Angst en verwarring terwijl de eurozone onderuit gaat

Een paar weken geleden zei de econoom Paul Krugman dat hij ‘zowel bang als verveeld’ was door de crisis in de eurozone. Ik begrijp wat hij bedoelt. De eurozone kampt met het dilemma van uitbreiding van het noodfonds en het doordrukken van de bezuinigingspakketten.
10 oktober 2011

Door Alex Callinicos

Aan de ene kant schat een onderzoek door de Zwitserse bank UBS dat een sterke economie zoals Duitsland in het eerste jaar van de ineenstorting van de eurozone een vijfde tot een kwart van zijn productie zou verliezen. Aan de andere kant beweegt de EU millimeter voor millimeter richting de grootschalige reactie op de crisis die de financiële markten, het IMF en de VS eisen.

Vorige week was er zogenaamd weer een millimeter vooruitgang toen het Duitse parlement zijn steun gaf aan het nieuwste ‘noodpakket’ voor Griekenland. Dit werd gepresenteerd als een overwinning voor de Duitse bondskanselier Merkel.

In feite zou het pakket toch wel goedgekeurd worden, omdat het de steun had van alle grote partijen behalve het linkse Die Linke. De vertoning eromheen was bedoeld om ervoor te zorgen dat de parlementsleden van Merkels eigen rechts-liberale coalitie haar zouden steunen.

Belangrijker is dat het pakket achterhaald was tegen de tijd dat het was goedgekeurd. Het bevat twee belangrijke onderdelen. Het eerste is het uitbreiden van de European Financial Stability Facility (EFSF), het noodfonds dat de eurozone opzette toen Griekenland in mei vorig jaar voor het eerst ‘gered’ werd. Het tweede, waar met name Duitsland voorstander van is, is dat de schuldeisers van Griekenland een verlaging van de waarde van hun leningen moeten accepteren, hoewel er nog veel onenigheid is over hoe ver die ‘scheerbeurt’ gaat.

Maar de crisis is een stuk verergerd sinds dit pakket in juli werd overeengekomen. Iedereen denkt dat Griekenland zijn schulden niet zal afbetalen. De Griekse regering heeft net aangekondigd dat ze de doelstellingen om het begrotingstekort terug te dringen niet zal halen, die ze opgelegd kregen door de ‘troika’ van de Europese Centrale Bank, de Europese Commissie en het IMF.

Krimp

De hoofdreden is dat de Griekse economie dit jaar naar verwachting met 5,5 procent krimpt en volgend jaar met nog eens 2 procent. Een krimpende economie betekent dat de staat minder belastinginkomsten heeft en meer uitkeringen moet betalen.

Onbewogen door hun mislukte beleid en het leed van het Griekse volk, probeert de troika nog meer bezuinigingen te persen uit de regering van een hopeloze George Papandreou. En toch zal Griekenland zijn schulden niet terugbetalen. Tijdens de zomer begonnen de financiële markten hun pijlen te richten op andere eurolanden, waaronder Italië en Spanje. De verspreiding van de financiële plaag bedreigt de Europese banken, die de grootste kredietverstrekkers aan deze landen zijn.

Die banken zitten al diep in de problemen door ‘onverantwoorde’ leningen die ze deden tijdens de kredietzeepbel in het midden van de jaren 2000. Het IMF schat dat de crisis in de eurozone nog eens zo’n 200 miljard euro aan hun verliezen heeft toegevoegd.

Twee weken terug stelden de vergaderingen van het IMF en de Wereldbank in Washington wijzigingen voor van het pakket dat in juli was afgesproken. De schuldeisers van Griekenland zouden de helft van de waarde van hun leningen moeten afschrijven.

Dit zou de bankencrisis verergeren, wat betekent dat het EFSF ook moest worden uitgebreid, van 440 miljard euro naar misschien wel 2000 miljard euro. De oorspronkelijke omvang werd vanaf het begin al te klein gevonden voor het geval dat de schuldencrisis zich uit zou breiden naar grote economieën als Spanje en Italië, zoals nu gebeurd is. Een groot, sterk EFSF zou gebruikt kunnen worden om banken het nieuwe kapitaal te verstrekken dat ze nodig hebben om te overleven.

Maar er zijn twee problemen met deze oplossing. Het eerste is: waar moet het geld voor de uitbreiding van het noodfonds vandaan komen? 2000 miljard euro is heel veel geld, zelfs naar de maatstaven van de huidige financiële reddingsoperaties. Door garant te staan, zou zelfs een machtig land als Frankrijk zijn kredietwaardigheid zien dalen.

Er zijn ook beperkingen in de wetgeving van de EU. Daardoor wordt er nu aan gedacht om het EFSF te vullen met het soort financiële trucs die de crisis in 2008 juist veroorzaakt hebben. Maar, ten tweede, wil de Duitse regering het EFSF in geen geval uitbreiden omdat dat de bezuinigingspolitiek zou ondermijnen.

De werkelijkheid is dat de eurozone verlamd is terwijl een existentiële crisis ontstaat. We kunnen nog veel meer verveling en angst verwachten.