Black Lives Matter: van opstand naar antwoorden
Aanleiding van de protesten was de moord op George Floyd, een zwarte man die op 25 mei overleed, nadat een agent langer dan acht minuten met een knie op zijn nek drukte. De andere aanwezige agenten grepen niet in en er werd geen medische zorg ingeschakeld.
De moord op George Floyd is de zoveelste dood als gevolg van racistisch politiegeweld in korte tijd. Zo werd Ahmaud Arbery op 23 februari in Georgia vermoord door een voormalig agent en zijn zoon. Het OM wilde in eerste instantie niet overgaan tot vervolging. Pas in mei werd er besloten om de verdachten te vervolgen. Op 13 maart werd Breonna Taylor na een inval in haar huis door de politie doodgeschoten.
De dood van George Floyd, Ahmaud Arbery en Breonna Taylor zijn geen incidenten, maar onderdeel van structureel racistisch politiegeweld. De combinatie van racisme en de slechte economische omstandigheden in zwarte gemeenschappen heeft in de afgelopen decennia vaak geleid tot grote protesten in de VS.
In 1965 kwam tijdens de Wattsrellen in Los Angeles de grote woede over het racistische politiegeweld en segregatie tot ontploffing. De zwarte gemeenschap was in Los Angeles enorm gegroeid, maar zwarte inwoners mochten zich niet vestigen in 95 procent van de woonwijken.
Ook de protesten in 1992 keerden zich tegen de slechte economische omstandigheden en het racistische geweld van de politie, dat destijds zichtbaarder werd dankzij nieuwszenders die bijvoorbeeld lieten zien hoe de weerloze zwarte Rodney King werd doodgeknuppeld door witte agenten.
In 2014 ontstonden massale protesten door televisiebeelden van de moord op Eric Garner, die vanwege het verkopen van sigaretten op straat met een nekklem werd gedood door de politie, en de dood van Michael Brown, die door een agent werd doodgeschoten. Uit deze woede is de Black Lives Matter-beweging ontstaan.
Kwetsbaar
De woede over de moord op George Floyd heeft deze beweging opnieuw op straat gebracht. Er bestaat ook veel woede over de precaire economische omstandigheden van zwarte mensen, die door armoede en ontoegankelijke gezondheidszorg harder worden geraakt door de gevolgen van Covid-19.
Lage inkomens en onzekere contracten zorgen er ook voor dat mensen ondanks het besmettingsrisico gedwongen worden naar hun werk te gaan. Daarbij komt dat deze mensen vaker werkzaam zijn in de dienstensector, zoals huishoudelijk hulp, onderwijs en openbaar vervoer, waar thuiswerken geen optie is en contact met mensen niet vermeden kan worden.
Door de virusuitbraak kampen de Verenigde Staten met een economische crisis, die al meer dan 40 miljoen mensen hun baan heeft gekost. De werkloosheid raakt mensen van kleur onevenredig hard, omdat zij vaker in die sectoren werken waar de eerste ontslagen vallen of minder uren worden uitbetaald.
Terwijl werkende mensen lijden onder de economische crisis en de pandemie, zien de rijken aan de top hun winsten groeien. De staat laat arbeiders aan hun lot over met een eenmalige vergoeding van 1200 dollar om door de maandenlange crisis heen te komen, terwijl het bedrijfsleven profiteert van in totaal 500 miljard aan giften en 35 miljard dollar aan belastingverlichtingen.
Steun
De woede over racisme en economische ongelijkheid uit zich al wekenlang in protesten en rellen. De steun vanuit georganiseerde arbeiders laat zien dat deze woede breed gedragen wordt. In New York en Minneapolis weigerden buschauffeurs om arrestanten te vervoeren naar politiebureaus en zij werden hierin gesteund door hun vakbond. Ze zagen deze zet als misbruik van publieke dienstverlening.
Havenarbeiders in 29 havens aan de Amerikaanse westkust legden een dag lang het werk neer in solidariteit met Black Lives Matter. Onderwijsvakbonden eisen onder andere minder samenwerking tussen politie en scholen. Brandweerlieden en zorgwerkers door het hele land doen in werktenue mee met de Black Lives Matter-protesten.
De massale protesten en onder linge solidariteit laten zien dat verandering mogelijk is. De strafeis in de zaak van George Floyd werd verzwaard van dood door schuld naar doodslag, en de andere betrokken agenten zijn ook aangeklaagd voor medeplichtigheid. Dit is een overwinning, aangezien in het verleden agenten die de fout in gingen meestal werden vrijgesproken of hoogstens een schorsing kregen.
De protesten hebben invloed op het bewustzijn van het bredere publiek over de rol van de politie. Veel demonstranten ondervinden zware repressie en in de media is te zien hoe excessief politiegeweld op grote schaal wordt ingezet tegen vreedzame demonstranten. Hierdoor vindt ‘Defund the Police’, de eis van de demonstranten om geen budget meer voor de politie vrij te maken, steeds meer steun.
Op die manier vindt de opstand tegen racistisch politiegeweld ook weerklank in de arbeidersstrijd, aan de ene kant omdat de politie vaak optreedt als stakingsbreker, aan de andere kant omdat het vrijgekomen budget geïnvesteerd kan worden in onderwijs, zorg, wonen en maatschappelijk werk. De miljarden die nu naar de politie gaan, kunnen volgens de demonstranten effectiever worden ingezet. Taken van de politie kunnen dan worden overgedragen aan welzijnswerkers en politie zou ongewapend moeten zijn bij het afhandelen van burenruzies of verkeersovertredingen.
Autonome Zone
In Seattle hebben de demonstranten delen van de stad ingenomen en tot autonome zone verklaard (deze werd afgelopen woensdag ontruimd, red.). De Capitol Hill Autonomous Zone vormt een gemeenschap die draait op basis van vrijwillige inzet en waarin politie niet is toegestaan. Of dergelijke initiatieven op de lange termijn houdbaar zijn in een kapitalistisch systeem is nog maar de vraag, maar het laat zien dat mensen op zoek zijn naar oplossingen zonder politie.
Overal in de VS zijn bijna elke dag protesten. Over de hele wereld worden solidariteitsprotesten georganiseerd. De oproep om de politie fundamenteel te hervormen is nog nooit zo groot geweest. Maar de demonstraties worden beantwoord met agenten die met knuppels inslaan op demonstranten en op korte afstand rubberen kogels en traangas afvuren. Trump overwoog zelfs de National Guard en het leger in te zetten tegen demonstranten.
De Democratische presidentskandidaat Joe Biden is geen goed alternatief voor Trump. Voor hem is de Black Lives Matter-beweging een groot probleem: hij heeft altijd achter de politie gestaan en is medeverantwoordelijk voor wetgeving die het racistische gevangenissysteem heeft helpen opbouwen.
Ondanks de massale steun voor antiracisme en de strijd tegen de economische ongelijkheid, willen politiek rechts en de staat terugslaan. Dit betekent voor de Black Lives Matter-beweging op dit moment dat hun protesten geen gehoor vinden in de parlementaire politiek, wat de beperkingen van het tweepartijenstelsel duidelijk maakt.
De beweging heeft het momentum opgebouwd om haar eisen breder te kunnen trekken naar racisme op de arbeidsmarkt, de woningmarkt, het gevangenissysteem en het onderwijs. Ook wordt racisme tegen andere bevolkingsgroepen, zoals moslims en inheemse Amerikanen, bestreden. De economische eisen die nu al in de protesten naar voren worden gebracht, creëren de ruimte om druk op te bouwen om de rijkste 1% te laten betalen voor de gevolgen van de pandemie en de economische crisis.