Bankencrisis Cyprus toont failliet trojka
Door Jeroen van der Starre
De Cypriotische bankensector zit in diepe problemen. De banken zijn blut en hebben vijf keer zoveel krediet uitstaan als het bruto binnenlands product van Cyprus. Als er niet snel een oplossing komt dreigen ze niet alleen failliet te gaan, maar de hele Cypriotische economie in hun ondergang mee te slepen. Vandaar dat de regering bij de Europese Centrale Bank, het Internationaal Monetair Fonds en de Europese Commissie aanklopte voor hulp. Deze ‘trojka’ had eerder Griekenland, Spanje, Italië, Ierland en Portugal voorzien van noodhulp, in ruil voor vergaande bezuinigingen en afbraak van de verzorgingsstaat.
Nu wilde de trojka nog veel verder gaan. Onder leiding van PvdA-minister Dijsselbloem eiste de eurogroep dat een deel van de rekening voor de miljardensteun direct verhaald zou worden op de spaarders bij de banken: van tegoeden tot 100.000 euro zou 6,75 procent worden ingenomen, boven dat bedrag 9,9 procent.
Dit laat vooral zien tot wat voor agressieve maatregelen de crisismanagers bereid zijn om banken te redden: als privatiseringen, de afbraak van sociale zekerheid en het kapotbezuinigen van publieke diensten niet genoeg opleveren, is het blijkbaar een reële optie om spaarrekeningen van doodnormale mensen te plunderen.
Dit eerste plan stuitte onmiddellijk op felle kritiek vanuit verschillende hoeken: natuurlijk van rijke investeerders die het liefst niets betalen, maar ook van financiële dagbladen die vreesden dat dit een precedent zou scheppen en zou kunnen leiden tot bankruns in andere Europese landen. Maar vooral vreesden gewone Cyprioten een aanzienlijk deel van hun spaargeld kwijt te raken om een verrot financieel systeem te redden dat het hunne niet is.
Onder druk van enorme sociale onrust sneuvelde dit plan in het Cypriotische parlement, waar helemaal niemand voor het plan stemde, ook niet nadat het plan snel werd aangepast waardoor spaarders tot 20.000 euro zouden worden ontzien. Opvallend genoeg onthielden alle parlementsleden van de regeringspartij zich van stemming.
Sindsdien is de druk op Cyprus opgevoerd: de Europese Centrale Bank heeft gedreigd de op een na grootste bank – de Laiki Bank – niet te redden als er voor maandag geen akkoord ligt. Effectief betekent dit dat Cyprus helemaal failliet zou gaan en uit de Euro zal moeten stappen. Daarbij verlaagde Standard & Poorʼs gisteren de kredietrating naar Triple-C.
Vandaag stemt het Cypriotische parlement over een plan-B, dat evenveel geld moet opbrengen en dat – op een andere manier – opnieuw neerkomt op het afwentelen van de schuld op gewone Cyprioten. De schuld moet volgens dit plan worden overgenomen door een (nogal pervers) ʻsolidariteitsfondsʼ waar onder andere pensioenfondsen onder vallen. Op die manier zullen werkende en gepensioneerde Cyprioten moeten opdraaien voor de schuld van de banken.
Op het moment van schrijven is niet duidelijk hoe het parlement zal beslissen. Wat wel duidelijk is, is dat de problemen niet zomaar verholpen zijn – ook niet als er een akkoord komt en Cyprus (voorlopig) in de Euro blijft. Hoewel de Eurogroep gisteren in een verklaring zei dat spaargeld tot 100.000 euro gegarandeerd blijft, is hun geloofwaardigheid zeer klein. De gevreesde bankrun is al een feit, ook al kunnen rekeninghouders nu per dag maar 260 euro opnemen. Dit zal er hoogstwaarschijnlijk toe leiden dat er nog meer geld nodig zal zijn om de banken uit te kopen en het is goed mogelijk dat de paniek overslaat naar andere Eurolanden.
De situatie in Cyprus toont eens te meer aan dat de eurozonecrisis bij lange na niet is opgelost en dat de trojka bereid is om spaargeld te onteigenen om het bankwezen te herkapitaliseren. Maar het laat ook twee positieve dingen zien. Ten eerste dat de trojka niet oppermachtig is en hun plannen gedwarsboomd kunnen worden. Ten tweede laat het zien wat wél een oplossing voor de crisis kan zijn. Tot nu toe leiden alle reddingspogingen namelijk tot rampen. Het wordt tijd dat we de zaken omdraaien: de banken en ultrarijken onteigenen en gewone mensen herkapitaliseren.