Bakkers Primus leggen het werk neer

Afgelopen woensdag ging Socialisme.nu langs bij de bakkers van Primus. Al jaren hebben ze klachten over de werkdruk bij het bedrijf maar het bedrijf nam deze niet serieus. Daarom hebben ze op maandag het werk neergelegd. De actie is geïnitieerd door de bakkers zelf en ondersteund door FNV Bondgenoten.
24 oktober 2013

Door Roza Klinkenberg

Primus is een van de weinige fabrieken in de wereld die eetpapier produceert en het bedrijf krijgt veel internationale orders: Duitsland, Frankrijk, de Verenigde staten. Van het eetpapier worden bijvoorbeeld broodzegels, snoep en het papiertje onder de kokosmakroon gemaakt. Buiten het hek van de fabriek staat een groepje stakers in FNV-hesjes thee te drinken in een tent. Het waait hard en af en toe regent het. Aan het hek van de fabriek hebben ze FNV-vlaggen gehangen. Bij Primus werken in totaal ruim vijftig mensen waarvan twaalf mensen nu in staking zijn: alle bakkers van het bedrijf.

Twee jaar geleden voerde de baas de werkdruk van de bakkers nog meer op. Volgens de bakkers was het zo dat hoe meer winst het bedrijf maakte en hoe meer orders ze binnen kregen, hoe meer de werkdruk werd opgevoerd. De bakkers uitten hun ongenoegen over de werkomstandigheden maar hun klachten werden genegeerd. De bakkers bedachten dat meer mensen lid moesten worden van de vakbond en dat ze FNV Bondgenoten gingen benaderen om te bemiddelen in hun conflict met Primus. Na een jaar pogingen te hebben gedaan via de normale weg tot verbeteringen te komen, met gesprekken tussen de vakbond en de fabriekseigenaren, stelden de bakkers drie weken geleden met de vakbond een ultimatum. De eigenaren van Primus gaven geen gehoor en dus besloten de bakkers over te gaan tot een staking.

De eisen van de bakkers zijn als volgt: ten eerste willen ze onder de bakkers-CAO vallen. Tot nu toe leeft het bedrijf alleen de bakkers-CAO na als het hen uitkomt. Ten tweede moet de werkdruk omlaag: of er moet minder werk komen, of er moeten meer collega’s bij komen. Verder willen de bakkers graag elke twee jaar de mogelijkheid krijgen vier weken achter elkaar vakantie op te nemen. Ook willen de bakkers pauzes kunnen nemen als ze ’s nachts werken. Nu moeten ze vaak 8 uur werken met slechts een kwartier of helemaal geen pauze.

Bakker Hayat over de hoge werkdruk: ‘We moeten het werk van twee mensen doen. En door die werkdruk word je eerder ziek. En als je in de ziektewet zit word je nog zieker door al die telefoontjes van de baas die zegt dat je moet komen werken.’ Imre vult hem aan: ‘Als je geen extra werk wil doen word je bedreigd met ontslag. Er gebeuren ook rare dingen, zoals dat je staat ingepland voor een ochtendshift en dat je dan op je werk komt en er tegen je wordt gezegd: kom ’s avonds maar terug, er is nu geen werk.’

Er zijn ook nog een aantal kleine eisen die wel van groot belang kunnen zijn voor de bakkers. Zo mogen ze onder het werk hun telefoon niet gebruiken omdat dit zou afleiden van hun werk. ’ s Nachts zijn ze daarom van 23.45 tot 7.30 onbereikbaar omdat het kantoor van het bedrijf dan gesloten is. Ercan vertelt: ‘Mijn vrouw moest bevallen. Ze probeerde me te bellen maar kon me niet bereiken. Toen moest ze de buurvrouw vragen haar naar het ziekenhuis te brengen omdat ze mij niet kon bereiken.’

De bakkers hebben veel klachten over de behandeling van zieken. Zo had Serdar zijn arm gebroken. ‘In zeven jaar tijd had ik me nog niet één keer ziek gemeld. Toen ik mijn rechter arm had gebroken zei de bedrijfsarts: je rechter arm is gebroken maar je linker arm is nog heel dus je kan nog werken. Ik zat twee weken thuis en ik werd wel veertig keer gebeld of ik niet toch kon komen werken. Toen kwam er en toen was er geen werk dat ik kon doen met alleen mijn linker arm.’ Een andere zieke is Ercan, die een liesbreuk kreeg toen hij vier machines tegelijk moest bedienen, wat een te zware belasting was. Door de druk die wordt uitgeoefend op zieken durft hij niet naar de bedrijfsarts te gaan en werkt hij gewoon door. Wel heeft hij aangegeven dat hij door zijn liesbreuk minder zwaar werk kan doen omdat hij pijn heeft. De baas voert druk op hem uit zijn ziekenhuisafspraak om zijn liesbreuk te behandelen te verplaatsen zodat deze kan plaatsen vinden op een tijd die hem het beste uitkomt.

De stakers klagen ook veel over de respectloze behandeling van de baas. Mahmut: ‘Ik ben de BHV’er, de bedrijfshulpverlener. Op een keer viel een werknemer flauw. Hij had hyperventilatie. De directeur was er en liep zo langs de jongen die op grond lag. Hij vroeg niet wat er was. Wij hebben toen een ambulance gebeld. Wij hebben een respect-probleem.’

De staking heeft zich nog niet uitgebreid tot andere delen van het bedrijf. De mensen van de inpakafdeling moeten nu harder werken door de staking en mopperen over de actie. Metin denkt dat zij nog niet inzien dat ze niet alleen voor zichzelf staken maar voor het hele bedrijf. De stakers vinden het wel leuk om te zien dat de bazen, die zelf ook bakkers zijn van origine, hebben geprobeerd zelf de productie te draaien maar dat het hen niet lukt met dezelfde kwaliteit te bakken en evenveel machines tegelijk te bedienen. De kleine voorraad die er is, raakt volgens de bakkers op. Dat de bazen nu nog een deel van de productie kunnen draaien met de overige werkers laat zien dat de staking zich zal moeten uitbreiden naar de rest van het bedrijf om een overwinning te kunnen bereiken. Als de productie helemaal stil komt te liggen zal Primus wel een akkoord moeten sluiten met de bakkers.

De directeur van familiebedrijf Primus, Klaas Mol, komt aangereden. Hij vraagt de vakbondsorganiser Frank of de FNV-vlaggen weg kunnen, maar die weigert dat. De directeur zegt dat hij niet wil onderhandelen onder een ultimatum. Hij heeft de vakbond te kennen gegeven dat hij wil dat de bakkers weer gaan werken en dan pas te willen praten. De bakkers willen echter pas weer gaan bakken als er een akkoord ligt, zij hebben nog nooit eerder gemerkt dat Primus hun klachten serieus neemt. De stakers zeggen door te gaan tot dat ze hun eisen ingewilligd zien.