Burgemeester Marcouch helpt nazi’s een handje
Pegida had de actie aangekondigd in reactie op het besluit van burgemeester Ahmed Marcouch dat boa’s voortaan een hoofddoek, keppel of tulband kunnen dragen. Volgens de leider van Pegida, Edwin Wagensveld, zou dit een voorbeeld zijn van ‘islamisering’, een hedendaagse variant op het gevaar van ‘verjoodsing’ in de jaren dertig van de vorige eeuw. Tot driemaal toe stelden de autoriteiten de nazi in staat om ‘aan te leggen’.
ME’ers hielden islamitische tegenstanders op afstand en sloegen erop los. Dat Wagensveld er desondanks niet in slaagde de Koran te verbranden, is niet alleen het gevolg van zijn eigen amateurisme maar ook van het fysiek ingrijpen van omstanders. Na afloop stelde burgemeester Marcouch: ‘Ik begrijp het verdriet en de emotie die het verbranden van een heilig boek opwekt. Maar geweld is onacceptabel. Ideeën moet je met ideeën bestrijden.’ Maar wanneer neonazi’s boekverbrandingen organiseren, is dit nooit onschuldig. Vanaf 1933 verbrandden nazi’s in Duitsland boeken die niet strookten met hun eigen opvattingen.
Wagensveld krijgt nog geen handvol mensen op de been, maar politiek heeft hij de wind in de zeilen. In het politieke programma van de PVV staat dat de partij de Koran wil verbieden. Rechtsextremisten reageerden woedend op het ingrijpen van omstanders. De veroordeelde wapenhandelaar kondigde aan om op 23 maart opnieuw te komen. Hij rekent op de staat om dit mogelijk te maken.
Zijn provocaties staan in een langere fascistische traditie. Zo organiseerde de British Union of Fascists (BUF) in 1936 een mars door de Joodse wijk East End in Londen. De autoriteiten trommelden een leger politieagenten op om hen te beschermen. Desondanks blokkeerden Joodse bewoners en delen van links de BUF-mars. Links moet hieraan een voorbeeld nemen en samen met moslims optrekken tegen extreemrechts.
Eind februari liet burgemeester Marcouch weten dat er wat hem betreft een landelijk verbod komt op het verbranden van heilige boeken.