Berta de Vriesbrug onthuld

Foto: Ron Blom
Op 4 oktober 2022 onthulden familieleden en belangstellenden de Berta de Vriesbrug, voorheen Brug 128, in de Westerstaat over de Lijnbaangracht. De brug is vernoemd naar ‘een prachtig voorbeeld, hoe arbeidersvrouwen kunnen zijn, een kracht die voor haar klasse een menselijke samenleving bevechten’.
6 oktober 2022

Luberta de Vries-de Hondt (1885-1959), maar vooral bekend als Berta de Vries, groeide op in de Amsterdamse Jordaan in een groot arbeidersgezin met een drankzuchtige vader. Zij miste de onderwijzersopleiding waarvoor het schoolhoofd haar geschikt achtte en moest al jong uit werken. Ze trouwde in 1903 met bootwerker Jacob de vries, werd geheelonthoudster en sloot zich in 1914 aan bij de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP). Die verliet ze in 1916 uit onvrede over de gematigde koers  en werd lid van de revolutionaire Sociaal-Democratische Partij, die vanaf 1918  als Communistische Partij Holland of Nederland door het leven ging.

Boegbeeld van de beweging

Als lid van het (vrouwen) Comité tegen de Duurte nam ze in 1917 deel aan het Amsterdamse Aardappeloproer. Ze organiseerde dat de aardappels voor ‘de juiste prijs’ werden betaald. Met een delegatie Amsterdamse vrouwen verdedigde ze het oproer bij minister F.E. Posthuma, die de actievoerders van ‘plunderingen’ beschuldigde. Voor deftige socialistes zoals Henriëtte Roland Holst en Heleen Ankersmit werd ze een boegbeeld van de ‘jonge arbeidersbeweging’. ‘Tante Lee’ Ankersmit noemde haar in het revolutionair-socialistische vrouwenblad De Voorbode ‘een prachtig voorbeeld, hoe arbeidersvrouwen kunnen zijn, een kracht die voor haar klasse een menselijke samenleving bevechten’.

Berta de Vries-de Hondt vervulde bestuursposten in de CPH, hield spreekbeurten, was kandidaat voor gemeenteraads- en Kamerverkiezingen en in 1931 afgevaardigde naar het achtste Wereldcongres van de Internationale Arbeidershulp (IAH) in Berlijn. Daar werd ze uitgenodigd voor een bezoek aan de Sovjet-Unie. Zij bezoekt Oezbekistan, Kazachstan en Turkmenistan. Teruggekeerd in Nederland spreekt zij op vergaderingen over haar boeiende en enerverende tochten, waarbij zij velerlei politiek-actieve mensen heeft ontmoet. Ze nam in 1934 deel aan het Jordaanoproer en was tot die tijd onder meer actief in de Revolutionair-Socialistische Vrouwenbond, in vrouwencomités voor steun aan stakende arbeiders en vissers, de Internationale Rode Hulp en het Wereldvrouwencomité tegen Oorlog en Fascisme.

Speeltuinwerk

Na 1934 legde Berta de Hondt zich vooral toe op jeugd- en buurtwerk, aanvankelijk binnen de CPH (ze organiseerde zomerkampen voor de communistische jeugdbeweging), maar later vooral buiten partijverband. Zo werd ze in 1936 gekozen in het dagelijks bestuur van het Amsterdams Speeltuinverbond (ASV), een koepel van 39 verenigingen met 29 buurtspeeltuinen waarvan in totaal elfduizend gezinnen lid waren.

Onder moeilijke omstandigheden werd het speeltuinwerk tijdens de bezetting voortgezet. Ze gold verder als bindende kracht in een familie waarvan veel mannen waren ondergedoken of gearresteerd. Toen tijdens de bevrijding meisjes als `moffenhoer’ werden mishandeld nam zij het voor hen op.

Onvrede met de partijlijn

In 1950 weerstond ze druk vanuit de CPN om dit ‘speeltuinwerk’ te politiseren. Ze had inmiddels de reputatie van een ‘maatschappelijk werkster zonder diploma, maar van nature’ en zette zich ook in voor de ontwikkeling van een Wijkcentrum-Jordaan.

De steun van de CPN voor de Sovjetinval in Hongarije in 1956 was een keerpunt. CPN’ers werden alom met de nek aangekeken en De Hondt trad af als penningmeester van het ASV. Hoewel ze in november nog ‘op de barricades stond’ om het CPN-partijkantoor tegen woedende landgenoten te verdedigen, werd ze door de partijleiding beschouwd als ‘te oud en te lastig’ om nog een rol te spelen. In 1958 werd ze vanwege `contributieachterstand’ geroyeerd.

Ze was bij de Kamerverkiezingen van 1959 kandidaat voor een groep CPN-dissidenten die zich later bij de Pacifistisch Socialistische Partij zouden aansluiten. Deze ‘Bruggroep’ kreeg geen zetel. Kort na de verkiezingen werd ze ziek.

Op 19 april 1959 overleed Berta de Hondt op 74-jarige leeftijd. Het blad van de Bruggroep herdacht haar als een vrouw die een ‘onwankelbare communistische beginselvastheid’ paarde aan ‘de grootst mogelijke soepelheid in de samenwerking met anderen’. Haar kleinzoon en biograaf Wouter Gortzak herinnerde zich haar als een onverschrokken vrouw die met haar blik wist te dwingen.

Zie ook het lemma over De Hondt in het vrouwenlexicon en haar biografie op de site van het IISG.

Update 11/10: een eerdere versie van dit artikel vermeldde dat onbekend is hoe De Vries haar rondreis in de Sovjet-Unie heeft ervaren. Dat is na contact met een van haar kleinkinderen aangevuld.