Beroepsverbod hijabi’s is racisme
Onder antiracisten werd dubbel gereageerd op de discussie op het beroepsverbod voor hijabi’s. Sommigen verwerpen de racistische maatregel, terwijl anderen erop wijzen dat de politie een onderdrukkend en racistisch instrument is en dat het toestaan van de hoofddoek om de ‘diversiteit’ te bevorderen dit zou helpen verhullen, maar niet zou veranderen.
Beide argumenten zijn juist. De politie is in wezen een onderdrukkend politiek instrument. Hun functie is het in stand houden van de bestaande machtsverhoudingen. Dat is hoe het komt dat racisme, seksisme en homohaat zo wijdverbreid zijn binnen de politie. Het is ook waarom politieagenten regelmatig zwarte en arme mensen om het leven brengen en ermee wegkomen en waarom de politie zo wit is.
De ‘neutraliteit’ van de politie is een typisch voorbeeld van ideologie: de kerntaak van de politie is het beschermen van de kapitalistische orde en dus de belangen van de allerrijksten. Zoals het eigenbelang van de rijken als ‘algemeen belang’ wordt verkocht, zo verkoopt de politie haar fundamentele partijdigheid als ‘neutraliteit’. Socialisten moeten nooit meegaan met deze ideologie, maar moeten die juist ontmaskeren.
Maar dat de politie niet neutraal is maakt een beroepsverbod voor hijabi’s niet minder racistisch en daarmee niet acceptabel. Dit verbod helpt om de racistische leugen te normaliseren dat moslims niet te vertrouwen zouden zijn.
Linkse en antiracistische activisten zouden zich daarom principieel tegen dit racistische beleid moeten uitspreken. Niet omdat we geloven dat de politie écht neutraal kan zijn, maar omdat we racisme altijd bestrijden.
De SP neemt het standpunt in dat de politie er ‘voor iedereen’ is en dat de hoofddoek daar dus niet bij past. Dat versterkt het valse idee van ‘neutraliteit’ van de politie en maakt moslims verdacht, en is daarmee een dubbele fout.