Antimoslim-sentiment gebagatelliseerd

In een hoog staaltje creatief interpreteren schreef het ANP eind vorige week een artikel onder de kop ‘Antisemitisme in Europa toegenomen’.
22 september 2008

Cijfers uit rapport PRC

Door Jelle Bruinsma

Waar het steeds rechtser wordende Nu.nl in eerste instantie zelfs schreef dat het antimoslim-sentiment was afgenomen hebben ze dat later enigszins aangepast in ‘ook negatieve houdingen ten opzichte van Moslims zijn gestegen,’ de antimoslim-hysterie op deze manier een secundaire plek gevend ten opzichte van het toegenomen antisemitisme. De bron voor dit alles is een onderzoek door het prestigieuze Pew Research Center (PRC). Ondanks dat het correct is dat PRC onder andere bericht over een toename van antisemitisme in Europa geeft de berichtgeving in Nederland hieromtrent maar weer eens aan hoe onderkend de wijdverspreide racistische houding ten opzichte van moslims is.

Als we naar het eigenlijke rapport of de website van PRC gaan vinden we een hele andere kop, namelijk ‘Unfavorable views of both Jews and Muslims increase in Europe.’ Bovendien, zo stelt PRC, ‘opinions about Muslims (…) which were already substantially more negative (…) in almost all of these countries are considerably more negative than are views of Jews.’ Waar bijvoorbeeld 25 procent van de Duitsers een negatieve houding heeft ten opzichte van joden, is dit 50 procent met betrekking tot moslims (Verenigde Staten: 7 om 23; Engeland: 9 om 23; Rusland: 34 om 32; Frankrijk: 20 om 38; Polen: 36 om 46; Spanje: 46 om 52). Dat de Nederlandse media het antimoslim-sentiment negeert is al langer duidelijk, en ook de mate van onbeschaamdheid is geen nieuws.

Er zijn verschillende redenen voor de scheve weergave van de uitkomsten van het rapport. Eén ervan is het racisme tegenover moslims onder journalisten zelf. Een tweede zijn de terechte schuldgevoelens naar aanleiding van de Holocaust, die leidt tot een grotere gevoeligheid voor anti-semitische incidenten. Maar daarnaast speelt ook de houding van Israëlische en pro-Israëlische politici een rol. Die grijpen elk reële of vermeende antisemitische incident aan om op te roepen dat het anti-semitisme toeneemt en dat daarom meer steun voor Israël nodig is.

Die neiging is op twee manieren kwalijk. Ten eerste omdat ze simpelweg de realiteit niet dekt. Terwijl Joden naar alle sociale indicatoren behoren tot één van de succesvolste ‘etnische minderheden’ in het Westen, hebben moslims een sterk gemarginaliseerde positie in de samenleving. De hoeveelheid alledaags racisme in de media, de politiek en op straat die beide groepen te verduren krijgen weerspiegelt die ongelijke positie. Ten tweede leidt het misbruik van de term anti-semitisme door pro-Israëlische politici ertoe dat werkelijk anti-semitische incidenten, zoals bekladdingen van begraafplaatsen door neo-nazi’s, minder serieus worden genomen.

De taak om dit soort gevaarlijke verwarring te zaaien werd voorheen uitgevoerd door de Nederlandse pro-Israëlische lobbygroep CIDI, maar zo te zien kan die binnenkort worden opgedoekt. Hun werk wordt ook door de journalisten van het ANP en Nu.nl prima uitgevoerd.