Boekrecensie: Marx, dialectiek en crisistheorie

Guglielmo Carchedi's meest recente boek, Behind the crisis, staat boordevol belangrijke inzichten. De lezer dient zich wel te bedenken dat het geen ‘Marxisme voor dummies’ is. Het boek vereist enige voorkennis, maar behandelt tal van interessante onderwerpen, waardoor veel lezers met verschillende interesses iets waardevols in dit boek kunnen ontdekken.
4 juni 2011

Door Joost Ploeger

Meteen bij het lezen van het voorwoord wordt het belang van dit boek duidelijk: er is een diepe mondiale crisis gaande, waarvan de wortels gezocht moeten worden in het economische systeem. Naast een economische crisis is dit tevens een overlappende milieu-, energie-, en voedselcrisis. In het kapitalisme wordt geproduceerd voor winst en daarom worden mens en natuur uitgebuit. Het werk van Marx vormt nog steeds de beste basis om crises te begrijpen. Daarom moeten we terug naar het werk van Marx en moeten we zijn werk voortzetten. De belangrijkste stelling van dit boek is dan ook: Om de neiging tot crises in dit systeem te begrijpen moeten we Marx’ eigen methode verder ontwikkelen.

Het eerste hoofdstuk begint met de methode. Voor iedereen die geïnteresseerd is in dialectiek is dit echt een aanrader. Marx heeft altijd gezegd graag nog eens een kort en bondig stuk te schrijven over zijn methode. Daar is het helaas nooit van gekomen. Ondanks dat Marx over zijn eigen methode heeft gezegd dat zij het omgekeerde is van die van Hegel, volgen veel huidige academische marxisten een interpretatie die gebaseerd is op het werk van de laatste. Volgens Carchedi mist deze interpretatie de ‘determinatie in laatste instantie’ van de productieverhoudingen, klassen en klassenstrijd, en tijd. Dit zijn essentiële elementen in de theorie van Marx die nodig zijn om de dynamiek van dit systeem te begrijpen.

In het tweede hoofdstuk komen de debatten aan de orde die de afgelopen 30 jaar gevoerd worden over de waardetheorie. Carchedi behoort tot een relatief kleine groep marxisten die consequent de waardetheorie van Marx heeft verdedigd tegen de aantijgingen dat zij inconsistent zou zijn. De waardetheorie van Marx is belangrijk, omdat zij winst verklaart met behulp van uitbuiting en laat zien dat het economische systeem naar crisis neigt. De strijd voor een menselijkere wereld (socialisme) is dus rationeel. Dit vormt de klasse-inhoud van de theorie en daarom is zij het theoretische ‘kompas’ van de arbeidersklasse (iedereen in loondienst of werkzoekend) in deze strijd.

De controverses die Carchedi behandelt zijn: arbeid als de enige bron van waarde, abstracte arbeid als meetbaar concept, de tendens van de daling van de gemiddelde winstvoet en het transformatiedebat. Deze theoretische debatten zijn enigszins obscuur en voor velen ontoegankelijk door de veelal wiskundige argumentaties. Carchedi haalt de focus af van de wiskunde en laat de beperkingen ervan zien met behulp van Marx’ eigen methode die Carchedi in hoofdstuk één heeft ontwikkeld. In het debat mist op dit moment de dialectiek en Carchedi daagt de anderen dan ook uit om hun stellingenoorlog op te geven en te laten zien hoe hun theorieën passen binnen een bredere theorie van radicale sociale verandering. Het hoofdstuk eindigt met een kritiek op de neoliberale theorie.

Carchedi bespreekt in het derde hoofdstuk verschillende crisistheorieën om ze één voor één, te ontkrachten. De behandelde verklaringen van de crisis: de crisis als een financiële crisis, onderconsumptie (lonen zijn te laag), ‘profit-squeeze’ theorie (lonen zijn te hoog), en een dalende productiviteit. Carchedi laat zien dat deze theorieën de crisis niet kunnen verklaren en dat zij niet overeenkomen met de praktijk. Bovendien kijkt Carchedi ook naar de klasse-inhoud en laat hij zien dat voor de eerste drie geldt dat bij de juiste (loon)politiek crises vermijdbaar zouden zijn en dat de strijd voor een radicale sociale verandering dus irrationeel is. Als deze theorieën weerlegd zijn, komt Carchedi met zijn eigen theorie, gebaseerd op de tendens van de daling van de gemiddelde winstvoet door technologische ontwikkeling. Hij maakt deze verklaring vervolgens aannemelijk met behulp van historisch materiaal. Carchedi eindigt dit hoofdstuk met het onvermogen van keynesiaanse politiek om crises te voorkomen. Dit hoofdstuk is een absolute must voor iedereen geïnteresseerd in crisistheorieën.

Carchedi is op zijn best in het vierde hoofdstuk. Het is het meest originele deel van het boek en beoogt niets minder dan te onderzoeken hoe de objectieve werking van de economie subjectief doorwerkt. Het is in dit hoofdstuk dat Carchedi zijn theorie van de productie van kennis presenteert die consistent is met het werk van Marx en die geschikt is voor de huidige wereld en voor een theorie van een radicale sociale verandering. Al doende prikt hij en passant de mythen van een ‘dienstensamenleving’ en ‘informatiesamenleving’ door. Dit hoofdstuk is interessant voor iedereen die zich bezig houdt met waardetheorie (wanneer is de productie van kennis tegelijk de productie van waarde) en voor iedereen die zich bezig houdt met de beroemde verhouding tussen basis en bovenbouw, en klassenbewustzijn. Carchedi laat zien dat ook de productie van kennis in de laatste instantie bepaald wordt door de productieverhoudingen en dat er niet zoiets bestaat als ‘neutrale’ kennis. Dit is tevens belangrijk voor een theorie van transitie naar een nieuwe maatschappij, gebaseerd op samenwerken, solidariteit en gelijkheid, en laat zien dat de arbeidersklasse haar eigen kennis moet ontwikkelen. Dit boek geeft belangrijke inzichten op welke fundamenten wij verder kunnen bouwen.

Omdat de schrijver in elk hoofdstuk de belangrijkste concepten die in een eerder hoofdstuk zijn ontwikkeld even kort herhaalt, kunnen de hoofdstukken los van elkaar gelezen worden. De hardcover uitgave is echter wel erg duur. Voor de geinteresseerden onder jullie betekent dat óf naar de bibliotheek óf even een half jaartje wachten op de paperback uitgave van Haymarket.

Guglielmo Carchedi, 2011, Behind the Crisis. Marx’s Dialectics of Value and Knowledge, Brill – € 99,-.