 september werd dit artikel extra belangrijk. Er heerste binnen links grote verwarring over de politieke islam. Grote delen capituleerden onder de druk van de ‘oorlog tegen terreur’ en weigerden in verzet te komen tegen de islamofobe hetze die in haar kielzog opkwam. De islam werd gelijkgesteld met ‘fundamentalisme’ en zelfs het nieuwe fascisme. Steunend op Harmans inzichten waren de Internationale Socialisten in staat om een belangrijke rol te spelen in het opbouwen van het verzet tegen oorlog, racisme en onderdrukking.

Dan is er nog Harmans bijdrage aan de marxistische economie. Deze varieerde van zwaar theoretische polemieken waarin hij de finesses van de marxistische analyse beargumenteerden, tot hele toegankelijke artikelen en boekjes waarmee een nieuwe generatie marxisten opgroeide. Zijn ‘Economics of the Madhouse’ blijft de beste kennismaking met dit onderwerp.

Afgelopen zomer verscheen zijn laatste boek,Zombie Capitalism, dat een decennium aan onderzoek over de dynamiek van het moderne kapitalisme bundelt. Het boek combineert een heldere conceptuele basis met een gedetailleerde analyse van hoe de moderne staat en de kapitalistische economieën op elkaar inwerken. Dit was een van Harmans sterkste punten en in zekere zin genoot hij het afgelopen jaar zichtbaar van de economische crisis. Uiteraard niet om het leed dat deze veroorzaakt, maar wel omdat het de sterkste rechtvaardiging is van wat hij zijn leven lang beargumenteerde: dat dit een irrationeel en naar crisis-geneigd systeem is, dat nodig aan vervanging toe is.

Het is een symbolisch eerbetoon aan zijn leven dat Harman niet in zijn woonplaats Londen, maar in Egypte is overleden. Hij sprak daar op de socialistische conferentie van een kleine, maar snel groeiende revolutionaire organisatie die de afgelopen jaren een belangrijke rol heeft gespeeld in een heropleving van klassenstrijd. Als internationalist in hart en nieren leefde hij voor dit soort momenten.

Harman was fit en in de kracht van zijn leven. Hij had nog heel veel kunnen geven, maar het mocht niet zo zijn. Zijn heengaan laat een enorme leegte achter die we gezamenlijk zullen proberen te vullen. La lucha continua. Zoals Harman zelf vaak zei: ‘Don’t mourn – organise!’

Lees ook de In Memoriam van Alex Callinicos in de Socialist Worker.

Een deel van Harmans werk is te vinden op Die Roten en Marxists.org.

Zie voor video’s het Youtube kanaal van Ady Cousins.