Alleen Maar niet zo Nette Mensen

Vanaf de cast-presentatie in 2011 was het al duidelijk dat de verfilming van Alleen Maar Nette Mensen een racistisch spektakel zou worden.
16 oktober 2012

Door Quinsy Gario

Jeroen Krabbé gaf toen aan dat het boek van Vuijsje een ode was aan de zwarte vrouw. Gezien de verfilming is het duidelijk dat Krabbé de betekenis van het woord ‘ode’ niet begrijpt. Een film waarin een Joodse jongen (Géza Weisz) uit Amsterdam Zuid uit een links intellectueel gezin (Jeroen Krabbé en Annet Malherbe), die Marokkaan genoemd worden als een belediging ervaart, op zoek gaat naar zijn ultieme andere en dan uitkomt bij een zwarte vrouw met overgewicht uit de Bijlmer (Imanuelle Grives), dan weet dat je dat het geen eerbetoon is aan ‘de zwarte vrouw’. Als ‘de zwarte vrouw’ 15 kilo moet aankomen, zoals Imanuelle Grives aangaf, om het ‘Vuijsje type’ te worden, wordt zij niet geëerd maar tentoongesteld.

Waar je bij het boek nog de mogelijkheid had voor een eigen kritische reflectie, is er bij de film geen tijd om na te denken over de mensonterende, gewelddadige en dehumaniserende taferelen die aan elkaar gerijgd zijn. Door dit onder de noemer van humor te plaatsen krijgt het publiek niets anders voorgeschoteld dan de zoveelste gewelddadige bevraging van de menselijkheid van zwarte mensen verpakt als luchtige entertainment.

Aanval

Voor de duidelijkheid: Alleen Maar Nette Mensen is een 89 minuten durend aanval op de Bijlmer, de Surinaams-Nederlandse en de Caribisch-Nederlandse gemeenschappen en de cultuur uit deze gemeenschappen. De racistische en seksistische taferelen vliegen je om de ogen en oren. Terwijl Vuijsje van meet af aan zijn boek verdedigde als zijnde fictie (ondanks het feit dat hij Hanneke Groenteman niet verbeterde toen ze vol verbazing tegen hem vertelde dat ze niet wist dat het er zo aan toe gaat in de Bijlmer) heeft Lodewijk Crijns ervoor gezorgd om het zo realistisch mogelijk te maken.

Voor het realisme is namelijk het AT5-incident met voormalig stadsdeelvoorzitter Elvira Sweet uit 2009 opgenomen als doodnormaal tv-decor. Voor degene die het niet weten, de zomer van 2009 was een nogal tragische en bewogen periode in het stadsdeel, omdat een aantal jonge zwarte mannen op opzichtige wijze van hun leven werden beroofd. In de film wordt de herinnering aan deze verloren levens te grabbel gegooid op de meest walgelijke manier mogelijk. Onverschilligheid.

Terwijl Krabbé, Weisz en Malherbe op bezoek zijn bij Grives, Will Fraser, Yamill Jones en Urmie Plein, die de moeder van Grives maar niet op de site van de film wordt genoemd, hoor je een jongeman, de muzikant Hydro, in de achtergrond schreeuwen tegen voormalig stadsdeelvoorzitter Sweet. Dit terwijl iedereen uit Zuidoost weet dat hij, als het niet diezelfde dag was, zijn excuses aan haar heeft aangeboden omdat zijn moeder hem dat heeft opgedragen. Dat hij een vriend heeft verloren de dag voor die bewuste opnames en zo heftig tegen Sweet uitvalt wordt ontdaan van de pijn en het letterlijk verlies van levens die eraan vooraf ging.

Wat deze keus voor achtergrond beeld ook absoluut walgelijk maakt is dat de nationale hit ‘Hindabuilding’ van de Hydroboyz, waar Hydro deel van uitmaakt, ook te horen is tijdens de film en opgenomen is in de soundtrack. Dit terwijl de maker van het nummer door dezelfde film wordt neergezet als het toonbeeld van de agressieve en schreeuwerige zwarte man. Het is een ongelofelijk empathieloze trap na gezien de verloren levens en getoonde pijn van die confrontatie.

Ongeloof

Het ongeloof dat me overkwam toen ik het nummer hoorde, na het zien van die scène, was dezelfde toen ik de acteurs op het scherm zag in de verschillende mensonterende scènes (o.a. van een zwarte actrice die spuug op de penis van Weisz smeert omdat hij hem niet omhoog kan krijgen of de zwarte actrice die een moeder speelt die in een kelderbox seks met wildvreemde mannen heeft, met haar kind in dezelfde ruimte).

Wat deden deze professionals in een film die de zwarte vrouw als een oversekst beest met overgewicht neerzette? In een film die de zwarte man weergeeft als een dier die alleen maar zijn eigen pik achterna rent? In een film waar zwarte moeders constant het mikpunt van belediging en spot zijn? Is de mainstream Nederlandse theater-, film- en televisiewereld zo onbarmhartig richting acteurs met een kleur dat slechts dit soort rollen op nationaal niveau beschikbaar zijn? Na de zoveelste moedwillige sneer naar deze groep, door de casting van Hans Kesting voor de rol van Othello in het gelijknamig stuk van Toneelgroep Amsterdam, blijkt het antwoord een volmondig ja.

Maar dit ligt niet alleen aan de gatekeepers van die wereld, de producenten, casting managers, regisseurs en script schrijvers. Wanneer er gekeken wordt naar de locaties en de financiering van de film wordt het duidelijk dat het probleem groter is dan slechts de kunstenwereld. De kelderbox seksscène bijvoorbeeld is mogelijk gemaakt door woningcorporatie Ymere. Toen de filmmakers in september 2011 by Ymere aanklopten kregen ze toestemming om een kelderbox te huren bij het kunstenaars complex Heesterveld Creative Community. Met een telefoontje, een handtekening en een jawoord heeft Ymere bijgedragen aan de zoveelste aanslag op de Bijlmer. Net nu de wijk in aanzien begon te klimmen door onder andere het door Ymere zelf geïnitieerde project, waar om en nabij 86 kunstenaars, muzikanten, dansers, theatermakers, filmmakers, gastronomische artiesten en een copyright specialist bij elkaar zijn gebracht.

Sponsors

De film zelf is ook mogelijk gemaakt door het Abraham Tuschinski fonds, het COBO Fonds en het Film Fonds. Waarbij de bijgedragen bedragen van de publieke fondsen COBO en het Film Fonds niet online te vinden zijn, kan men natrekken dat het Abraham Tuschinski fonds 122 duizend euro aan het project heeft gegeven. Dat fonds is opgezet door filmdistributeurs en bioscoopexploitanten. De keuze om hun fonds slechts in naam te liëren aan Abraham Tuschinski, een van de grondleggers van de filmindustrie in Nederland, en niet ook te kijken naar de specifieke omstandigheden waardoor een joodse man aan het begin van de twintigste eeuw zo rijk kon worden, is een teken van het kleurenblind racisme dat Nederland in zijn grip heeft.

Daarnaast horen publieke gelden niet gebruikt te worden om eeuwenoude racistische beelden onkritisch de wereld in te slingeren, zoals Willem Bosch vorig jaar nog stelde. Hoe is dit door de beoordelingscommissie gekomen? Toen ik naar een DVD-screener vroeg om aan recensenten in het buitenland te tonen kreeg ik geen antwoord van Wild Bunch, die de persvertoning had georganiseerd. Waar we dus constant te horen krijgen dat onze investeringen over grenzen heen moeten gaan hebben deze fondsen dus in een project geïnvesteerd waar de makers zelf bang zijn om het aan het buitenland te tonen. Dit is dus een slechte investering geweest.

Toen ik de bioscoop instapte voor de persvertoning van Alleen Maar Nette Mensen had ik gehoopt dat de makers hadden geleerd van de kritiek op het boek. Ik had gehoopt dat men wist wat het verschil tussen een boek met racistische elementen en een film met racistische elementen zou zijn. Ik had gehoopt dat op het einde van de film de Afro-Nederlandse gemeenschap als volwaardige en gelijkwaardige mensen getoond zouden worden. Ik hoopte dat, net als de Joodse familie, de Surinaams-Nederlandse familie eruit zou komen als een familie met zijn eigen charmante eigenaardigheden. Voor de zoveelste keer is duidelijk dat je maar beter niet op een verbeelding van raciale gelijkwaardigheid door de dominante cultuur, en zij die daar aan mee willen doen, kan hopen hier in Nederland. Je eindigt namelijk altijd met teleurstelling over de beelden, de makers en de zogenaamde bondgenoten die eigenlijk willen dat je de problemen niet benoemt.

Quinsy Gario is dichter, theatermaker en de kunstenaar achter Zwarte Piet is Racisme. Dit stuk verscheen eerst op Space Invaders, en vertaald op Joop.nl.