Britse activist spreekt op Dag van de Solidariteit over lessen studentenbeweging

Jamie Woodcock is student in Manchester. Als activist in het Education Activist Network (EAN) en lid van de Socialist Worker Student Society (SWSS) speelt hij een belangrijke rol in de militante studentenbeweging die Groot-Brittannië afgelopen maanden in zijn greep hield. Op zondag 20 februari is Jamie gastspreker op de Dag van de Solidariteit in Amsterdam. Che Brandes-Tuka sprak hem in de aanloop over de massale demonstraties en bezettingen, de rol van de studentenbonden en de politie, en de uitdagingen die de studenten voor de boeg hebben.
19 februari 2011

Wat zijn volgens jou de belangrijkste factoren voor de opkomst van de studentenbeweging?

De regering in Groot-Brittannië is begonnen met de lancering van een enorme aanval op de verzorgingsstaat. Universiteiten, die steeds meer aan de logica van de markt zijn onderworpen, voelen de scherpe rand van de bezuinigingen. De overheid heeft het collegegeld verhoogd van 3000 naar 9000 pond per jaar. Dit zal het hoger onderwijs onbetaalbaar maken voor veel studenten.

Universiteiten worden ook geherstructureerd tot het opleiden van hooggeschoolde werknemers in plaats van instellingen die als doel hebben kennis over te dragen. Overheidsfinanciering voor de Kunsten, Geesteswetenschappen en Sociale Wetenschappen is gekort met 100 procent. Van studenten wordt de EMA (Education Maintenance Allowance) afgepakt. Dit is een belangrijke bijdrage om de kosten te kunnen betalen van studeren, en waar veel studenten van afhankelijk zijn.

De nieuwe beweging functioneert als een kanalisering van de woede van veel mensen in de samenleving. Velen zien dat de studenten en scholieren de eerste groepen zijn die terug vechten, maar komende maanden zullen ook veel anderen worden aangevallen door dit rechtse kabinet.

Er zijn meerdere protesten geweest, die steeds massaler werden. Hoe werd de eerste demonstratie georganiseerd?

De demonstatie op 10 november in Londen werd gezamenlijk door de NUS (National Union of Students vergelijkbaar met de Landelijke Studentenbond LSVb) en de UCU (University and College Union, de vakbond voor docenten in het hoger onderwijs) opgezet. Dit betekende dat lokale studentenbonden en de UCU-afdelingen bussen financierden.

Bij Manchester University organiseerden we 14 bussen om studenten en medewerkers naar de demonstratie te sturen. De demo werd opgebouwd op de campus met posters, standjes en flyers. Het was hard werken, maar de steun van de NUS en UCU maakten het stukken makkelijker om dit op te bouwen.

Radicale studenten kregen de gelegenheid om te mobiliseren en netwerken te creëren. ‘Anti-cuts groups’ (groepen tegen de bezuinigingen) werden over het hele land gevormd, waarin brede lagen van studenten actief werden. Meer dan 50.000 mensen demonstreerden uiteindelijk in Londen die dag.

Wat was de betekenis van het zogenaamde Millbank Tower-incident?

Het bestormen van de Millbank Tower vond plaats na de demonstratie. Het was geen kleine minderheid van studenten, zoals de media claimden, het waren minstens 5000 studenten die het hoofdkwartier van de Tories, de Conservatieve Partij, omsingelden. De woede van de studenten kwam tot uiting terwijl er kampvuren werden gemaakt en het gebouw werd bezet. De media vielen de studenten aan door ze te bestempelen als gewelddadig, en drukten zelfs foto’s af van studenten, zodat de politie ze kon ondervragen.

Maar het geweld van de demonstranten valt in het niets vergeleken met het geweld van de staat. De aanval op de verzorgingsstaat die de meest kwetsbaren in de samenleving zal raken, de bommen die ze in het Midden-Oosten droppen, het systeem dat winst boven mensen laat gaan en miljoenen laat omkomen van de honger, dat is het echte geweld. De gebeurtenis bij de Millbank Tower signaleerde het begin van een militante studentenbeweging die bereid is om te terug te vechten. Tegelijk weten we ook dat gebroken glas uiteindelijk deze coalitie niet zal breken.

Hoe zie je de rol van de studentenvakbond?

De rol van de NUS is gecompliceerd geweest. De steun van de NUS heeft het mogelijk gemaakt om brede lagen van studenten te bereiken. Maar de NUS-voorzitter veroordeelde de studenten bij Millbank. Hij weigerde in eerste instantie de universiteitsbezettingen te steunen, maar gaf later door de druk van onderaf toe ‘ruggengraatloos’ te zijn geweest.

We hebben de aanpak gehanteerd waarbij we samenwerken met de NUS waar dat mogelijk is, en tegen hen ingaan wanneer dat nodig is. Hoewel er oproepen zijn om de NUS te verlaten, kunnen we al die studenten die nu voor het eerst politiek actief worden niet overlaten aan de problematische leiding van de bondsbestuurders.

Zijn er daarom onafhankelijke studentennetwerken zoals de Education Activist Network (EAN) en de National Campaign against Fees and Cuts (NCAFC)?

Inderdaad, en hun rol is erg belangrijk. Het werd voor deze organisaties mogelijk om landelijke actiedagen en demonstraties uit te roepen buiten de NUS om, waardoor we ook druk konden uitoefenen op de NUS. EAN is ook heel nuttig geweest om studenten en medewerkers, die beide aangevallen worden, bij elkaar te brengen. Eenheid is iets waar we voor vechten binnen de beweging. We staan gezamenlijk veel sterker, en studenten kunnen deze strijd ook niet in hun eentje winnen.

Is dat de rol van socialisten in de studentenbeweging?

Socialisten hebben een sleutelrol gespeeld in het opbouwen van de demonstraties en de dagen van actie. We hebben de taak om binnen de beweging te argumenteren voor de strategie en tactiek die er voor kan zorgen dat we winnen.

Het argument bijvoorbeeld dat de arbeidersklasse de sociale groep is die echte verandering kan bewerkstelligen is cruciaal. Studenten hebben geen economische macht om deze bezuinigingen te stoppen door middel van bijvoorbeeld een staking, maar we kunnen wel als een aanjager functioneren voor de strijd vanuit de rest van de samenleving.

We moeten ook beargumenteren dat de crisis niet veroorzaakt is door een stel gierige bankiers, maar door een systeem dat gedreven wordt door winst. Het hervormen van het kapitalisme zal het systeem niet stoppen om steeds weer in crisis verzeild te raken. Werkelijke verandering is niet mogelijk door middel van het parlement maar moet van onderaf komen. De enige manier is het kapitalistische systeem omver te werpen door middel van een socialistische revolutie.

Hoe verklaar je het geweld van de politie?

De politie is heel gewelddadig geweest op de protesten. Politie te paard voerde charges uit op vreedzame demonstranten. De politie heeft de demonstraties vaak ‘geketeld’. Dit is een intimidatietactiek waarbij politie linies om de demonstranten vormt en ze tegenhoudt om weg te gaan. Op de demonstratie van 9 december in Londen bijvoorbeeld werden studenten geketeld op een brug vlakbij het parlement, tot laat in de nacht in de vrieskou.

De ‘ketel’ wordt gekenmerkt door de dreiging en het gebruik van geweld. Een student werd zo hard geslagen dat hij een hersenschudding opliep, en daardoor met spoed geopereerd moest worden. Het werd hem in eerste instantie verboden om de ketel te verlaten. Medewerkers intervenieerde en hij werd uiteindelijk wel behandeld in het ziekenhuis, maar hij zou anders dood kunnen zijn geweest.

Het is in deze context dat er ook geweld is geweest vanuit de demonstranten. Maar de politie zou de studenten niet mogen weerhouden om te demonstreren, en ketelen is een vorm van collectief straffen.

Wat zijn de meest hoopgevende aspecten van de beweging?

De enorme energie en strijdbaarheid is aanmoedigend. Wanneer de collegegelden voor het eerst werden geïntroduceerd vochten studenten niet terug, het is deze keer echter duidelijk dat studenten het echt niet pikken en het voorbeeld laten zien. Er was twee jaar geleden ook een golf van universiteitsbezettingen na de aanval van Israel op Gaza. Maar de huidige golf van meer dan 40 bezettingen door het hele land heeft een veel duidelijkere klassenbasis, zoals dat ook terug kwam in uitgesproken leuzen als ‘Tory Scum!’ en ‘Make the bankers pay!’

De bezettingen hebben gefunctioneerd als een organisatorisch centrum voor de campagne waarbij studenten worden betrokken in activisme op de campus. Er zijn walk-outs geweest door het hele land. In Manchester leidden studenten een walk-out van 1200 studenten uit de universiteit. De diepe woede over de bezuinigingen heeft de campagne verder getrokken en radicaliseert een nieuwe generatie van activisten.

Wat is de rol van solidariteit?

Solidariteit heeft centraal gestaan. In Manchester ontvingen we bijvoorbeeld meer dan 3000 pond aan donaties van vakbonden om de bussen naar Londen te betalen voor 9 december. Dit heeft geholpen om verbanden te leggen tussen de studentenbeweging en arbeiders, die ook een harde aanval staat te wachten. Delegaties van studenten zijn ook naar vakbondsafdelingen gegaan. Dat heeft bijgedragen aan het verspreiden van de stemming van de studentenopstand en moedigt de arbeiders aan om ook actie te ondernemen.

Wat zijn de volgende stappen?

Er staat veel gepland voor de komende maanden. Hoewel de collegegeldverhogingen zijn aangenomen in het parlement, gebruiken wij de Franse leus: ‘Wat het parlement doorvoert, kunnen de straten ongedaan maken.’ Komende periode zullen meer demonstraties gaan plaatsvinden, voornamelijk als de overheid poogt verdere bezuinigingen door te voeren.

Ondertussen is de UCU een stemming gestart voor het organiseren van een staking. Het opbouwen van solidariteit voor de staking en het vertrouwen geven aan UCU-leden zal daarbij centraal staan voor ons. Het is erg waarschijnlijk dat we nog een golf aan bezettingen gaan zien, maar deze keer moeten we genoeg studenten mobiliseren om de universiteiten over het hele land plat te leggen.

Maakt de studentenbeweging kans om te winnen?

Zeker. De combinatie van stakingen en militante studentenprotesten kunnen serieus druk leggen op het universiteitsmanagement en de regering. We zullen ons daarbij moeten verzetten tegen de bezuinigingen die het management probeert op te leggen en eisen dat het management de collegegeldverhogingen niet implementeert.

Maar het is een breder gevecht. We bouwen ook mee voor de landelijke demonstratie van de TUC (landelijke vakfederatie vergelijkbaar met de FNV) op 26 maart. Deze demonstratie zal zowel vakbondsleden als studenten bij elkaar brengen. Dat brengt me terug bij wat ik eerder zei: we moeten erkennen dat studenten deze strijd niet alleen kunnen winnen. Om de bezuinigingen te stoppen moeten we de regering laten vallen.

Als de studentenopstand al in staat was om zo’n druk te zetten op de stemming in het parlement, dan kun je je voorstellen wat het potentieel is als de georganiseerde arbeidersklasse in beweging komt. Wat we daarom nodig hebben zijn massaal gecoördineerde stakingen. We roepen dan ook op voor een algemene staking in Groot-Brittannië om alle bezuinigingen van tafel te vegen.

Zie hier meer informatie over het programma van de Dag van de Solidariteit op zondag 20 februari