Bakker legt basis verdere afbraak
Door Pepijn Brandon
Het uitkleden van de ontslagbescherming, het thema waarvoor de Commissie-Bakker in eerste instantie was aangesteld, gaat in het eindrapport dat gisteren verscheen gedeeltelijk in de koelkast (maar zeker niet helemaal!). Het advies van Bakker: begin de aanval op een aantal andere terreinen, waarop de regeringspartijen het makkelijker eens kunnen worden.
Het rapport is ingekleed als mannier om meer mensen aan de slag te helpen. Maar de fictieve 600 duizend nieuwe banen zijn niets meer dan een worst om een serie verslechteringen aantrekkelijk te laten lijken. Terwijl de commissie puntsgewijs aangeeft waar aan de rechten van werknemers moet worden gesleuteld (langer doorwerken, afschaffing van de WW-uitkering), laat ze het ontstaan van die nieuwe arbeidsplaatsen over aan de werking van de markt en de welwillendheid van de bazen.
Alle plannen worden gerechtvaardigd door te wijzen op de vergrijzing. Al sinds het eerste kabinet-Balkenende wordt elke verslechtering op die manier onderbouwd, maar het spook van de vergrijzing is nog nooit zo groot en dreigend geweest als bij Bakker. De verzorgingsstaat zou bezwijken onder de druk van een steeds ouder wordende bevolking, waarvoor steeds minder werkenden de kosten zouden moeten dragen. Maar Bakker ‘vergeet’ voor het gemak dat steeds minder werkenden ook daadwerkelijk meer opbrengen. De toename van de arbeidsproductiviteit, en daarmee van de totale te verdelen rijkdom, gaat nog altijd veel sneller dan de vergrijzing. Er is geen enkele reden waarom in het rijke Nederland niet meer bejaarden van hun pensioen en een goede gezondheidszorg zouden kunnen gaan genieten.
Bovendien zullen de maatregelen die Bakker voorstelt er helemaal niet toe leiden dat structureel minder mensen werkloos raken. Ze zijn vooral bedoeld om de greep van de werkgevers op de arbeidsmarkt te vergroten. De pensioenleeftijd verhogen tot 67 jaar, mensen die een half jaar lang een uitkering hebben gehad via de gemeentes dwingen elk beschikbaar werk te aanvaarden, jongeren snel en gericht de arbeidsmarkt opsturen tegen minder loon: dat alles zal de concurrentie vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt vergroten. Dwang is daarbij het toverwoord, want ‘de tijd van vrijblijvendheid is voorbij’, aldus de commissie.
Maar voor de werkgevers is er vrijblijvendheid alom. Zij moeten ‘gestimuleerd’ worden om mensen aan het werk te houden. Daarmee is het advies van Bakker terug te voeren tot het kernpunt van de neoliberale lissabonagenda: de winstgevendheid van Europese bedrijven vergroten door de onderkant van de arbeidsmarkt open te breken. In plaats van stabiele werkgelegenheid zal het effect een harmonica-werking zijn: in periodes van groei kunnen de bazen putten uit grote poel van vrij beschikbare arbeidskrachten. En als de groei tegenvalt, kunnen ze net zo makkelijk weer van hun personeel af.
Niet vreemd dus, dat VNO-NCW het plan ‘aansprekend’ vindt. Het kabinet, inclusief de PvdA, ziet er een mogelijkheid in om de vastgelopen neoliberale ‘hervormingsagenda’ weer in gang te zetten. Grote delen van de oppositie, inclusief D66 en zelfs GroenLinks, zijn het met de liberale hoofdlijnen eens, maar vinden dat de maatregelen zelfs nog verder zouden moeten gaan. Wilders is ertegen omdat Bakker niet zegt dat alle problemen in Nederland door de buitenlanders komen. Maar in zijn eigen economische programma stelt hij vrijwel hetzelfde voor als Bakker. Alleen de SP hekelt het rapport als ‘een blauwdruk voor het ontmantelen van werknemersrechten’.
Daarmee is ook meteen duidelijk dat het geen zin heeft om naar de Tweede Kamer te kijken om de scherpe randjes van de voorstellen weg te slijpen. Net als de afwenteling van de aanval op het prepensioen van Balkenende en Zalm, de afwijzing van de Europese Grondwet en het omkeren van de privatiseringsgolf zal het antwoord ook nu vanuit werkende mensen zelf moeten komen. De conclusies van de Commissie Bakker zullen doorklinken in alle komende aanvallen vanuit het kabinet. We kunnen ons schrapzetten voor een nieuwe confrontatie.