Alexandra Kollontai, pionier van seksuele bevrijding

Alexandra Kollontai aan het werk als Volkscommissaris van Sociale Zaken, 6 september 1918
De Russische revolutionair socialist Alexandra Kollontai speelde een sleutelrol in de Russische Revolutie van 1917 en de beginfase van de Sovjet-Unie. Bekend zijn haar ideeën over gender en seksuele bevrijding, die invloed hadden op de rechten van proletarische vrouwen na de revolutie. Haar theorieën zijn vandaag de dag nog steeds relevant.
15 januari 2025

Op 31 maart 1872 werd Alexandra Kollontai (geboortenaam: Domontovitsj) geboren in een middenklassegezin in het tsaristische Rusland. Als kind was ze verlegen, maar eigenzinnig. Kollontai werd beïnvloed door haar middenklasseopvoeding en de interacties die ze had met kinderen uit arbeiders- en boerengezinnen, waardoor ze de wereld om haar heen kritisch begon te bekijken. Op 19-jarige leeftijd trouwde ze tegen de wil van haar ouders in met een ingenieur, genaamd Vladimir Kollontai.

Op 20-jarige leeftijd ontdekte Kollontai de werken van Karl Marx en Friedrich Engels, waardoor haar interesse in politieke literatuur groeide. Door de baan van haar man kon ze fabrieken bezoeken waar hij ventilatiesystemen ontwierp. Kollontai sprak daar met arbeiders en schrok van hun werkomstandigheden. In een fabriek was ze bijvoorbeeld getuige van de dood van een baby die werd verwaarloosd door een jonger kind. Door dit incident beëindigde ze haar huwelijk en ging ze haar leven wijden aan de revolutionaire zaak.

Vrouwen in de arbeidersbeweging

In de jaren 1890 groeide in het Keizerrijk Rusland de ontevredenheid over tsaar Nicolaas II, wat leidde tot een reusachtige stakingsgolf. De meeste stakingen in de jaren 1890, zoals de stakingen van textielarbeiders en tabaksfabrieken in 1896, werden georganiseerd door vrouwelijke arbeiders.

De stedelijke arbeidersklasse en boerinnen hadden te maken met maatschappelijke onderdrukking en repressie van het tsaristische regime. Van arbeiders- en boerenvrouwen werd verwacht dat ze fysieke arbeid verrichtten op boerderijen en in fabrieken, en huishoudelijk werk deden in hun eigen huishouden. Veel ongetrouwde boerinnen migreerden naar de steden in de hoop op een beter leven, maar de omstandigheden in de steden waren verschrikkelijk: vrouwen verdienden maar een vijfde van het loon van hun mannelijke collega’s en hadden te maken met seksuele intimidatie door managers en eigenaars van de fabrieken.

Echtscheiding was uitgesloten voor vrouwen uit de arbeiders- en boerenklasse. Voor mensen uit de hogere en middenklasse was dit slechts onder zeer strikte voorwaarden een mogelijkheid. In de privésfeer werden vrouwen uit de arbeiders- en boerenklasse onder strikte controle van hun echtgenoten gehouden. Ze hadden nauwelijks vrijheid om zich zonder toestemming van hun echtgenoten vrij door Rusland te bewegen. Zelfs hun eigen loon werd door hun echtgenoten in beslag genomen in de hoop dat ze het niet zouden gebruiken om te ontsnappen en hun familie te verlaten. Boerenvrouwen werden soms al op 12-jarige leeftijd uitgehuwelijkt en gedwongen tot seksuele relaties met hun echtgenoten en schoonvaders.

Kollontai en andere vrouwelijke revolutionairen zoals Nadezjda Krupskaja waren zo enthousiast en geïnspireerd door de strijdlust van de vrouwelijke arbeiders dat ze het Mobiele Museum van Leermiddelen van Sint-Petersburg organiseerden, een ondergrondse groepering van radicalen en revolutionairen. Ze kwamen hier bijeen om socialistische ideeën onder fabrieksarbeiders te promoten en te bespreken, de behoeften van vrouwen uit de arbeidersklasse aan de orde te stellen (zoals het recht op borstvoeding, crèches en voorbehoedsmiddelen en reproductieve zorg) en om geld in te zamelen voor stakende arbeiders. Kollontai en andere revolutionairen moesten in eenvoudige bewoordingen uitleg geven aan arbeiders en boeren omdat zij meestal analfabeet waren.

In 1905 vond er in heel Rusland een massale stakingsgolf plaats. De eerste mondde uit in de Revolutie van 1905. Onder leiding van de orthodoxe priester Georgi Gapon, eisten duizenden arbeiders van de tsaar verbetering van hun leefomstandigheden. Dit resulteerde in een dodelijk bloedbad dat bekendstaat als Bloedige Zondag. De brute reactie van de tsaar leidde tot grote onrust onder arbeiders en boeren. Om het groeiende verzet tegen te gaan, riep de tsaar de parlementaire vergadering in het leven die de Doema werd genoemd.

Kollontai was lid van de Russische Sociaaldemocratische Arbeiderspartij tijdens de vroege vorming van de Doema. Ze had gemengde gevoelens over dit orgaan en over de manier waarop het kon dienen als tsaristisch instrument om politieke oppositie, zoals de bolsjewieken en mensjewieken, te bespioneren en onschadelijk te maken. Tegelijkertijd zag ze de mogelijkheid voor politieke partijen om vraagstukken over arbeidersrechten en radicale revolutionaire ideeën aan de orde te stellen, vergelijkbaar met hoe socialistische revolutionairen tegenwoordig tegen de parlementaire politiek aankijken.

Burgerlijke feministen

Voor de vrouwenbeweging wierp de nasleep van de Revolutie van 1905 vragen op over de rol van vrouwen in het tsaristische Rusland, zoals over hun stemrecht, onderwijs, discriminatie op de werkplek, en moederschap. Vrouwen uit de midden- en hogere klasse wilden hun eigen politieke vrouwenbeweging oprichten nadat ze de militante actie van de vrouwelijke arbeiders hadden gezien. Ze geloofden dat ze alle vrouwen, ongeacht hun klasse, konden verenigen om hervormingen door te voeren en de bevrijding van vrouwen te bevorderen. Geïnspireerd door de Engelse suffragettes richtten Russische burgerlijke feministen hun eigen politieke partij op, de Unie van Vrouwengelijkheid.

Kollontai verzette zich tegen de burgerlijk-feministische beweging vanwege hun midden- en hogereklasseperspectief op vrouwenemancipatie. De burgerlijke feministen probeerden een beroep te doen op vrouwen uit de arbeidersklasse in de hoop steun te krijgen voor hun politieke agenda, terwijl ze tegelijkertijd hun eisen actief negeerden in eigen bijeenkomsten en vergaderingen.

In Kollontai’s pamflet getiteld De sociale basis van de vrouwenkwestie (1909) bespreekt ze het socialistische perspectief op vrouwenemancipatie. Ze merkt hierin op dat zowel proletarische als burgerlijke vrouwen genderonderdrukking ervaren in de Russische samenleving en zich kunnen verenigen rond specifieke kwesties zoals moederschap, stemrecht, huwelijkshervormingen en onderwijs. Ze zag dat de burgerlijk-feministische beweging alleen geïnteresseerd was in het bereiken van gelijkheid met burgerlijke mannen. Als zij gelijke rechten onder het kapitalisme zouden krijgen, zouden burgerlijke feministen alsnog medeplichtig blijven aan de onderdrukking van vrouwen uit de arbeidersklasse.

De tegenstrijdigheid van de feministische beweging was bovendien dat ze gelijkheid met burgerlijke mannen nastreefde, maar zich openlijk verzette tegen samenwerking met diezelfde burgerlijke mannen. Dit kwam doordat ze mannen zag als de bron van haar eigen genderonderdrukking en samenwerking problemen zou veroorzaken wanneer ze zich politiek organiseerde.

Kollontai’s visie op vrouwenemancipatie was dat vrouwen en mannen uit de arbeidersklasse samen moesten werken om hun emancipatie af te dwingen. Dit zou alleen mogelijk zijn door middel van een socialistische revolutie: vrouwen zouden daardoor bevrijd worden van patriarchale onderdrukking en kapitalisme, nieuwe kansen krijgen, gelijke beloning kunnen bereiken, anticonceptiezorg kunnen instellen en een einde kunnen maken aan discriminatie op de werkvloer. Kollontai benadrukte hoe socialisten de bevrijding van vrouwen altijd moeten integreren in de klassenstrijd en de eisen van vrouwen niet mogen afdoen als secundair of een bedreiging voor de eenheid van de arbeidersklasse.

Tijdens de Conferentie van Alle Vrouwen in 1908, georganiseerd door de Russische Liefdadigheidsvereniging voor Vrouwen, die werd bijgewoond door vakbondsleden, burgerlijke feministen en textielarbeiders, werden Kollontai en andere revolutionairen door de tsaar verbannen en gearresteerd omdat ze de feministen tijdens de conferentie onderbroken en bekritiseerd hadden.

Kort na deze conferentie raakten de vrouwenbeweging en feministen in het slop vanwege de extreme repressie onder de tsaar en de spanningen tussen de revolutionairen en feministen. Kollontai ontsnapte aan een arrestatie door de tsaristische regering, waarna ze 8,5 jaar in bal- lingschap doorbracht in Duitsland.

Seksuele bevrijding en socialisme

Kollontai is vooral bekend om haar theorieën over seksuele bevrijding en socialisme. Ze werd geïnspireerd door de opkomende wetenschappelijke nieuwsgierigheid naar seksualiteit in de twintigste eeuw en haar eigen interpersoonlijke relaties. Ze begon vraagtekens te zetten bij de kapitalistische idealen van romantiek en seksualiteit en hoe die botsten met haar toewijding aan de revolutie. Haar ideeën over seksualiteit en socialisme werden kritisch ontvangen door anti-socialisten en sommige conservatieve bolsjewieken omdat ze niet marxistisch en niet sociaal zouden zijn. Activisten zouden zich volgens deze groep bolsjewieken moeten richten op politieke revolutionaire doelen van zuiverheid, hygiëne en zelfdiscipline. Kollontai antwoordde: ‘De seksuele daad moet niet gezien worden als iets beschamends en zondigs, maar als iets dat zo natuurlijk is als de behoeftes van gezonde organismen zoals honger of dorst.’

In haar essay Seksuele relaties en de klassenstrijd (1921) onderzocht ze seksuele relaties onder het kapitalisme en hoe socialistische seksuele relaties eruit zouden zien. Ze stelde dat ‘seksualiteit en seksuele relaties in essentie deel uitmaken van wat het betekent om mens te zijn’. In de geschiedenis van de mensheid zijn seksuele relaties altijd veranderd afhankelijk van het economische systeem.

Onder het kapitalisme zijn seksuele relaties georganiseerd onder voorwaarden van strikte individuele exclusiviteit. Door de industriële revolutie werd het primaat van het kerngezin en monogamie verstevigd om een gevoel van veiligheid in het gezin te garanderen en arbeiders zoveel mogelijk kinderen te laten produceren om de beroepsbevolking te vergroten. Het streven naar een kerngezin en monogamie creëerde onderlinge concurrentie en een gebrek aan collectiviteit.

Zelfs in steden vol geschreeuw, lawaai en mensen en zelfs in een menigte van goede vrienden en medearbeiders ervaart de mens deze ‘eenzaamheid’. Vanwege eenzaamheid zijn mannen geneigd om zich op een roofzuchtige en ongezonde manier vast te klampen aan illusies over het vinden van een soulmate onder het andere geslacht. Ze zien de sluwe Eros als het enige middel om de somberheid van de onontkoombare eenzaamheid weg te nemen, al is het maar voor even.

Door deze druk onder het kapitalisme zijn mensen meer geïsoleerd en van elkaar vervreemd geraakt. Het gevoel van eenzaamheid onder mensen kan het ongezonde verlangen creëren om een romantische en seksuele partner te vinden. Een hedendaags voorbeeld van dit probleem is de opkomst van incels en de manosphere, waarin mannen hun vrijgezellenstatus uitbuiten om vrouwen waar ze recht op menen te hebben lastig te vallen en aan te vallen.

Wat stelde Kollontai dan voor als alternatief? Ten eerste wees ze erop dat de arbeidersklasse en de middenklasse altijd hebben geëxperimenteerd met relaties buiten monogamie, bijvoorbeeld polyamorie, losse relaties, vrije relaties en relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht.

Kollontai accepteerde onconventionele relaties, maar bleef er toch kritisch over. Onder het kapitalisme kunnen onconventionele relaties worden nagestreefd met tegenstrijdige belangen. Aan de ene kant stellen ze mensen in staat om nieuwe manieren van leven te verkennen, terwijl ze tegelijkertijd kapitalistische en patriarchale tendensen in stand kunnen houden. Voor een socialistische seksuele bevrijding zouden de materiële omstandigheden moeten veranderen van een kapitalistische naar een socialistische maatschappij.

Hierin kunnen mannen en vrouwen uit de arbeidersklasse verschillende relaties aangaan die gebaseerd zijn op wederzijds respect en kameraadschappelijke gevoelens, zonder financiële, familiale of eigendomsvoordelen.

De Oktoberrevolutie

De gevolgen van de Eerste Wereldoorlog leidden in het Russische Keizerrijk tot extreme armoede en voedseltekorten. Kollontai had actief campagne gevoerd tegen de oorlog en sloot zich in 1915 aan bij de bolsjewieken nadat de mensjewieken de oorlog steunden. Vrouwelijke arbeiders organiseerden een staking op Internationale Vrouwendag om het einde van de oorlog, armoede en het tsaristische regime te eisen. Deze staking riep alle arbeiders en boeren in het hele land op om te protesteren en zich te organiseren, waardoor de tsaar uiteindelijk gedwongen afstand moest doen van zijn troon in 1917.

Kollontai kwam terug in Rusland om onvermoeibaar stakingen te organiseren. Ook spande ze zich in om arbeiders aangesloten te krijgen bij de bolsjewieken, tegen de nieuwe politiek gematigde voorlopige regering die na de tsaar was geïnstalleerd. Kollontai steunde Lenins radicale voorstel voor arbeiders om de staatsmacht te grijpen en samenwerking met de voorlopige regering te vermijden. Zij zag revolutionaire mogelijkheden voor arbeiders. De bolsjewieken erkenden de inspanningen van vrouwelijke arbeiders in de revolutie en Kollontai benadrukte het belang van het opnemen van vrouwenemancipatie in de revolutie. Ze riep mannelijke kameraden op om vrouwenemancipatie te steunen en diegenen te bekritiseren die vrouwenemancipatie als inferieur aan socialisme afdeden.

Commissaris van Sociale Zaken

Na het succes van de revolutie van 1917 ontmantelden de bolsjewieken het oude tsaristische beleid en vestigden ze een van de meest progressieve socialistische samenlevingen van de twintigste eeuw. De staat schrapte homoseksualiteit uit het strafrecht en erkende relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht en trans personen.

Kollontai werd gekozen tot commissaris van Sociale Zaken. Door haar nieuwe rol als commissaris kon ze de ideeën over gender- en seksuele bevrijding uit haar geschriften en toespraken in de praktijk brengen. Niet langer stond de wet het mannen toe om hun echtgenotes als eigendom te zien: echtscheiding werd voor iedereen gelegaliseerd, terwijl huwelijken korte burgerlijke ceremonies werden zonder religieuze inmenging. Kollontai wilde ervoor zorgen dat de eisen van vrouwen en hun bevrijding onder de nieuwe sovjetsamenleving verbeterden.

In 1918 richtte Inessa Armand de Zhenotdel op. Zij was een Frans-Russische bolsjewiek die zich voor de revolutie van 1917 samen met Kollontai inzette voor vrouwenemancipatie. De rol van Zhenotdel was om het leven van vrouwen in de hele Sovjet-Unie te verbeteren. De Zhenotdel opende gemeenschappelijke crèches, kinderdagverblijven, wasserijen en keukens om de huis- houdelijke taken van vrouwen te verlichten.

In november 1920 werd de Sovjet-Unie het eerste land ter wereld dat gratis abortus en kraamzorg legaliseerde. Onder Kollontai poogde de Zhenotdel verder met enig succes economische en sociale gelijkheid tussen mannen en vrouwen te stimuleren in Centraal-Azië – Oezbekistan in het bijzonder. Hier richtte de Zhenotdel bijvoorbeeld uitsluitend voor vrouwen bestemde clubs en coöperaties op, met inbegrip van kinderopvang, medische consulten en culturele activiteiten.

Neergang

De Zhenotdel leed onder de Russische Burgeroorlog (1917-1922) en de economische blokkades tegen de Sovjet-Unie. Kollontai raakte overwerkt en vocht tegen het bureaucratische systeem en het gebrek aan democratie dat de Zhenotdel belemmerde in het bevorderen van vrouwenemancipatie. De Zhenotdel werd vijandig ontvangen door mannelijke kameraden die vasthielden aan hun overtuiging dat vrouwenemancipatie inferieur was aan socialisme.

Als reactie op de bureaucratise- ring van de Sovjetregering en het gebrek aan vakbondsmacht over de economie richtte Kollontai in 1921 de Arbeidersoppositie op met Alexander Shlyapnikov en Sergei Medvedev, twee metaalarbeiders en vakbondsorganisatoren. Kollontais rol in de Arbeidersoppositie werd door Lenin met kritiek en vijandigheid ontvangen. Trotski zag haar als ‘opportunistisch’ omdat ze de Arbeidersoppositie probeerde te gebruiken om het beleid van de Zhenotdel te verbeteren.

Onder Jozef Stalin werden alle progressieve verworvenheden teruggedraaid en vervangen door reactionaire, conservatieve wetten, vergelijkbaar met die van de tsaar. Stalin verkondigde dat vrouwen ‘bevrijd’ zouden worden onder zijn nieuwe economische plan. In werkelijkheid werden vrouwen niet langer als gelijken gezien, maar slechts als echtgenotes en moeders en werden ze teruggedrongen naar de huiselijke sfeer. Vrouwen werden aangemoedigd om zoveel mogelijk kinde- ren te produceren en kregen daarvoor geld en medailles. Abortus en homoseksualiteit werden gecriminaliseerd. Seksuele bevrijding werd beschouwd als antimarxistisch en voorbehouden aan privéaangelegenheden. Echtscheiding werd onbetaalbaar en bureaucratisch.

Kollontai zelf werd in 1922 afgezet als leider van de Zhenotdel vanwege haar rol in de Arbeidersoppositie. De Zhenotdel werd later in 1930 opgeheven. Ze bracht de rest van haar leven door in een politiek isolement in Noorwegen en Zweden als diplomaat, waar ze haar rol aanvaardde toen de revolutie ten einde was, toekeek hoe haar verworvenheden werden teruggedraaid en talloze kameraden werden vermoord tijdens de stalinistische zuiveringen. Kollontai zelf ontkwam hieraan en stierf door ouderdom in 1952.

Dit bittere einde ten spijt, kan Kollontai nog altijd beschouwd worden als een pionier van seksuele bevrijding. Haar theorieën over seksuele en genderbevrijding zijn vandaag de dag nog steeds relevant, zeker nu de opkomst van extreemrechts de verworvenheden van radicalen uit het verleden bedreigt. Ze leren ons socialisten om empathie en kameraadschappelijke liefde voor elkaar te tonen in de strijd voor de volledige bevrijding van de arbeidersklasse.

 

Sluit je aan!

De Internationale Socialisten zijn een revolutionair socialistische organisatie. We bouwen aan protestbewegingen en zijn actief in de studenten- en vakbeweging. We bieden analyses, theorie en achtergronden vanuit een marxistisch perspectief. Daarnaast bouwen we aan een onafhankelijke revolutionaire pool op links. Kapitalisme kan namelijk niet worden hervormd. Om een einde te maken aan klimaatsverandering, oorlog, uitbuiting en onderdrukking moeten we een einde maken aan een economisch systeem gedreven door winst in plaats van menselijke behoefte. Wij vechten voor een socialistische wereld. Actief worden? Sluit je aan!