Bijstandsgerechtigden zijn slachtoffer staatsterreur

Het kabinet wil alle bijstandsgerechtigden per 1 juli 2014 verplichten om een ‘tegenprestatie’ te leveren voor hun uitkering. Dit plan wordt niet alleen gesteund door de VVD en PVV, maar ook door de PvdA en GroenLinks. Op dit moment dwingt GroenLinks-wethouder Van Es 3100 Amsterdammers tot het verrichten van arbeid.
26 maart 2014

Door Thomas Hofland

Een uitkering is een vangnet voor wie niet aan werk komt. Het kabinet wil echter mensen zonder baan alsnog laten werken, maar dan zonder contract en zonder loon. Voor een bijstandsgerechtigde lost dit niets op – noch hun privéproblemen noch de massale werkloosheid zelf. Amsterdamse bijstandsgerechtigden moeten 32 uur per week dossierpagina’s tellen of schoenen poetsen.

Ze krijgen regels voorgeschreven als ‘op tijd komen’ en ‘lunchen met je collega’s’. De smoes dat dit ‘vaardigheden’ zijn die ze moeten aanleren, rechtvaardigt open terreur. Houdt iemand zich niet aan de absurde voorschriften, dan dreigt een fikse korting op de uitkering of zelfs stopzetting ervan. Daarom is het dwangarbeid.

Zo dreigde de Amsterdamse Dienst Werk en Inkomen 30 procent (282 euro) in te houden op de uitkering van een vrouw omdat zij niet samen met haar collega’s wilde lunchen. In een brief aan de vrouw schreef de dienst: ‘U wil (sic) zich niet aan een van de huisregels houden, namelijk het gezamenlijk eten in uw lunchpauze.’

Hoewel bijstandsgerechtigden straks 32 uur per week moeten werken, worden ze er niet voor betaald. Hun uitkering ligt onder de officiële armoedegrens. Zo krijgt een alleenstaande ouder die in de bijstand zit minimaal 926,47 euro per maand uitgekeerd, terwijl de armoedegrens voor een eenoudergezin 1390 euro is.

GroenLinks

Hoewel GroenLinks doet alsof zij tegen dwangarbeid is, voert zij dit beleid in Amsterdam keihard uit. GroenLinks-wethouder Van Es zegt dat bijstandsgerechtigden ‘niet iets terug dienen te doen enkel en alleen omdat zij een uitkering krijgen’, maar stelt wel 3100 Amsterdammers verplicht tewerk. Net als PvdA-staatssecretaris Klijnsma zegt zij dat dwangarbeid een ‘springplank is naar werk’.

In februari 2013 publiceerde de FNV het Zwartboek Werken in de Bijstand, gebaseerd op grootschalig onderzoek naar misstanden in de verplichte tewerkstelling. Daaruit blijkt dat veel volwaardige gemeentelijke banen worden omgezet in banen met behoud van uitkering, er voor dwangarbeiders geen uitzicht is op regulier werk, ze slecht behandeld worden en gemeenten hen gebruiken om geld te besparen. Toch vindt de vakbond dwangarbeid acceptabel, als het uitzicht biedt op een betaalde baan en niet langer duurt dan drie maanden.

Acties tegen en bijeenkomsten over de verplichte tewerkstelling worden georganiseerd door het ActieComité Dwangarbeid Nee. Het comité wil ‘af van het idee dat je een profiteur zou zijn als je in het sociale vangnet terechtkomt’.

Niet alleen bijstandsgerechtigden, maar ook veel nu nog reguliere werknemers zullen per 1 juli 2014 in de dwangarbeid terecht komen. Zowel gemeenten als bedrijven kunnen veel besparen door dwangarbeiders in dienst te nemen in plaats van reguliere werknemers. Voor hen zijn de 350.000 bijstandsgerechtigden in ons land een nieuwe bron van grof geld.