Bloed van WK Qatar ook aan Nederlandse handen

Op zondag 20 november begint het WK voetbal in Qatar. In de tien jaar sinds de toewijzing van het toernooi kwamen meer dan 6500 arbeidsmigranten om het leven. Een gedeelte hiervan bij infrastructurele projecten voor het WK. Bedrijven nemen paspoorten in en arbeiders kunnen niet vrijelijk terugkeren naar hun thuisland of wisselen van werkgever.

Het WK is voor Qatar een manier om haar bloedige imago op te vijzelen. De dictatuur gebruikte miljoenen euro’s om landen om te kopen het WK aan Qatar toe te wijzen. Samen met maffia-organisatie FIFA oefende het vervolgens druk uit op nationale voetbalcompetities om het kampioenschap voor het eerst niet in de zomer plaats te laten vinden. Tijdens het WK mogen journalisten niet praten met dwangarbeiders.

Ook de KNVB, die hoopt mee te profiteren van dit miljardencircus, doet er alles aan om kritische journalisten te weren. Journalist Danny Ghosen was niet welkom tijdens persconferenties en de organisatie zette zelfs bodyguards in om te voorkomen dat hij vragen kon stellen aan voetballers. Voor de FNV is het kennelijk überhaupt geen vraag of het Nederlandse elftal wel moet gaan. Zij kondigden aan samen met de KNVB de positie van arbeidsmigranten in Qatar te willen verbeteren na het WK. De KNVB steunt ook de eis van Amnesty voor een fonds voor arbeidsmigranten. Op deze manier helpen deze organisaties de voetbalbobo’s met hun PR-probleem.

Begin 2021 sprak een Kamermeerderheid zich uit tegen een regeringsafvaardiging in Qatar. Dat de regering nu heeft besloten alsnog te gaan, is geen verrassing gezien de manier waarop zij zelf ook de mensenrechten van vluchtelingen schendt.

Deze steun voor het regime in Qatar zou onder andere nodig zijn omdat de golfstaat vloeibaar gas naar Nederland exporteert. Om afhankelijkheid van de ene dictatuur te verminderen, is steun voor de ander kennelijk onontbeerlijk. Het is nog een lange weg om voetbal te bevrijden uit de handen van bobo’s en het bedrijfsleven.