Bericht vanuit revolutionair Caïro
Door Dirk Wanrooij, vanuit Caïro
Met een groep activisten trok ik rond een uur of een, vlak na het middaggebed, richting Imbaba, een arme volkswijk op de westoever van de Nijl. In eerste instantie waren we met honderden, maar dit groeide al snel tot duizenden en uiteindelijk meer dan vijftienduizend. We baanden ons een weg door de nauwe straatjes, toegejuicht door mensen vanaf hun balkons en uit hun ramen.
Later hoorden we dat wij ons bevonden in slechts een van de vele demostraties in Imbaba. En zo was het overal, zelfs in de rijkere wijken ten noorden van Caïro gingen duizenden de straat op om het einde van het corrupte regime van Mubarak te eisen.
In de schaarse berichten die de Egyptische overheid sinds dinsdag naar buiten had gebracht, werd consequent gesproken over criminelen en aggressieve elementen, maar de manier waarop de demonstranten zich gedroegen was opmerkelijk. Ze vertelden me expliciet dat ze wilden laten zien dat het ze vreedzame intenties hadden. Mensen die op auto’s gingen staan om de boel te filmen werden aangespoord ervan af te komen, en ordediensten organiseerden zichzelf. Waar de organisatie aanvankelijk nog in handen was van geharde activisten, waren het gisteren de arme bewoners van Imbaba die al snel het heft in handen namen.
Gewone mensen, vol woede trokken vastbesloten richting het centrale plein van Caïro. De stemming was goed en, op de traangaswolken na, was de politie nergens te bekennen. Van tevoren was afgesproken dat verschillende demostraties vanaf verschillende lokaties zouden proberen het centrale plein te bereiken en het nabij gelegen televisiegebouw in handen te krijgen. Vanwege de beperkte communicatie mogelijkheden, internet, mobiele telefonie en de landlijn in het centrum lagen plat, was het moeilijk coördineren. Maar coordinatie bleek overbodig. Recht door zee leek het criterium en een overwinning op het gehate politieapparaat was het gevolg. Na uren van keiharde gevechten, vele gewonden en tientallen doden, trok de politie zich terug.
Ondanks een avondklok die vanaf zes uur zou gelden, hielden de protesten aan. Ongelofelijke taferelen speelden zich voor onze ogen af: individuen die ME busjes te lijf gingen met molotovcocktails en massa’s mensen die honderden ordetroepen terugdreven. Uitgebrande autowrakken lagen verspreid over de weg en naarmate de massa oprukte werden de resten van een veldslag zichbaar. Stenen, en stukken tegels lagen overal en lichamen van gewonden en doden werden uit de massa gedragen.
De brug over de Nijl waarop ik me bevond, was veranderd in een vrijhaven waar een ieder kon komen en gaan. Dit terwijl in de verte de schoten klonken van terugtrekkende veiligheidsdiensten.
Plotseling verschenen er legervoertuigen die met groot gejuich werden ontvangen. “Mubarak is weg”, werd er geroepen. Terwijl het hoofdkwartier van de partij van de president langzaam afbrandde, verscheen de president op de staatstelevisie. In een verklaring die blijk gaf van weinig tot geen inzicht in de situatie op de grond of de werklijke gerieven van de mensen, zei hij dat hij de regering zou ontbinden. Iedereen zal wijken, behalve hij. Een nieuw kabinet wordt vandaag benoemd, maar het is onwaarschijnlijk dat dit afdoende zal zijn. Het lijkt erop dat Mubarak niet kan aanblijven, maar hij beseft het nog niet.
Het volk regeert op straat. Het leger beschermt de gebouwen en houdt zich redelijk afzijdig. Maar de politie is nergens te bekennen. De grote wegen liggen nog altijd vol met puin en downtown Caïro is gehuld in rook. Nog altijd zijn het gewone mensen die samen met het leger het verkeer regelen en zorgen voor orde. Wat volgt weet niemand, maar de laatste uren van Mubarak lijken aanstaande…