Atoomakkoord: teken van Amerikaanse zwakte, goed voor Iraanse bevolking

Na een tien jaar durende impasse hebben Iran en zes wereldmachten een historisch akkoord gesloten, dat in Teheran door juichende menigten werd gevierd. Het akkoord verlost gewone Iraniërs van de schaduw van oorlog en de last van sancties. Maar het is ook een teken van de verzwakte positie van het Amerikaanse imperialisme in het Midden-Oosten en schept bovendien ruimte voor verzet in Iran.
20 juli 2015

Door Nima Soltanzadeh

Voor het akkoord hebben zowel de Iraanse staat als de westerse machten forse concessies gedaan. De Iraanse regering stemde erin toe het aantal centrifuges voor de verrijking van uranium te verminderen, haar voorraad verrijkt uranium te verminderen en 25 jaar intensieve inspecties toe te staan. Zelfs militaire installaties zullen toegankelijk zijn voor inspecteurs als die daar legitieme redenen voor aanvoeren. In het geval van onenigheid hierover tussen Iran en het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) wordt dit voorgelegd aan arbitragecommissie.

Van hun kant hebben de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland erkend dat Iran recht heeft op een kernprogramma. Ze gaan de sancties tegen de olie-industrie en de banken van Iran opheffen. De beperkingen op uraniumverrijking door Iran zullen na acht jaar worden opgeheven.

Vanwege deze concessies zal het akkoord op weerstand stuiten. In Iran zijn ultraconservatieven met belangen in het leger en staatsbedrijven bang om invloed te verliezen als hun verwrongen versie van anti-imperialisme wordt ondermijnd. De Israëlische premier Netanyahu noemde het akkoord ‘een vergissing van historische proporties’, terwijl haviken in Washington blijven aandringen op regime change omdat ze Iran beschouwen als obstakel voor de macht van Amerika in de regio.

Die mening wordt uiteraard gedeeld door het hele Amerikaanse establishment. Maar Obama legt zich neer bij de verzwakte machtspositie van Amerika in het Midden-Oosten en kiest voor indamming van Iran in plaats van de confrontatie te zoeken.

Imperialistische terugtocht

Na het verlies van hun bondgenoot, de sjah, in de Iraanse revolutie van 1979, beschouwden de VS de Islamitische Republiek als bedreiging voor hun hegemonie. Toen Saddam Hussein in september 1980 Iran aanviel, steunden de VS hem met militaire informatie en de aanval op de Iraanse marine na 1986. In de jaren 90 legde president Bill Clinton Iran sancties op. Toen de hervormingsgezinde president Khatami (1997-2005) probeerde nauwere banden met het Westen aan te knopen, plaatste president Bush Iran in de ‘as van het kwaad’. Hij bezette twee buurlanden van Iran, Afghanistan en Irak, en bedreigde Iran met regime change en oorlog.

Iran was omsingeld door Amerikaanse militairen. Het Iraanse leger maakte zich hevige zorgen over een mogelijke Amerikaanse invasie. Het kernprogramma van Iran moet vanuit deze achtergrond begrepen worden. Amerikaanse inlichtingendiensten en de IAEA bevestigen dat Iran geen kernwapenprogramma heeft. Het land streefde ernaar een kernmogendheid te worden om hier strategisch voordeel uit te halen. Dit heeft het land in de onderhandelingen gebruikt om een feitelijke veiligheidsgarantie te krijgen van het Westen.

Vanuit dit historisch perspectief komt het Amerikaanse imperialisme naar voren als de grootste verliezer in het Iran-akkoord. De grootste winnaars zijn de gewone Iraniërs. Hun economische problemen worden verminderd en ze krijgen nieuwe kansen om zich te verzetten tegen hun corrupte en repressieve leiders.

Kansen voor verzet

Politici en media in het Westen probeerden ons wijs te maken dat de economische sancties gericht waren tegen de Iraanse leiders. In feite gaven de sancties de leiders de gelegenheid om het leger te versterken, de repressie op te voeren en zaken te doen via de zwarte markt en overheidsinstellingen. Maar gewone Iraniërs verloren hun baan en betaalden de prijs voor de inflatie.

Het opheffen van de sancties zal de economische ellende verlichten, maar de problemen van corruptie en neoliberaal beleid niet oplossen. Het akkoord zal ook de macht van de conservatieven ondermijnen en nieuwe politieke kansen scheppen, maar verandering komt niet uit zichzelf. Arbeiders, studenten en activisten voor vrouwenrechten moeten de nieuwe kansen aangrijpen om collectief verzet op te bouwen. De afgelopen maanden hebben de protesten van leraren het voorbeeld gegeven. Solidariteit van buiten Iran is belangrijk. Een voorbeeld hiervan zijn de acties van vakbondsactivisten wereldwijd voor de vrijlating van de gearresteerde leider van de leraren, Esmail Abdi.

Dit is een vertaling van Socialist Worker.