Amsterdam Nieuw West: scholen dicht om lerarentekort

Vorige week gingen in Amsterdam Nieuw-West zestien scholen dicht. Reden hiervoor is het nijpende lerarentekort. De solidariteitsweek die werd georganiseerd in het buurtcentrum Ru Paré, liet zien dat docenten, ouders en kinderen elkaar nodig hebben in de strijd voor beter onderwijs.
23 december 2019

De zestien scholen zijn onderdeel van de koepel Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden. De directie van scholen besloot de deuren een week te sluiten om met de docenten een oplossing te vinden voor de structurele gaten die vallen in het dagelijks werk. Het was dus geen staking.

De minister van Onderwijs, Slob, sprak in het begin van de week met directie en leerkrachten. Hij verklaarde: ‘het bijzondere is dat we het helemaal niet over geld gehad hebben’. De docenten proberen een manier te vinden om om te gaan met de hoge werkdruk en de op sommige scholen structurele uitval. Dat de minister nu langskwam, liet zien dat de actie werkt, maar de problemen in het onderwijs zijn structureel en niet beperkt tot Amsterdam Nieuw-West.

Uiteindelijk ligt de oplossing wél in het verbeteren van de werkomstandigheden van docenten, iets waar het kabinet vooralsnog geen geld aan wil uitgeven. De klassen zijn te groot waardoor docenten vaak niet de aandacht hebben voor uiteenlopende behoeften van de kinderen. Wonen in Amsterdam is duur, en de voorrang voor huurwoningen werkt niet, waardoor veel docenten buiten de stad moeten wonen.

Solidariteitsweek

Kinderen werden verschillend geraakt door de sluiting. Sommige ouders konden een beroep doen op familie of betaalde opvang. Om kinderen in Nieuw-West deze week toch op te kunnen vangen, opende buurtcentrum Ru Paré haar deuren. Gedurende de week kwamen 120 scholieren naar het alternatieve lesprogramma. Vrijwilligers gaven les in uiteenlopende onderwerpen: zo vertelde een ooggetuige van de Tweede Wereldoorlog over de gevolgen van de oorlog in de wijk, gaven schrijvers workshops en maakten kinderen protestborden.

‘Wat deze solidariteitsweek duidelijk heeft gemaakt is dat de zorg over het basisonderwijs breed wordt gedeeld,’ vertelt Hans Krikke, directeur van Ru Paré. Talloze mensen boden aan mee te helpen met het vervangende programma, dat geen volwaardig alternatief is voor een lesweek van bevoegde docenten. Terecht benadrukte Krikke dat ‘mensen bereid hun nek uit te steken en er iets voor te doen, maar dat de oplossing natuurlijk bij de politiek ligt.’

Stadsdeelvoorzitter Emre Ünver (GroenLinks) bemoedigt de kinderen aan het einde van de week: ‘Jullie verdienen goede juffen en meesters voor de klas, en we gaan daar samen voor strijden.’ Voor de laatste lerarenstaking, die van 6 november, heeft GroenLinks inderdaad opgeroepen, en wellicht zal de partij voor nieuwe staking wederom oproepen. Maar het lijkt het er niet op dat de partij daadwerkelijk deze ‘strijd’ aan wil gaan. In de begroting van afgelopen Prinsjesdag werd duidelijk dat het kabinet zich niet druk maakt om het lerarentekort en dat de broodnodige investering uitblijft. Maar GroenLinks gaf op voorhand al aan dat de partij het kabinet onvoorwaardelijk zou steunen – ook de veel te magere onderwijsbegroting.

Inmiddels is een nieuwe tweedaagse staking aangekondigd op 30 en 31 januari. Als we kijken naar de vorige stakingen kunnen we wederom een massale opkomst verwachten. ‘Als er geen structureel geld komt, blijven wij structureel actievoeren,’ belooft AOb-voorzitter Eugenie Stolk op de site van de bond.

Ervaringen op de werkvloer

‘Er moet echt snel wat veranderen,’ vertelt Fatima Boutaka, een leerkracht op een basisschool in Osdorp. ‘Als er niet binnen nu en drie maanden iets aan gedaan wordt dan kunnen straks misschien wel 1500 kinderen niet naar school.’

‘Uiteindelijk is wat je met de kinderen kan bereiken onbetaalbaar. Maar als je iedere dag dit zware werk doet, de verhalen hoort, niet in aanmerking komt voor huizen in de buurt omdat je niet voldoende verdient, dan merk je dat de overheid docenten gewoon niet waardeert. We zijn veel waard als docenten, maar toch ook weer niks. En dat is heel scheef.’

Fatima legt uit hoe het lage salaris van docenten, maar ook bezuinigingsmaatregelen ervoor hebben gezorgd dat de situatie nu zo slecht is: ‘In 2014 is de Wet op Passend Onderwijs ingevoerd. Dat betekende dat kinderen die eigenlijk naar speciaal onderwijs moeten in het regulier onderwijs komen en dat dan pas na een eeuw aan dossiers opbouwen – en als ze mazzel hebben – misschien toch naar het speciaal onderwijs kunnen.’ Hierdoor moeten docenten het voor elkaar krijgen om in overvolle klassen (soms wel rond de dertig kinderen) aan alle behoeftes te kunnen voldoen – ook voor kinderen die eigenlijk extra ondersteuning nodig hebben. ‘Het idee was gewoon: bezuinigen, bezuinigen, bezuinigen.’

Joke Middelbeek, de bestuurder van de scholengroep in Amsterdam-West, stelde vorige week dat docenten weer terug moeten naar de basis van taal, rekenen en spelling. Fatima lacht. ‘In de afgelopen weken mag ik al blij zijn als dat al wordt gegeven.’

‘Uiteindelijk komen veel dingen neer op te weinig geld. Als docenten in Nieuw-West en in Zuid-Oost bijvoorbeeld 300 euro per maand meer verdienen, dan zullen docenten die op een school zonder lerarentekort aan het denken worden gezet. Hoe wil je mensen anders aantrekken? Maar de boodschap van minister Slob is dat we het maar moeten oplossen met minder leraren en zonder kwaliteitsverlies. Is dat een grap? Dat is dus zijn bericht aan de onderwijzers… Het meest trieste is nog: de kinderen die het het meest nodig hebben worden de dupe van dit beleid.’