Arbeiders Venezuela gevangen tussen autoritair regime en rechtse oppositie
Geen van beide claims is te verifiëren, omdat de precieze verkiezingsdata niet zijn vrijgegeven. Uit onvrede over de uitslag protesteerden overal ter wereld duizenden Venezolanen. In het land zelf worden deze protesten hardhandig neergeslagen. Inmiddels zijn er 25 demonstranten vermoord en meer dan 2.000 opgepakt.
De huidige crisis is een symptoom van een dieperliggend probleem. In 1999 kwam Hugo Chávez aan de macht op basis van een links programma en brede steun onder de arbeidersklasse. Inkomsten uit de genationaliseerde oliesector werden gericht op een herverdelingsprogramma, maar Chávez weigerde niet-oliebedrijven te nationaliseren en was niet in staat de afhankelijkheid van olie te doorbreken.
Onder zijn opvolger Maduro daalden de olieprijzen op de wereldmarkt en werd het land doelwit van steeds hardere sancties en openlijkere ondermijning door de VS. De opgelegde economische isolatie van het land heeft tienduizenden Venezolanen doen sterven van de honger. Ruim een kwart van de bevolking is inmiddels gevlucht; een van de grootste vluchtelingenstromen ter wereld.
Maduro nam zijn toevlucht tot steeds autoritairder beleid om aan de macht te kunnen blijven. Hij verbood stakingen en linkse partijen en met oliegeld kocht hij de loyaliteit van de legertop. De onvrede over zijn beleid is dan ook niet vreemd.
Maduro’s chavismo kan de Venezolanen geen uitweg bieden uit de huidige ellende, maar de conservatieve oppositie vertegenwoordigt slechts de belangen van binnenlandse oligarchen en buitenlandse imperialisten. Zij belichamen voor de Venezolaanse arbeidersklasse niets dan meer geweld en uitbuiting.