Achter Obama's overwinning

De overwinning van Obama laat de grote hoop op veranderingen in de VS zien. Maar er liggen belangrijke gevechten in het verschiet.
12 november 2008

Obama Change

Door Anindya Bhattacharyya

Miljoenen mensen hebben vorige week feest gevierd toen Barack Obama de Amerikaanse verkiezingen won en het gehate regime van Bush daarmee tot een einde kwam. Zelfs al werd de overwinning alom voorspeld, de verrassing en blijdschap over het verkiezen van een zwarte president door het Amerikaanse volk bleef een bijzonder schouwspel. Een jonge, multiraciale menigte van feestgangers trok door de Amerikaanse straten. Veel van de geïnterviewden spraken met trots over ‘hun’ overwinning, en zagen de verkiezing van Obama als resultaat van eigen collectieve actie.

Dit beeld wordt ondersteund door de uitgebreide resultaten van peilingen bij de uitgang van de stemlokalen. Deze resultaten geven een fascinerend beeld van de steun voor Obama’s roep om verandering. Obama kreeg enorme steun onder het Afro-Amerikaanse deel van de bevolking, 95 procent van de zwarte stemmers koos hem. Hij won ook tweederde van de Latijns-Amerikaanse stemmen. Dit is van grote betekenis. Een meerderheid van de Latino’s stemde George Bush in 2004, en tijdens de voorverkiezingen steunden de meesten Hillary Clinton.

Er is een cruciaal moment waarin de steun onder Latino’s voor de Republikeinen begon af te brokkelen: de grote demonstraties voor immigrantenrechten in mei 2006. Meer dan twee miljoen Latijns-Amerikanen en hun bondgenoten gingen de straat op om te demonstreren tegen de strenge anti-immigrantenwetgeving die door de Republikeinen was voorgesteld.

Onder blanke Amerikanen stemde 43 procent voor Obama en 55 procent voor John McCain. Maar de verhoudingen voor blanke stemmers onder de dertig jaar waren precies omgekeerd. Bovendien wonnen de Democraten een aantal van hun belangrijkste ‘swing-votes’ in overwegend blanke, traditioneel Republikeinse plattelandsstaten zoals North Dakota, Utah en Montana.

Het is dus zeker dat Obama een raciale kloof wist te dichten. Maar de klassesamenstelling van zijn kiezers vertelt een complexer verhaal. De armste huishoudens stemden het meest voor Obama. 73 procent van de kiezers met een gezinsinkomen van minder dan $15.000 dollar steunde hem. Hoe hoger het inkomen, hoe minder kiezers voor Obama. En op het hoogste niveau lag de stemverhouding omgekeerd. Maar toch stemde een meerderheid van 52 procent van de mensen met een inkomen van boven de $200.000 per jaar Democratisch.

Dat laatste cijfer vertelt iets over het dubbele karakter van de steun voor Obama. Aan de ene kant was er de mobilisatie van onderaf: onder de armen, zwarten en de Amerikaanse arbeidersklasse, gevoed door de woede over de ineenstorting van de economie en de desastreuze oorlogen. Aan de andere kant was er een mobilisatie voor Obama van bovenaf, gedreven door het bedrijfsleven. Er wordt veel geschreven over zijn grote budget aan het begin van zijn campagne, dat voor een belangrijk deel voortkwam uit duizenden kleine donaties van gewone mensen. Maar zodra Obama zijn voorsprong won in de voorverkiezingen begon het geld van de grote multinationals zijn kant uit te stromen.

Half oktober had hij een campagneschatkist van $640 miljoen opgebouwd, en had hij al $250 miljoen uitgegeven aan verkiezingsspotjes. McCains budget op dat moment was een magere $47 miljoen. Obama’s overwinning was het resultaat van de twee tegenstrijdige krachten achter hem. De Amerikaanse arbeidersklasse eist ‘verandering’ rond de dramatische stand van de economie en de ‘oorlog zonder eind’ in Irak. Maar dezelfde factoren brachten delen van de heersende klasse ertoe hun steun voor George Bush en de neoconservatieven te laten vallen.

De grote vraag voor de VS is welke kracht in de komende jaren de overhand zal krijgen. De entree van Obama in het Witte Huis mag een wapenstilstand hebben opgeleverd – maar die wapenstilstand zal niet permanent zijn.

Lees meer achtergronden bij Obama’s verkiezing in de special van Socialist Worker van deze week.