Bevochten erfenis van 1968

Dit blog besteedt met een lange serie aandacht aan de gebeurtenissen in 1968. Het was een jaar waarin veel mensen het gevoel kregen dat ze er toe deden, ook al werden ze gediscrimineerd en uitgesloten. Van onderaf kwamen er bewegingen op die verandering eisten en dat in sommige gevallen ook kregen.
28 mei 2008

Voorloper van 68: het huwelijk in Amsterdam

Door Karwan Fatah-Black

Hoewel in Nederland de beweging zwak was gebleven in vergelijking met het buitenland waren er ook hier velen die zich identificeerde met het het protest van toen. Dat de erfenis van ’68 nog steeds moet worden bevochten was goed terug te zien in een ‘herdenkingsbijeenkomst’ die het NRC Handelsblad, Anno en Geschiedenis Live organiseerden in De Balie in Amsterdam.

Een van de gasten was Bart Jan Spruyt. Hij is een rechtse activist die Wilders hielp bij het oprichten van zijn beweging, pogingen heeft ondernomen een breed front van Wilders, Pastors en Eerdmans op te zetten en politieke scholingen voor de PVV-Kamerleden verzorgde. Spruyt stelde dat men na de chaos van de jaren zestig nu op zoek is naar orde. Deze nieuwe orde zou een poging zijn om af te rekenen met de cultuur van doorgeschoten vrijheid die volgde op de jaren zestig. Alle huidige problemen, zoals de lage kwaliteit van het onderwijs of het breed gevoelde gebrek aan gemeenschap, zouden hiertoe terug te leiden zijn.

De reactie hierop van Jos van der Lans (GroenLinks) was tekenend voor het gebrek aan historisch besef en analyse binnen links. Hij kon niets anders doen dan onderuit zakken op zijn stoel, Spruyt gelijk geven en kinderachtige persoonlijke aanvallen doen op Pepijn Brandon (IS). Die herinnerde beide andere sprekers er echter aan dat de generatie van ’68 nooit aan de macht is geweest en dus niet de verantwoordelijkheid voor de huidige situatie in Nederland in de schoenen geschoven kan krijgen.

De afgelopen periode kenmerkte zich door een conservatief offensief waarin de verschillen tussen rijk en arm groter zijn geworden. De afbraak van sociale voorzieningen, de flexibilisering van arbeid, de onzekere financiële toekomst en de toegenomen concurrentie op de huizenmarkt hebben de solidariteit tussen gewone mensen aangetast. Het gevoel van doorgeschoten individualisme en een gebrek aan gemeenschap komt voort uit de nederlagen van de bewegingen van ’68. Geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaars. Rechts Nederland doet zij best ons te overtuigen dat ondanks dat het CDA en de VVD al sinds de jaren tachtig regeren, het een verzwakte en uitgeholde PvdA is die de macht heeft.

Zelfs al was het veertig jaar geleden, het idee dat gewone mensen hun recht opeisen zonder het eerst aan de hoge heren te vragen boezemt nog steeds angst in. De chaos van de markt en de waanzin van imperialisme roepen nog steeds de zelfde weerzin op als veertig jaar geleden. Er is dan ook grote behoefte aan een herleving van de bewegingen die vechten tegen groeiend racisme, de ‘war on terror’ en economische crisis. De nieuwe generatie heeft, zoals Pepijn het verwoorde ‘niet de goedkeuring nodig van de vorige generatie om in opstand te komen’.

Lees hier het ‘Manifest voor de generatie nu’, dat Pepijn Brandon schreef voor de bijeenkomst