Brexit: het failliet van een politiek systeem

Jeremy Corbyn bij de aftrap van de verkiezingscampagne, 9 mei 2017 (foto: Sophie Brown).
De omvang van de crisis die de Britse heersende klasse zich op de hals heeft gehaald met Brexit wordt steeds duidelijker. Wat begon als een wanhopige en opportunistische gok van toenmalig premier David Cameron is inmiddels uitgegroeid tot een noodtoestand voor het hele Britse politieke systeem.
29 januari 2019

Het is de bedoeling dat het Verenigd Koninkrijk eind maart de EU definitief verlaat, maar de vraag is nog altijd op wat voor manier dat gaat gebeuren. De Brexit-deal van premier Theresa May is in het Lagerhuis weggestemd met 432 tegenover 202 stemmen. Een historische nederlaag. May overleefde daarna wel een motie van wantrouwen van Labourleider Jeremy Corbyn met een verschil van 19 stemmen. Nu moet May met een nieuw plan komen.

Labour vormt zelf nauwelijks een goed alternatief voor de chaos van de Tories. Intern is de partij onder de linkse Corbyn hevig verdeeld. Ondanks de steun die Corbyn vanuit de Labour-achterban kreeg bij de laatste verkiezingen, is het hem niet gelukt de rechterflank buitenspel te zetten. Deze rechterflank zet samen met andere liberalen Corbyn onder druk in de media. Zij willen dat hij zich uitspreekt voor de People’s Vote, een nieuw Brexit-referendum. Referenda uitroepen totdat je het gewenste resultaat hebt – voor de EU is dat geen onbekende tactiek.

Een andere strategie om uit deze patstelling te komen is het uitroepen van nieuwe verkiezingen, hetgeen waarschijnlijk was gebeurd als de motie van wantrouwen was gelukt. Maar gezien de positie van links binnen Labour is het de vraag of dat tot betere omstandigheden zal leiden. Corbyn doet in ieder geval zijn best om de redelijk arbitraire scheidslijnen tussen ‘Leave’ en ‘Remain’ te overstijgen: aan het begin van dit jaar riep Corbyn op tot eenheid van de arbeidersklasse. ‘De echte breuklijn is tussen “the many” – zij die het werk doen, voorspoed creëren en belasting betalen – en “the few” – zij die de regels bedenken, die de vruchten plukken en vaak belasting ontduiken.’ Dit is een broodnodige analyse in een tijd waarin Brexit vaak wordt aangehaald als afleiding van echte problemen.

Belang

De Britse arbeidersklasse heeft namelijk nauwelijks belang bij de burgerlijke ruzie over de EU. In linkse analyses van de situatie wordt dit nog wel eens vergeten. Aan de ene, meer liberale kant van links wordt de EU nog altijd gezien als een goedaardig instituut dat niet helemaal naar behoren functioneert.

Maar mensen die inzien dat de EU een club van de heersende klasse is, maken nog wel eens de vergissing dat ze een breuk onder leiding van rechts gelijkstellen aan een revolutionaire ontmanteling van de EU van onderaf.

Aanvankelijk was een groot deel van de Britse kapitalisten, bijvoorbeeld vertegenwoordigd door de Confederation of British Industry en verschillende instituties van de Britse staat, vóór het blijven in de EU. De stabiliteit van de EU had ook voor de internationale kapitalistische klasse de voorkeur. De push voor Brexit kwam vooral vanuit de rechtse middenklasse, de kleine ondernemers die voornamelijk op de interne markt georiënteerd zijn.

Hoewel de Tories zelf het Brexit-referendum hebben uitgeroepen, zien we ook binnen de Conservatieve Partij veel verdeeldheid over de weg vooruit. Deze verdeeldheid is te verklaren vanuit bovenstaande tegenstellingen tussen de grote kapitalisten, die stabiliteit en internationale verdragen verkiezen, en de kleinere kapitalisten, die beschermd willen worden tegen buitenlandse concurrentie. Nu blijkt dat de ‘soft Brexit’, met behoud van de kapitalistische voordelen van de EU, er waarschijnlijk niet gaat komen. Het is voor het eerst dat een lidstaat uit de EU vertrekt en de Europese Commissie lijkt daarom vastbesloten de Britten ten voorbeeld te stellen.

Uiteraard zijn ook werkende mensen verdeeld op dit onderwerp. Aan de ene kant heeft de racistische campagne rechtse mensen gesterkt in hun haat voor migranten. Racisme en nationalisme staan nog altijd aan de basis van veel anti-EU retoriek. Tegelijkertijd hebben veel mensen ook door waarom de EU niet aan hun kant staat, maar eerder aan de kant van hun bazen en de heersende klasse.

Tijdens de campagne koos Corbyn er echter voor om de liberale Remain-vleugel van Labour voorlopig te vriend te houden, waardoor er weinig ruimte was voor linkse argumenten tegen de EU. Deze zwakke opstelling zorgt er nu voor dat het lijkt alsof oppositie tegen de EU alleen kan voortkomen uit nationalistische overwegingen en niet uit antikapitalisme of internationalistische solidariteit.

Voor links in het Verenigd Koninkrijk blijft het dan ook de taak om te doen wat Corbyn heeft nagelaten: om, zelfs in deze omstandigheden, uit te blijven leggen wat er mis is met de Europese Unie. Corbyns analyse van ‘the many’ tegenover ‘the few’ zou dan ook breder getrokken moeten worden, zodat ‘the few’ in Brussel ook in het vizier komen. Corbyn heeft bovendien meerdere malen aangegeven dat Labour ‘niet verknocht’ is aan vrije arbeidsmigratie binnen de EU, waarin hij May dus volgt. Wil Corbyn echt leiding geven aan het verzet tegen de Tories, dan moeten dit soort principiële fouten achterwege blijven.