Actie leger Colombia was provocatie
Door Suzanne Veldhuis
Het optreden van Ecuador en Venezuela werd afgeschilderd als buitenproportioneel en beide landen werden beschuldigd van het steunen van de FARC rebellen. Er zou namelijk ‘bewijs’ gevonden zijn op een van de laptops die op miraculeuze wijze de bombardementen op de kampen heeft overleefd. Bovendien zou er ook bewijs gevonden zijn dat de FARC uranium wilde aanschaffen om massavernietigingswapens te maken. De Colombiaanse president Uribe wil daarom nu Chávez aanklagen bij het Internationaal Strafhof in Den Haag voor het ‘sponsoren van genocide’. President Bush heeft laten weten dat hij elke daad van agressie die de regio ontwricht veroordeelt en volledig achter de Colombiaanse regering staat in de strijd tegen terreur.
Wat is hier nu gaande? Als we de feiten op een rij zetten, dan zien we dat Colombia buurland Ecuador binnenviel waarbij minstens 22 mensen in hun slaap werden gedood (en niet tijdens een gevecht zoals de Colombiaanse regering beweert). Bovendien stuurt het troepen naar de grens met Venezuela. Je zou verwachten dat deze daad van agressie door de internationale gemeenschap veroordeeld zou worden, en dat de twee landen het recht zich te verdedigen wordt toegekend.
In plaats daarvan worden de twee landen niet alleen respectievelijk binnengevallen en bedreigd, maar worden ze vervolgens geacht genoegen te nemen met ‘excuses’, en worden ze beschuldigd van het steunen van internationaal terrorisme en genocide! Hiermee weet Colombia de boel zo te verdraaien dat het lijkt alsof het slachtoffer is in plaats van de agressor, en maakt het de weg vrij voor een eventuele aanval op Venezuela.
Dit is niet zomaar een regionaal conflict. Colombia is een van de belangrijkste bondgenoten van de Verenigde Staten in Latijns-Amerika, vooral nu steeds meer omringende landen een linkse koers zijn gaan varen, met presidenten die zich sterk uitspreken tegen imperialisme en neo-liberalisme.
Het is niet toevallig dat de inval plaatsvindt vlak na de successen die Chávez boekte met de vrijlating van gijzelaars, iets wat de Colombiaanse regering nooit is gelukt. Ook is het niet toevallig dat de ‘FARC-leider’ die vermoord is de belangrijkste onderhandelaar en het gezicht naar buiten van de rebellen is. Met de aanval lijken de onderhandelingen over het vrijlaten van gijzelaars en het beginnen van vredesbesprekingen zoals voorgesteld door Chávez van de baan. Door de beschuldigingen van de Colombiaanse regering, stellen zij Chávez wederom in een slecht daglicht. De aanval van Colombia moet meer gezien worden als een provocatie, met als doel de grote politieke en sociale veranderingen die de regio doormaakt te ontwrichten.