Ashley Smith: ‘De polarisatie zal na deze verkiezingen nog intenser zijn’

Op 3 november zijn de verkiezingen voor de president van de Verenigde Staten. Max van Lingen sprak met de Amerikaanse socialist Ashley Smith over de context waarin deze verkiezingen plaatsvinden en de mogelijke gevolgen ervan.
12 oktober 2020

Wie gaat de verkiezingen winnen?

Voordat ik die vraag beantwoord, wil ik benadrukken dat de Verenigde Staten geen echte democratie is. De kandidaat met de meeste stemmen wint niet per se de verkiezingen. De uitslag wordt bepaald door het Kiescollege, een overblijfsel van het slavenhouderssysteem, waarbinnen voormalige slavenhoudersstaten een buitenproportioneel gewicht hebben. In de geschiedenis van de Verenigde Staten is het hierdoor geregeld voorgekomen dat de kandidaat die niet de meeste stemmen heeft de verkiezingen wint.

Dat is belangrijk om te weten omdat Biden in de peilingen een duidelijke voorsprong heeft van zeven tot tien procent als het gaat om het totaal aantal stemmen. In het Kiescollege is die voorsprong veel kleiner. Waarschijnlijk wint Biden wel, maar de situatie is erg onvoorspelbaar, vanwege het Kiescollege, maar ook vanwege de andere wendingen die de verkiezingen kunnen nemen.

Op de fundamentele dynamiek van de politiek in de Verenigde Staten zal de uitslag echter weinig invloed hebben. De groeiende polarisatie tussen extreemrechts en links, waarbij de gevestigde orde wanhopig probeert de boel bij elkaar te houden, zal blijven toenemen en na de verkiezingen nog intenser zijn.

Geldt dat zowel voor een overwinning van Trump als van Biden?

Ja. Het verloop ervan zal wel verschillend zijn. Als Trump wint, zal dat een bevestiging zijn van één van de meest extreemrechtse verkiezingscampagnes die we ooit hebben gezien. Rechts zal daarmee de wind in de zeilen krijgen. Links wordt dan geconfronteerd met een situatie waarin Trump nog steeds aan de macht is én waarin het tegelijkertijd straatgevechten zal moeten voeren met een extreemrechts dat zich sterk voelt en steeds beter georganiseerd en bewapend is.

Bij een overwinning van Biden zal Trump het resultaat van de verkiezingen betwisten en extreemrechts opzwepen. Extreemrechts is weliswaar onafhankelijk van hem, maar het is bereid om op straat samen te werken tegen de regering van Biden. In dat geval zal links direct na de verkiezingen worden gedwongen om Biden geen wittebroodsweken te geven en te vechten voor onze eigen eisen. Maar de uitdagingen voor links – het bestrijden van de kapitalistische orde én van extreemrechts – zullen hetzelfde zijn.

Trump is duidelijk een acuut gevaar. Het is dan verleidelijk om het mindere kwaad te steunen. Maar toen het team Obama-Biden aan de macht was groeide de klassenongelijkheid explosief en zijn de omstandigheden voor onderdrukte groepen – in het bijzonder immigranten en zwarte mensen – dramatisch verslechterd. Onder Obama-Biden zijn bijna vier miljoen ongedocumenteerden gedeporteerd en is de epidemie van politiegeweld op dramatische wijze geëscaleerd.

De verkiezing van Biden zal in zekere zin een klap zijn voor rechts. Maar rechts zal doorgaan, terwijl Biden het beleid van Obama voortzet. Daarvan zullen juist mensen van kleur, migranten, vrouwen en de LHBT-gemeenschap het slachtoffer zijn. We moeten de valse tegenstelling verwerpen. We kunnen het grotere kwaad niet met het mindere kwaad bestrijden. Dat geldt zeker voor Biden, wiens hele staat van dienst bestaat uit het sluiten van compromissen met het grotere kwaad.

Degene die gekozen wordt, krijgt te maken met de grootste schuldencrisis in de geschiedenis van de Verenigde Staten, terwijl we midden in een pandemie en een voortdurende recessie zitten. Dit zal hem niet in de richting van hervormingen duwen, maar in de richting van bezuinigingsmaatregelen en zondebok politiek.

Met een beweging die groot en radicaal genoeg is, kunnen we verandering afdwingen onder Biden én onder Trump. Het gaat er dus om sociale macht op te bouwen om rechts én de kapitalistische klasse op de knieën te dwingen op basis van mensen uit de arbeidersklasse en mensen uit de onderdrukte groepen.

De aanpak van Covid-19 door Trump stuitte op veel weerstand. Kan je iets zeggen over het verzet tegen zijn beleid op dit vlak?

De aanpak van Covid-19 is ronduit catastrofaal. We weten nu dat hij dat bewust heeft gedaan. Hij heeft dat toegegeven tegenover een journalist die het op tape heeft. Op de opnames noemt Trump het de ergste pandemie sinds de ‘Spaanse’ griep in 1918. Hij zegt in die opnames ook dat het virus via de lucht kan worden overgedragen en dat er heel veel mensen aan zullen sterven. Nu verdedigt hij deze uitspraken door op TV te zeggen dat hij het virus bagatelliseerde om te voorkomen dat mensen in paniek zouden raken.

Dat is het ergste wat je kan doen in een crisis. In een crisis moet je duidelijk zijn over de daadwerkelijke dreiging en rationele maatregelen nemen om te voorkomen dat mensen gevaar lopen. De reden dat hij deze keuze heeft gemaakt, is omdat hij zijn herverkiezing niet in gevaar wilde brengen. Daarom wilde hij zo snel mogelijk terugkeren naar de normale gang van zaken, zodat er weer geld verdiend kon worden.

Het gevolg hiervan is dat er 200.000 mensen zijn gestorven en dat de economische recessie in de Verenigde Staten veel groter is door de omvang van de pandemie hier. Hij heeft de maatschappij in een diepe crisis gestort. Op dit moment ligt de werkloosheid boven de tien procent en zijn er uitbraken van Covid-19 door het hele land.

Trump heeft een flinke aanhang van rechtse mensen die het met hem eens zijn wat betreft de ontkenning van de pandemie en wat betreft het roekeloze beleid dat de volksgezondheid in het hele land in gevaar brengt. Aan de andere kant zijn er heel veel mensen die enorm geschrokken zijn en die bereid zijn terug te vechten. Dat gebeurt vaak op een ongeorganiseerde manier.

In de slachthuizen, waar veel doden zijn gevallen, zijn wilde stakingen geweest. Het gaat daarbij vooral om zwarte mensen en latino mensen en in veel gevallen om ongedocumenteerden. Bij Amazon werd ook met stakingen gereageerd. Dit terwijl er nauwelijks sprake is van organisatie.

De meest uitgebreide strijd vindt plaats binnen het onderwijs. In veel van de grote steden zijn de scholen niet opnieuw open gegaan. In sommige gevallen was stakingsdreiging al genoeg. In Chicago kwam het dichtbij een daadwerkelijke staking. In New York agiteerde een organisatie van docenten tegen de heropening van scholen. Hierdoor werd de vakbond tegen hun zin gedwongen om met een staking te dreigen. Als gevolg hiervan werd de heropening van scholen uitgesteld.

Nu gaan de scholen in New York alsnog open. Ik maak me grote zorgen om de omstandigheden in de scholen daar. Het is zeer waarschijnlijk dat we daar een nieuwe uitbraak krijgen. De meeste radicale stakingsacties vinden echter plaats in het hoger onderwijs, specifiek bij de universiteit van Michigan. Daar zijn promovendi in staking gegaan tegen heropening en tegen de onveilige werkomstandigheden. Die staking is nu al bijna een volle week aan de gang. Iedereen in het hoger onderwijs kijkt naar deze staking. Het hoger onderwijs is een vrij ongeorganiseerde sector. Maar mensen denken er nu over na lid te worden van de vakbond en stakingsacties te organiseren.

Er hebben talloze stakingen plaatsgevonden. Maar de echte uitdaging is te organiseren om dit voort te kunnen zetten. Dat is onze taak als activisten en socialisten. Want we zullen nog lang te maken hebben met de pandemie. Daarnaast zullen we worden geconfronteerd met de gevolgen van de recessie en venijnige bezuinigingsmaatregelen. We zullen als klasse een heel serieus gevecht moeten voeren.

Hoe kan het dat Trump nog altijd veel steun heeft?

Dat is het product van veertig jaar neoliberale politiek. De levensomstandigheden in de Verenigde Staten zijn hierdoor voor veel mensen steeds slechter geworden. Sinds de economische crisis van 2008 en de recessie die daarop volgde, is dit proces in een stroomversnelling gekomen. De pandemie heeft die problemen en het gevoel van crisis alleen maar verder vergroot.

In een crisissituatie zijn er rechtse en linkse oplossingen. Trump heeft in de aanloop naar zijn verkiezing in 2016 en tijdens zijn presidentschap een rechts antwoord geformuleerd. Hij beschuldigt onderdrukte groepen en andere landen, waarmee hij een soort autoritair nationalisme aanjaagt. Er is vrij harde steun vanuit de kleinburgerij voor deze politiek. Daarnaast zijn er delen van de arbeidersklasse die alles kwijt zijn geraakt, die wanhopig op zoek zijn naar oplossingen. Doordat er geen oplossingen worden aangedragen vanuit links, worden deze mensen aangetrokken door rechts.

De politieke uitdaging is het vullen van dat vacuüm op links. Dat moet niet alleen op electoraal vlak gebeuren, maar ook door de opbouw van sociale bewegingen en klassenstrijd. Dat kan mensen aan de onderkant van de maatschappij samen brengen en een kapitalistisch systeem dat door crises wordt geteisterd tot hervormingen dwingen op de weg naar een meer diepgaande systeemverandering in socialistische richting.

Is het niet logischer om op Biden te stemmen én te organiseren?

Het gaat mij er niet om wat mensen op individuele basis in het stemhokje doen. Maar het is een collectieve keuze wanneer we het hebben over het gedrag van vakbonden of organisaties binnen sociale bewegingen. De historische valkuil voor deze organisaties is dat ze hun eigen strijd ondergeschikt maken aan de pogingen om het mindere kwaad de verkiezingen te laten winnen. Het betekent dat we onze tijd, onze energie en ons geld besteden aan campagnevoeren voor iets wat we niet willen, om iets te stoppen wat we verachten, en dat is een verkeerde besteding van onze middelen.

De afgelopen verkiezingen spendeerden de vakbonden – de grootste collectieve organisaties van de arbeidersklasse – volgens een conservatieve schatting minstens een kwart miljard aan de verkiezingscampagne van Hillary Clinton. Dat is geld wat gebruikt had kunnen worden om stakingen te financieren en demonstraties te organiseren.

Als het gaat om politiegeweld heeft de huidige opstand in een korte periode meer opgeleverd dan welke verkiezing dan ook. Zaken als het snijden in het politiebudget en het ontslaan van racistische en gewelddadige agenten, zou nooit bereikt zijn door het verkiezen van Democraten. Dat is afgedwongen door de opstand in Minneapolis, Portland en talloze andere steden. Die opstand duurt nog altijd voort. Dát is waar we onze tijd, geld en energie in moeten stoppen.

Op welke manier heeft de Black Lives Matter-beweging het politieke landschap in de Verenigde Staten nog meer veranderd?

Als je kijkt naar de veranderingen van de afgelopen jaren, dan zijn die begonnen met de Occupy-beweging in 2011. De eerste golf van Black Lives Matter (BLM) kwam vlak daarna. Dus je had min of meer tegelijkertijd een beweging van mensen uit de arbeidersklasse die boos waren over de ongelijkheid en onrechtvaardigheid in de maatschappij én de eerste grootschalige opstand van zwarte mensen tegen politiegeweld sinds de opstand in Los Angeles in de jaren negentig. Daarop volgde weer een golf van docenten acties en docenten stakingen door het hele land.

De moord op George Floyd in Minneapolis was een soort röntgenscan van de maatschappij in de Verenigde Staten. Zwarte mensen en Latino mensen wisten natuurlijk al lang wat er aan de hand was, maar voor veel witte mensen was dit het moment waarop ze bewust werden hoe diep racisme in de Verenigde Staten zit.

Dat is typerend voor de Verenigde Staten, want als je kijkt naar eerdere golven van radicalisering en van de ontwikkeling van klassenbewustzijn, dan zijn zwarte mensen steeds de voorhoede geweest die anderen wakker hebben geschud over de diepe ongelijkheid wat betreft kleur en klasse in onze maatschappij.

De uitdaging is het ontwikkelen van strategieën en tactieken die ons kunnen helpen het soort systeemverandering af te dwingen waarmee de oorzaken van racistisch politiegeweld worden aangepakt. Dit is voor links waarschijnlijk de meest radicaliserende opstand sinds de burgerrechtenbeweging en dat heeft verstrekkende gevolgen. Niet alleen voor mensen van kleur, maar voor mensen van kleur uit de arbeidersklasse, en daarmee voor de arbeidersklasse als geheel.

De staking van de basketballers in de NBA, die grotendeels zwart zijn, was de meest radicale politieke staking. Dit heeft mensen aan het denken gezet over het gebruik van hun positie op de werkvloer om te vechten tegen racisme. Binnen de vakbondsbeweging wordt nu gediscussieerd over het verwijderen van politiebonden uit de AFL-CIO. In Seattle heeft de grootste vakbondsfederatie de politiebond al de deur gewezen. Mensen worden zich bewust van hun macht als arbeiders om de ongelijkheid te bestrijden die de zwarte bevolking treft. Ik denk dat dit de meest belangrijke sociale beweging is die we in decennia hebben gezien.

De BLM-beweging heeft de maatschappij geradicaliseerd en dat is een proces dat nog steeds verder gaat en verder zal blijven gaan. Want de politie zal niet stoppen met datgene wat ze al vier decennia lang doen, namelijk het intensief controleren van mensen van kleur – in het bijzonder mensen van kleur uit de arbeidersklasse – om de ongelijkheid in de maatschappij te bewaken. Ze gaan daarin steeds wreder te werk en ze radicaliseren naar rechts. Dat betekent meer provocaties, maar ook meer protesten.

Rechts lijkt onder Trump gesteund te worden door de staat, terwijl links moeite heeft zichzelf te organiseren. Wat zijn de vooruitzichten voor het organiseren van links?

De staat dient vooral de heersende klasse. Trump wordt niet echt gesteund door het grootste deel van de kapitalistische klasse. Dat geldt ook voor het grootste deel van het staatsapparaat. Slechts een kleine minderheid van rechtse kapitalisten steunt Trump. Binnen de staat kan Trump vooral op steun rekenen van ICE, immigratiepolitie, en van de gewone politie.

Het is Biden die gesteund wordt door het grootste deel van de kapitalistische klasse en het staatsapparaat. Zij willen vooral een terugkeer naar de oude gang van zaken in de vorm van een soort ‘nationaal herstel’. Dat is wat ze wanhopig proberen te bereiken, maar wat ze niet lukt.

Naast rechts en de kapitalistische centristen heb je een nieuwe links dat bezig is geboren te worden. De belangrijkste organisatorische uiting daarvan is de DSA (Democratic Socialists of America). Dat is een enorm heterogene organisatie die met van alles bezig is en die ook nog eens grote verschillen kent van staat tot staat en van stad tot stad.

De DSA heeft vooral een electorale focus en is niet zozeer bezig met het bouwen van sociale bewegingen. Sommige afdelingen zijn daar overigens wel mee bezig, maar de organisatie als geheel is hier nauwelijks mee bezig. Door de sociale opstand die gaande is, wordt de DSA nu met dit vraagstuk geconfronteerd, zeker omdat dit komt na de nederlaag van Sanders. Ik pleit ervoor dat we onze tijd en energie stoppen in het organiseren van arbeidersstrijd en het versterken van de sociale opstand. Want ik denk dat dit de motor is van echte systeemverandering.

Maar het lastige is dat dit een debat is binnen de DSA. De DSA is een overwegend witte organisatie, maar de meeste leden van de DSA, dat zijn er ongeveer 70.000, zijn onderdeel geweest van deze demonstraties. Ze hebben als individuen meegedaan aan deze protesten, maar niet zozeer als een bewuste socialistische kracht in de beweging, waarbij geprobeerd wordt strategieën en tactieken te bedenken om de strijd verder te helpen. Dat is niet makkelijk om te doen, maar het is wel noodzakelijk.

Het debat draait om de balans tussen electorale politiek en de opbouw van sociale bewegingen én over het ontwikkelen van een politiek die de strijd tegen racisme kan verbinden met de strijd voor de belangen van de arbeidersklasse. Dat is een groot politiek debat binnen de opkomende linkse beweging. Want er is een neiging om te zeggen dat we enkel over klasse praten óf we praten enkel over onderdrukking.

De DSA weigerde recent Biden aan te bevelen voor de verkiezingen. Betekent dit dat de DSA naar links aan het bewegen is?

De DSA is de belangrijkste uitdrukking van de grootste socialistische radicalisering die we hebben gehad in decennia. Het is een fantastisch begin van een nieuwe socialistische beweging in de Verenigde Staten. Er zijn overigens ook veel ontwikkelingen binnen links die buiten de DSA plaatsvinden.

Te midden van deze radicalisering vindt een debat plaats over de aard van de Democratische Partij. Daar zijn verschillende standpunten in, maar ik denk dat de conventie van volgend jaar heel belangrijk zal zijn. Want deze vindt plaats na de nederlaag van Sanders en na de presidentiële verkiezingen, midden in een recessie en midden in een pandemie. Dat betekent dat de DSA geconfronteerd zal worden met de vraag hoe we stappen voorwaarts kunnen zetten op het pad richting socialisme.

Ik ben van mening dat de Democratische Partij niet kan worden gebruikt, niet kan worden hervormd en niet kan worden overgenomen. De historische rol van de Democratische Partij is het verwelkomen van linkse bewegingen om ze vervolgens te neutraliseren. Ik zal bepleiten dat we enkel campagnevoeren op lokaal niveau daar we openlijk een socialistische campagne kunnen voeren op eigen voorwaarden tegenover een democratische kandidaat zonder dat we te maken hebben met een republikeinse kandidaat.

Daarnaast moeten we ons vooral richten op het bouwen van vakbondsstrijd, van sociale bewegingen en van klassenstrijd. Maar dat is mijn eigen positie binnen een hele grote organisatie die heel heterogeen is. Als je de verschillende publicaties leest binnen links in de Verenigde Staten, krijg je het gevoel van dat levendige debat over strategieën en tactieken voor de nieuwe socialistische beweging.

Ashley Smith is auteur en lid van de Democratic Socialists of America (DSA) in Burlington, Vermont.