Bolivia op rand van burgeroorlog

De rijken hebben bruut geweld en racistische retoriek gelanceerd om de radicale hervormingen van Evo Morales te laten ontsporen.
17 september 2008

Evo Morales
Door Mike Gonzalez

Gemaskerde groepen jonge mannen vechten zich een weg naar binnen in regeringsgebouwen, verbranden documenten en vernietigen alles wat ze kunnen vinden. In de stad Santa Cruz laat Amelia Dimitri, een leider van de zogenaamde burgerbeweging, haarzelf filmen terwijl ze een ongewapende inheemse vrouw in elkaar slaat. Lokale politie en bijzondere troepen nemen een groep boeren uit El Porvenir in de provincie Pando onder vuur. Acht worden gedood en zeker vier keer zoveel raken gewond.

Maar het geweld haalt zelden het nieuws, omdat de radio- en televisiestations zijn overgenomen door degenen die het racistische geweld steunen dat de vijf rijke provincies in Oost-Bolivia overstroomd. Verslagen uit het gebied wijzen erop dat in deze provincies een ‘civiele coup’ heeft plaatsgevonden, zoals Evo Morales het noemt. De gevolgen van het conflict dat zich ontvouwt zullen in heel Latijns Amerika gevoeld worden.

Het geweld is de afgelopen maanden continu toegenomen en is in de afgelopen week geëscaleerd. Het is georganiseerd geweld, en de doelen zijn duidelijk. Toen Morales bijna twee jaar geleden werd gekozen beloofde zijn regering de nationalisatie van de olie- en gasvoorraden en de herverdeling van de rijkdom ten behoeve van de arme inheemse gemeenschappen in de hooglanden. De oostelijke provincies beschikken over de belangrijkste rijkdommen van Bolivia: olie, gas en de op export gerichte landbouw, vooral soya-productie.

De rijken in deze provincies eisen regionaal zelfbestuur. Maar dat is alleen maar een excuus voor de machtige landeigenaren, financiers en industriëlen om te breken met de regering-Morales in La Paz. Toen Morales een nieuwe, democratische grondwet voorstelde gebaseerd op de eisen van de massaorganisaties die hem aan de macht hebben gebracht, begon het verzet van de heersende klasse in de oostelijke provincies serieuze vormen aan te nemen.

Nadat ze eerst de voortgang rond de grondwet hadden geblokkeerd, organiseerden ze een aantal referenda voor autonomie van de vijf provincies. Gesteund door een diep en openlijk racistische campagne, geweld tegen politieke tegenstanders en met hulp van de Amerikaanse ambassadeur Philip Goldberg, behaalden ze een meerderheid voor afscheiding. De gouverneurs eisten onmiddellijk de controle op over de lokale hulpbronnen, weigerden olie- en gasopbrengsten aan de centrale overheid af te staan en richtten lokale politiediensten op.

De aanvallen op de regering verhevigden toen Morales, nadat hij op 10 augustus de steun van een meerderheid van de bevolking had gekregen in een referendum, aankondigde om begin december een volksraadpleging over de nieuwe grondwet uit te schrijven. Maar terwijl het geweld aangroeide door het optreden van neo-fascistische organisaties zoals de Santa Cruz Jeugd Actie (UJC), trad de regering-Morales voorzichtig op. Zelfs voor de referenda voor autonomie riepen mijnwerkers, boerenorganisaties en de machtige organisaties van de gemeenschappen in El Alto en La Paz op tot verzet – waaronder wegblokkades en massademonstraties.

De centrale regering riep op tot kalmte, en stopte op sommige plaatsen de protesten zelfs met geweld. Vreemd genoeg heeft de regering tot nu toe een zichtbare terughoudendheid aan de dag gelegd om met dezelfde daadkracht op te treden tegen het toenemende, systematische geweld in de oostelijke provincies. Maar inmiddels is duidelijk dat deze terughoudendheid de oppositie alleen maar heeft aangemoedigd. Evo Morales heeft vorige week de staat van beleg afgekondigd in de provincie Pando. Ook heeft hij de Amerikaanse ambassadeur het land uit gezet, die aan de vooravond van de huidige geweldsgolf een ontmoeting had met twee gouverneurs uit de opstandige provincies.

De mensen achter de huidige geweldsuitbarsting willen de olie- en gasvoorraden terugbrengen in private handen, en saboteren elke poging om de opbrengsten te gebruiken ten behoeve van de arme bevolking. De recente gebeurtenissen laten er geen twijfel over bestaan hoe hoog de inzet is, en hoe ver het grote geld en zijn bondgenoten willen gaan om de controle terug te winnen. Er is een reële kans dat het geweld tegen de armen en inheemsen verder zal escaleren.

Het heeft geen enkele zin om een beroep te doen op de rede van gemaskerde criminelen met honkbalknuppels. De massabewegingen in Bolivia hebben eerder laten zien dat hun kracht en doorzettingsvermogen genoeg was om repressieve en reactionaire regimes ten val te brengen. Het is tijd om die kracht opnieuw te mobiliseren.