Balkenende hoort in beklaagdenbankje in zaak ‘Savanna’
Door Jelle Klaas
De Jeugdzorg ligt enorm onder vuur in Nederland. Elke keer dat er iets flink verkeerd gaat in een gezin, wordt er naar deze instantie gewezen. Veel ouders wier kinderen uit huis zijn geplaatst, hebben een onverteerbare hekel aan bemoeizuchtige, bevoogdende voogden.
Ook ik heb af en toe veel moeite met de manier waarop de Jeugdzorg en haar voogden omgaan met problemen in het gezin. In Noord-Holland wordt bijvoorbeeld een groot gedeelte van de jeugdzorg uitgevoerd door het Leger des Heils, en ik heb wat moeite met hun manier van kijken naar ‘Het Gezin’. Fundamenteler nog is dat de jeugdzorg geen mogelijkheden heeft om bijvoorbeeld de sociaal-economische positie van ‘probleemgezinnen’ aan te kunnen pakken.
In de zaak tegen de gezinsvoogd van Savanna sta ik echter aan de kant van de Jeugdzorg, niet aan de kant van de staat die haar vervolgt. Met de intrede van de moraal- en fatsoenspolitiek van Jan Peter Balkenende werd ook de Jeugdzorg meer gericht op ‘het gezin als hoeksteen van de samenleving’. Van overheidswege werd erop aangestuurd om kinderen met problemen zo lang mogelijk in het gezin te houden.
Sinds de dood van Savanna en een aantal andere gevallen die de media gehaald hebben, is de tendens de andere kant op: ‘bij onraad uit huis plaatsen’, is nu het devies. De discussie in de media lijkt zich vooral hierop te concentreren. Het verweer van de jeugdvoogd in de zaak Savanna ging echter ergens anders over. Het ging over de veranderde positie van de gezinsvoogd door de afgelopen jaren van bezuinigingen.
Ik sprak in een jeugdzaak een gezinsvoogd die meer dan vijftien jongeren moest begeleiden. We gingen naar een belangrijke zitting over de uithuisplaatsing van een kind en de voogd gaf aan dat ze de cursus ‘de gezinsvoogd in de rechtszaal’ nog niet had gevolgd. Ze was dus in het geheel niet opgeleid voor de juridische procedure die voor een gezin en een kind zulke verstrekkende gevolgen heeft. Toch werd aan haar, vanwege de werkdruk van Jeugdzorg, deze belangrijke taak toevertrouwd.
Ook de voogd van Savanna voelde zich door Jeugzorg in de steek gelaten: ‘In die periode heb ik vijf verschillende leidinggevenden gehad. Soms was er niemand. Ik vroeg om een minder dikke portefeuille, maar het was niet mogelijk de ‘caseload’ te verminderen. Ik kreeg als antwoord dat ik dan aan andere zaken maar minder aandacht moest besteden.’
De directeur van de Jeugdzorg stelt dat niet de voogd, maar de Jeugdzorg als geheel in het beklaagdenbankje zou moeten zitten. Dit omdat het om een politieke aansprakelijkheid gaat, en niet om het werk van een individuele voogd. De regeringen onder Balkenende hebben het takenpakket van de jeugdvoogden enorm laten verzwaren. Daarnaast hebben ze keihard bezuinigd op het geheel van de jeugdzorg in Nederland.
Het is goed mogelijk dat in het geval-Savanna verwijten te maken zijn aan de gezinsvoogd. Maar zij is niet degene die ervoor verantwoordelijk is dat ze haar werk niet meer professioneel kon uitoefenen. Daarvoor is Balkenende verantwoordelijk. Het enige harde verwijt dat je de medewerkers van de Jeugdzorg kunt maken, is dat ze niet hebben gestaakt om de sloop van de zorg te stoppen. Maar dat verwijt treft ons allemaal.
Jelle Klaas is sociaal advocaat, en doet veel jeugdzaken.