China, Olympische Spelen en mensenrechten
niet aan de Olympische Spelen in China deel te nemen. De schending van mensenrechten door de Chinese staat vereist een stellingname, en de Chinese autoriteiten mogen niet wegkomen met een sportevenement dat een propagandashow voor hun bewind wordt.
Woordvoerders van de Chinese regering reageren getergd. “De Chinese ambassadeur in Nederland vindt dat de huidige discussie over de mensenrechtensituatie in haar land de gevoelens van het Chinese volk kwetst.” Als ze met het Chinese volk de Chinese machthebbers bedoelt, heeft ze ongetwijfeld gelijk: geen dictator vindt het prettig als zijn misdaden aan de kaak worden gesteld.
Maar het Chinese volk kan niet vrijelijk aangeven of het al dan niet gekwetst is door wat dan ook. Mensen die hun mond open doen buiten de door partijdiscipline platgetreden paden, krijgen te maken met zware censuur, intimidatie en opsluiting – zoals die 500.000 mensen die volgens Amnesty in werkkampen opgesloten zitten. Het Chinese volk wordt in de allereerste plaats ‘gekwetst’ door de eigen machthebbers. Precies voor die misdadige situatie vraagt Van Muiswinkel terecht aandacht.
Politici en sport-officials reageren met eigen gekwetstheid. Sport en politiek moet je gescheiden zien, je mag van sporters niet verwachten dat die een politiek statement gaan doen door weg te blijven, bovendien is juist deelname goed voor de mensenrechten. Dat is de redenering, en hij is onzinnig. Topsport wordt gebruikt om het profiel van Nederland – en van de bedrijven die topsport sponsoren – te versterken. De Nederlandse Olympische sporters gaan voor rood, wit en blauw, en niet alleen voor medailles en plekken op het erepodium. Niet voor niets nemen bij belangrijke sportwedstrijden mensen als premier Balkenende zo graag plaats op de tribune. En hoeveel voetbalstadions zouden er zijn zonder de actieve medewerking van gemeentelijke en landelijke politiek?
Het miljoenenbudget dat elk kabinet voor topsport uittrekt – 3,3 miljoen dit jaar alleen voor beurzen voor topsport – laat zien dat sport een politieke functie heeft. Waarom is die band tussen sport en politiek vanzelfsprekend, waarom springen mensen op tilt als iemand voorstelt dat sporters voor mensenrechten, in plaats van vooral voor de zakelijke belangen van de sponsors van BV Nederland, opkomen? Kennelijk vindt de Nederlandse regering de 1,2 miljard Chinezen als consument van Nederlandse producten een stuk relevanter dan als mensen wier rechten niet vertrapt mogen worden.
Dan het argument dat juist deelname aan de Spelen de mensenrechten bevordert. Veel wijst op het tegendeel. Mensen die uit hun woningen verdreven worden om voor sportfaciliteiten te maken zijn een voorbeeld. Verder worden juist nu mensenrechtenactivisten scherp in de gaten gehouden: geen onwelgevallig woord mag het idyllische Olympische beeld verstoren. In de aanloop van de Spelen is er wellicht eventjes extra media-aandacht, zodat de machthebbers zich een beetje inhouden. Maar wie helpt de activisten straks, als de Spelen voorbij zijn, de persploegen naar huis, en de geheime dienst weer overal zijn werk kan doen?