Boerkaverbod is zondebokpolitiek

Vorige week heeft het kabinet voorgesteld een verbod op gezichtssluiers in te voeren. De maatregel zou nodig zijn om de dienstverlening te verbeteren en voor de veiligheid. In werkelijkheid fungeren gezichtssluiers als bliksemafleider voor de bezuinigingen.
3 juni 2015

Door Ewout van den Berg

Tien jaar geleden was het Wilders die een motie indiende om het dragen van gezichtssluiers in het openbaar te verbieden. Hij kreeg toen weinig steun. In het regeerakkoord van Rutte I werd het verbod al afgesproken, maar nadat de PVV de coalitie liet vallen, krabbelde het CDA terug. Nu is het PvdA-minister van Binnenlandse zaken Plasterk die deze wet heeft voorbereid en door het parlement mag loodsen.

Het ministerie stelt in een persbericht dat een verbod op ‘gezichtsbedekkende kleding’ nodig is omdat ‘goede dienstverlening en/of veiligheid gewaarborgd moet zijn’ in onderwijs- en zorginstellingen, overheidsgebouwen en het openbaar vervoer. Op papier gaat het hierbij om elke vorm van gezichtsbedekking, maar zoals ook de foto bij het persbericht laat zien, zijn vrouwen met een gezichtssluier het werkelijke doelwit.

De bezorgdheid over een groep van hoogstens een paar honderd vrouwen die een gezichtssluier draagt, wordt niet gedragen door de beroepsgroep voor wie deze wetgeving bedoeld is. Zo stelt huisarts Boon op de website van Medisch contact bijvoorbeeld:

‘Er is geen medisch bezwaar tegen het dragen van een boerka en deze wordt in de spreekkamer gewoonlijk afgedaan. Geen reden dus voor boete of anderszins. Ik adviseer boerkadragende vrouwen iedere medische melder voor het tuchtrecht en strafrecht te dagen. Medische zorg wordt zo belemmerd en deze drempel zou door de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) niet acceptabel geacht mogen worden.’

In een onderzoek naar de gezichtssluier concludeerde Annelies Moors van de UvA in 2009: ‘Het dragen van een gezichtssluier vormt nauwelijks een bedreiging voor de veiligheid. De vrouwen zelf lopen een groter risico om slachtoffer van dreiging met geweld te worden.’ Wel stelt ze dat een gezichtssluier kan leiden tot een ‘subjectief gevoel van onveiligheid’, maar het is juist islamofobe retoriek van politici en wetgeving zoals deze die dit gevoel versterken.

Zondebokpolitiek

Dat het kabinet toch zoveel tijd en energie heeft vrijgemaakt voor een wetsvoorstel dat een kleine groep vrouwen met een gezichtssluier verder isoleert, laat het racisme zien achter het verbod. Net zoals met de dagenlange koehandel over de mensenrechten van vluchtelingen (bed, bad en brood), bevestigt een verbod het idee dat gezichtssluiers een bedreiging voor de maatschappij vormen. De kans is klein dat het hierbij blijft. In Frankrijk is de hoofddoek verboden in openbare scholen. Dit verbod geldt ook voor moeders die meegaan met schoolreisjes. In België voerde een school het afgelopen jaar ook een verbod op lange rokken in.

Als het werkelijke criterium voor het verbod goede dienstverlening en veiligheid is, dan liggen andere maatregelen dan deze vrijheidsbeperking meer voor de hand. Het kabinet zou een begin moeten maken met het terugdraaien van de marktwerking en de bezuinigingen in de zorg. De dienstverlening zal een stuk beter worden wanneer de meer dan 30.000 ontslagen zorgwerkers weer aangenomen worden en verpleeghuizen opnieuw geopend worden. Als het werkelijk zou gaan over veiligheid in het openbaar vervoer, dan zou het kabinet dit gratis kunnen maken in plaats van telkens duurder. Dat het het hier niet over heeft, laat zien dat het verbod op gezichtssluiers door het kabinet wordt gebruikt als bliksemafleider voor het eigen beleid. Ouderwetse zondebokpolitiek dus.

Lees verder: Verbod op boerka en bivakmuts is aanval op ons allemaal