China als handelspartner en concurrent

Zeventig procent van de kopieermachines en computermoederborden in de wereld komt uit China, evenals 55 procent van de dvd-spelers, 30 procent van de pc’s en 25 van de tv’s. Dit laat iets zien van de expansie van de Chinese economie, die de afgelopen vijftien jaar met meer dan tien procent per jaar gegroeid is.
12 augustus 2008

Door Angela Ettema

De bevolking heeft voor de groei een hoge prijs betaald, in de vorm van een grote toename van de ongelijkheid, zware repressie en enorme schade voor het milieu. De snelle opkomst van China wordt door Europese politici aangevoerd als reden waarom de afbraak van sociale rechten onvermijdelijk zou zijn. Door ons bang te maken met het spookbeeld van China proberen ze ons over te halen om een draconisch neoliberaal bezuinigingsbeleid te accepteren en zonder morren tot op 70-jarige leeftijd door te bikkelen. De opkomst van China is geen reden om ons te laten overtuigen van hun propaganda. Maar juist doordat de opkomst van China zo spectaculair is, heeft deze een impact.

Als de economische groei in China zo doorgaat, zou de productie tegen 2050 die van de VS overtreffen, tenzij een wereldwijde recessie een einde maakt aan deze groei. De VS zijn de belangrijkste markt voor goedkope producten uit Chinese fabrieken. Hierdoor beschikte China eind 2007 over 1,5 triljoen dollar aan buitenlandse reserves. Een deel van die reserves leent China weer aan de VS. In feite houden de VS de Chinese economie gaande door de import van Chinese goederen, terwijl China de VS voorziet van de benodigde dollars om te blijven consumeren.

Maar hoe sneller China groeit, hoe meer het in conflict komt met de VS, ook in andere delen van de wereld. Zo gaat de helft van China’s buitenlandse investeringen nu naar Latijns-Amerika, dat de VS traditioneel hebben beschouwd als hun achtertuin. In Afrika concurreren China en de VS rechtstreeks om olie en andere grondstoffen.

Deze concurrentiestrijd heeft ook een militaire kant: dankzij zijn snelle economische expansie heeft China de middelen om een regionale macht te worden, en op termijn zelfs een wereldmacht. Daarom zien de VS China als een bedreiging. Een document uit 2006 van het Pentagon stelt: ‘Van alle grote en opkomende machten heeft China het grootste potentieel om militair met de VS te concurreren en storende militaire technologieën te ontwikkelen die op termijn de traditionele militaire voordelen van de VS kunnen bedreigen.’

Deze situatie heeft geleid tot spanning tussen de VS en China. Al in de jaren negentig waren er incidenten over Taiwan en eilanden in de Zuid-Chinese Zee, waarbij beide landen hun spierballen lieten zien. Het Pentagon haalde onlangs een van zijn eigen beschadigde satellieten neer als teken van zijn ambities om de ruimte te beheersen en als waarschuwing aan het adres van China. Dat land ziet naast de Amerikaanse wapenleveranties aan Taiwan vooral de plannen voor een raketschild als een bedreiging.

De stijging van China’s militaire uitgaven sinds 1991 wordt door het Sipri, een gezaghebbend onderzoeksinstituut voor vredesvraagstukken, geschat op 275 tot 560 procent. De nadruk ligt hierbij op het aanschaffen van hightech materieel voor marine en luchtmacht, dat al is ingezet in potentiële conflictgebieden. De Amerikaanse regering heeft sancties toegepast tegen China vanwege ‘illegale wapenexporten’. Een lastige factor is dat Amerikaanse bedrijven China technologieën leveren die verder kunnen bijdragen aan de militaire expansie van dat land.

De onderlinge relatie zit dus vol tegenstellingen: China levert de VS goederen en leningen, maar is ook de grootste bedreiging van hun militaire macht. Bovendien is de situatie instabiel, met name door de wereldwijde financiële crisis. Economen hopen nu op een ‘ontkoppeling’ binnen het systeem. Dat houdt in dat de wereldeconomie ook bij een recessie in de VS blijft groeien, dankzij ‘opkomende markten’ als Brazilië, Rusland, India en China. Maar de VS maken nog steeds eenvijfde van de wereldeconomie uit. De wederzijdse economische afhankelijkheid van de VS en China maakt China daardoor bijzonder kwetsbaar nu de VS in economische problemen zitten.

Hoe de protestbewegingen zullen reageren als het land getroffen wordt door een recessie is nog maar de vraag. Een vakbondsadvocaat uit Peking zei onlangs: ‘Zolang de groei voortduurt, kan de regering de protesten waarschijnlijk onder controle houden. Maar als er een recessie komt, wordt dat heel moeilijk.’ De harde repressie maakt het Chinese arbeiders moeilijk zich te organiseren, maar ze lijken vastbesloten zich niet onbeperkt te laten uitbuiten. We moeten ons niet laten bang maken voor de ‘Chinese dreiging’ maar gewone Chinezen de solidariteit tonen die ze zo hard nodig hebben.

Dit artikel maakt deel uit van de China-special in de nieuwe Socialist