Armoede is geen natuurramp
Door Maina van der Zwan
‘De tragedie die Haïti en haar bevolking blijft overweldigen is van een Bijbelse omvang’, aldus de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton. Hogere machten en de ‘wil van God’ aanhalen is de makkelijkste manier om recht te praten wat krom is. Zo zei de topman van de Amerikaanse bank Goldman Sachs eind vorig jaar dat bankiers ‘het werk van God’ doen. De exorbitante bonussen hadden klaarblijkelijk de zegening van onze lieve Heer.
In werkelijkheid zijn er meer aardse machten in het spel. In het geval van Haïti begint de verklaring van de deplorabele staat van het land bij de rol die twee eeuwen van Amerikaanse vijandelijkheid tegen het eiland heeft gespeeld. In 1804 culmineerde een decennium van slavenopstanden in de ontworsteling uit de houdgreep van het Franse kolonialisme. Haïti werd de eerste Latijns-Amerikaanse kolonie die haar onafhankelijkheid verwierf en de eerste zwarte republiek ter wereld. De strijd voor echte vrijheid bleek echter pas net begonnen.
De Amerikaanse slavenbezittende elite was namelijk doodsbenauwd voor een domino-effect. Systematische inmenging en aanvallen resulteerden in 1915 in een directe militaire bezetting. Vanaf 1934 werkte de VS met lokale dictators, waarvan François ‘Papa Doc’ Duvalier en zijn zoon Jean-Claude ‘Baby Doc’ Duvalier de meest beruchte waren.
In de jaren tachtig en negentig ging de VS zich directer met het economisch beleid bemoeien. De Amerikaanse ‘ontwikkelingsorganisatie’ USAID was instrumenteel in het omvormen van het hele landbouwsysteem. Haïti werd van zelfvoorzienend compleet afhankelijk van Amerikaanse graan-importen. Geruïneerde Haïtiaanse boeren zochten hun toevlucht in de aanzwellende sloppenwijken van de hoofdstad Port-au-Prince. Ondertussen werden sociale voorzieningen ontmanteld en de spaarzame staatssectoren geprivatiseerd.
Wie profiteerden hier van? Amerikaanse voedselexporteurs en buitenlandse bedrijven wiens sweatshops wel raad wisten met de overvloed aan goedkope arbeid. Gewone Haïtianen zagen hun levensstandaard kelderen van slecht naar onmenselijk. Volgens de beste beschikbare bronnen leeft ondertussen 75 procent van de bevolking van minder dan 2 dollar per dag en 56 procent – vier en een half miljoen mensen – van minder dan een dollar per dag.
De verschillende sociale bewegingen die in de afgelopen decennia zijn opgekomen werden met hulp van de VS de kop in gedrukt. Washington heeft tot twee maal toe een coup tegen de democratisch verkozen Haïtiaanse president Jean-Bertrand Aristide georkestreerd, in 1991 en 2004. Leden van de oppositie, priesters en lokale activisten zijn systematisch vervolgd en vermoord. De afgelopen zes jaar is Haïti een soort militair protectoraat van de Verenigde Naties. Pogingen van lokale ngo’s om het mandaat van de VN te verruimen naar humanitair werk, werden gedurende die hele periode afgewezen.
De gammele woningen die de Haïtianen zijn opgelegd door Washingtons neoliberaal beleid, zijn nu hun graven geworden. Hetzelfde beleid is schuldig aan het gebrek aan ziekenhuizen, ambulances, brandweerwagens, noodvoorzieningen, voedsel en medicijnen.
Orkanen, aardbevingen en overstromingen zijn onvermijdelijk, maar de menselijke gevolgen er van niet. In 2008 werden zowel Haïti als haar buureiland Cuba getroffen door een serie orkanen. In Haïti kwamen achthonderd mensen om; in Cuba tien. Natuurgeweld worden echte rampen op het snijvlak van sociale structuren. De impact van de aardbeving van dinsdagnacht werd vele malen erger gemaakt doordat deze toesloeg in een samenleving die decennialang is geplunderd en ontwricht.
Zonder met zijn ogen te knipperen kondigde president Obama gisteren aan dat USAID en het Amerikaanse Ministerie van Defensie zullen helpen met de internationale hulp. ‘Tegen het volk van Haïti zeggen we duidelijk en met overtuiging, jullie zullen niet in de steek worden gelaten, jullie zullen niet worden vergeten.’ Drieduizend Amerikaanse troepen worden het eiland ingevlogen. Het rampenkapitalisme cirkelt al weer boven Haïti.
Internationale solidariteit is urgent en hoogstnoodzakelijk, maar het gevaar is nu dat deze misbruikt zal worden voor nog meer buitenlandse inmenging ten koste van de gewone Haïtianen. Daarom moet de hulp onvoorwaardelijk zijn en bij lokale grassroots organisaties terecht komen. Schulden moeten worden kwijtgescholden. En Jean-Baptiste Aristide moet uit ballingschap mogen terugkeren.
Haïtianen kunnen hun eigen land opbouwen, op voorwaarde dat de buitenlandse barrières daar voor worden opgeheven.
Lees ook:
– Our role in Haiti’s plight
– Imperialist intervention and capitalism lie behind Haiti’s nightmare
– Catastrophe in Haiti
– Haiti: Pawn in their game (Chris Harman – 1986)
Een betrouwbaar noodfonds: Haiti Action
Al Jazeera over de geschiedenis van Haïti:
Naomi Klein over het dreigende rampenkapitalisme in Haiti: