Amsterdams protest toont groeiend besef van de noodzaak van antifascisme

Foto: socialisme.nu
Ongeveer 400 activisten kwamen afgelopen zondag samen in het Westerpark om te protesteren tegen fascisme. Dit ondanks actieve tegenwerking vanuit de gemeente. De breedte van de ondersteuning en ook het programma toonden een groeiend antifascistisch bewustzijn.
12 januari 2021

Directe aanleiding voor het protest was de bestorming van het Capitool afgelopen week. Met geweld probeerden fascisten de erkenning van Trumps verkiezingsnederlaag te voorkomen. Vanuit Nederland werd hier geschokt op gereageerd, maar veel van dezelfde processen zijn ook hier gaande. Activisten hadden borden gemaakt die zich richtten op de PVV, FvD of Fort Europa.

Meer dan honderd organisaties ondersteunden de oproeptekst die wees op de overeenkomsten tussen de Verenigde Staten en Nederland, bijvoorbeeld als het gaat om de viruswaanzinnigen. ‘Corona-ontkenners steken met hun protesten een middelvinger op naar zorgwerkers en kwetsbare groepen in de maatschappij en hangen vaak dezelfde complottheorieën aan als de Amerikaanse Trump-aanhang.’

Het protest was een initiatief van een brede waaier aan organisaties. Naast de Internationale Socialisten deden ook organisaties mee zoals Extinction Rebellion, de Goede Zaak, Bij1, We Promise en Oy Vey. Deze groepen zijn actief in verschillende actiebewegingen, die allemaal op hun eigen manier geconfronteerd worden met de opkomst van extreemrechts. Dat was ook terug te zien op het programma.

Programma

Verschillende sprekers stonden stil bij de noodzakelijke verbinding tussen antifascisme en dekolonisatie. Nadat Daryll Ricardo Landbrug van Bij1 dit benadrukte in het heden, sprak Iwan Feiman namens de werkgroep Merapi over het koloniale verleden. Hij stond stil bij de Indonesiërs zoals zijn vader die ook in Nederland vochten tegen de nazi’s ‘omdat ze de vrijheid lief hadden en vonden dat de rassenwaan van Hitler moest worden bestreden.’

Dalit Lymor van de cultureel joodse beweging Oy Vey riep activisten op om Joden te betrekken bij hun acties. ‘Het uitbannen van fascisme gaat niet zonder het uitbannen van antisemitisme.’ Milko Hitiahubessy van de Internationale Socialisten onderstreepte ook het belang van onderlinge solidariteit. ‘Onze identiteitspolitiek moet zijn dat onze eigen onderdrukking belangrijk is, maar laat dit ook een brug zijn naar andere onderdrukte groepen. Dus joden met moslims, moslims met zwarten, zwarten met feministen, feministen met de klimaatbeweging, de klimaatbeweging met de vakbond en de vakbond met ons allemaal.’

Devika Partiman van de feministische organisatie Stem op een vrouw, sprak over ‘de tolerantieparadox. Als je gelijkheid wilt, dan betekent dat dat je tolerant moet zijn behalve tegen mensen die dit niet zijn.’ Juist doordat gevestigde partijen steeds meer ruimte te geven aan de haat van extreemrechts wordt gelijkheid steeds verder ondermijnd.

Simion Blom van GroenLinks Amsterdam stelde: ‘Je kunt jezelf niet links noemen als het opkomen voor mensenrechten en medelanders je zenuwachtig en bang maakt om stemmen te verliezen.’ Dezelfde zenuwachtigheid die we zien bij gevestigd links als het gaat om stellingname tegen extreemrechts, zien we ook bij de reactie vanuit de gemeente op het protest.

Tegenwerking gemeente

De avond voor het protest kreeg de organiserende coalitie te horen dat zij hun protest moest verplaatsen van het centraal gelegen Museumplein naar het Westerpark. Ook werd er een limiet opgelegd van 500 deelnemers. De gemeente gebruikte de coronapandemie om deze inperking van het demonstratierecht te rechtvaardigen.

Eerder had de coalitie de actie juist verplaatst van het kleine Spui naar het grotere Museumplein. Tijdens het solidariteitsprotest met de vluchtelingen in Moria op 12 september deden ongeveer 3.000 mensen mee aan een veilig anderhalvemeter protest. Door de locatie last-minute te wijzigen en te communiceren dat er gehandhaafd zou worden op een maximum aantal deelnemers wordt de vrijheid van meningsuiting aan banden gelegd.

Dit gemeentelijke beleid is des te moeilijker te accepteren vanwege de dubbele standaard die er gehanteerd wordt. Op 14 november werd een coronaprotest georganiseerd op Museumplein door het rechtsextremistische Vrouwen voor Vrijheid. Niemand hield afstand, maar het protest werd pas beëindigd nadat de laatste spreker gesproken gehad. De gemeente maakt daarmee misbruik van de coronaregels om het demostratierecht van antiracisten en antifascisten in te perken. QAnon-complotdenkers, viruswaanzinnigen en rechtsextremisten – precies het tuig dat in Washington het Capitool bestormde – krijgen van diezelfde gemeente alle ruimte.

Perspectief

Dat er ondanks deze actieve tegenwerking bijna vijfhonderd mensen deelnamen aan een protest tegen fascisme is ontzettend positief. Eerder spraken meer dan honderd organisaties hun solidariteit uit voor klimaatactivist Kauthar Bouchallikht en ondersteunden een antiracistisch protest in Den Haag. Dat veel van deze organisaties nu ook expliciet stelling nemen tegen extreemrechts en fascisme is in de Nederlandse context een belangrijke ontwikkeling.

Deze onderlinge contacten en banden moeten verder worden aangehaald om het extreemrechtse tij te kunnen keren. De toespraak van Marisella de Cuba van de organisatie We Promise onderstreepte hierbij het belang van solidariteit. Met krijt graffiti had zij actie gevoerd tegen het standbeeld van massamoordenaar Coen in Hoorn. Na een hetze door de rechtsextremisten van Geenstijl, die vaak klagen over ‘cancel culture’, en het anonieme nazi-account Vizier op Links verloor zij haar baan.

Het is belangrijk dat we directe solidariteit met de slachtoffers van dit soort campagnes koppelen aan het bouwen van een brede tegenbeweging. Een beweging die zich uitspreekt tegen alle extreemrechtse partijen die straks in de Tweede Kamer dreigen te komen. Een beweging ook die begrijpt dat de groei van extreemrechts doorwerkt naar institutioneel racisme en de staatsterreur die we zagen met de ‘toeslagenaffaire’.