Aftreden PvdA-wethouder heeft met principes weinig te maken
Door John van Mullem
Schrijers fractiegenoot Moti maakte in Trouw bekend dat er, in tegenstelling tot Schrijers bewering, ‘nog helemaal geen conclusies waren getrokken en Schrijer het vertrouwen behield van zijn fractie.’ Toch was het al wel duidelijk dat zijn politieke carrière als wethouder geen lang leven meer was beschoren, gezien een gat van 60 miljoen op zijn begroting.
Fractiegenoot Verzijlbergh voegde daar in hetzelfde interview aan toe dat ‘elf mensen een totaal andere beleving hadden van die avond’ en zei verder over het debacle: ‘Zijn ingrepen liepen op tot 100 miljoen. Daarop werd de vraag gesteld: is dit voldoende om de coalitie (PvdA, VVD, D66 en CDA) overeind te houden?’
Meebesturen en meebezuinigen – dat is wat de PvdA-wethouder de afgelopen acht jaar in Rotterdam continu heeft gedaan, en wat hij morgen in een nieuwe functie zo weer zou doen. In een interview met het NRC-Handelsblad zei hij zelf echter: ‘Je gaat de politiek in met idealen. Ik wil dat iedereen een eerlijke kans heeft om iets van het leven te maken.’
De grote vraag is echter wat de kansarmen daar zelf van vinden, zoals de groepen die met de door hem geïmplementeerde ‘Rotterdamwet’ – van origine uit de koker van Leefbaar Rotterdam – worden geweerd uit de zogenoemde Vogelaarwijken. Of wat te denken van de 200 Roteb-medewerkers die per 1 juni aanstaande hun baan verliezen? Of de jongeren die verplicht aan het werk moeten voor dezelfde ‘beloning’ als hun uitkering, een maatregel die Marcel van Dam al eerder betitelde als ‘dwangarbeid’?
Volgens het Rotterdamse bestuur, waarin de PvdA ook zonder Schrijer blijft samenwerken met de neoliberale partijen, moet hoe dan ook tussen de 100 en 200 miljoen euro bezuinigd worden. De lokale SP-fractievoorzitter Leo de Kleijn verklaart dat de PvdA hiermee haar verkiezingsbelofte breekt dat ‘niemand door de bodem zal zakken’.
‘De meerderheid van het college wil de uitgaven voor het armoedebeleid, zoals de langdurigheidstoeslag, de 65-plustoeslag en de vrijstelling van lokale lasten halveren. Daarnaast wordt verder gesneden in de WMO en de schuldhulpverlening.’ Volgens De Kleijn betekent dit niets anders dan ‘een totale kaalslag op de sociale voorzieningen in Rotterdam.’