Achter het rookgordijn van ‘vredesproces’ gaat de bezettingspolitiek verder
Foto: de Amerikaanse president Obama in gesprek met Israëlisch premier Netanyahu en de Palestijnse leider Abbas
Door Mona Dohle
In de eerste plaats heeft de frustratie van de Palestijnen over dit ‘vredesproces’ een lange geschiedenis. Wie het falen hiervan wil begrijpen moet minimaal 17 jaar in de tijd terug, naar de ‘Vrede van Oslo’. Dat akkoord tussen Yasser Arafat en Yitzhak Rabin zou de formele bevestiging worden van een zogenaamde ‘tweestatenoplossing’.
Feitelijk kwam het echter neer op dat Israël volledige controle over meer dan 70 procent van de bezette gebieden en Jerusalem zou krijgen. Een jaar later werd in het Caïro-akkoord besloten dat de Israëlische Militaire Autoriteit de exclusieve wetgevende en uitvoerende bevoegdheid over de hele Westelijke Jordaanoever zou houden. Sinds het begin van deze Vrede van Oslo is het aantal Israëlische nederzettingen bijna verviervoudigd. De ‘vredesonderhandelingen’ uit het verleden hebben dus ingrijpende verslechteringen voor de Palestijnen tot gevolg gehad.
Vertegenwoordiging
Ten tweede voelt de meerderheid van de Palestijnen zich in lijn hiermee door Abbas niet vertegenwoordigd. Abbas leidt weliswaar in naam de Palestijnse Autoriteit, maar deze staat voor veel Palestijnen bekend als corrupt en volgeling van Israël, en in Gaza is Abbas sowieso niet gekozen. Tegelijkertijd is er ook in de Westelijke Jordaanoever grote onvrede over zijn vertegenwoordiging.
Onder de Israëlische bezetting is elke politieke partij illegaal. Dat maakt het enorm moeilijk om verzet op te bouwen. Diegenen die dat wel doen riskeren of door de Israëlische of door de Palestijnse autoriteit gearresteerd en mogelijk ook gemarteld te worden.
Abbas heeft zeggenschap over de toekomst van het Palestijnse volk, maar hoe zwak zijn ruggengraat is heeft hij ook recent weer laten zien. Onder luid gejuich van zionistische kolonisten liep eind september de officiële bouwstop van nederzettingen af. Met veel tromgeroffel werden palen in de grond geslagen voor nieuwe Israëlische woningen. Noch Obama, noch Abbas zagen dit als een reden om de onderhandelingen over ‘vrede’ te stoppen en Israël onder druk te zetten.
Mensenrechtenschendingen
Ten derde laat Israël steeds duidelijker zien dat het niet in gesloten overeenkomsten of internationaal recht geïnteresseerd is. De afgelopen jaren hebben de Israëlische mensenrechtenschendingen herhaaldelijk media-aandacht gekregen. Het in Gaza aangerichte bloedbad rond de jaarwisseling van 2008–2009 heeft een storm aan internationale protesten losgemaakt. Een recent juridisch onderzoek van VN-experts bevestigde ook deze grootschalige mensenrechtenschendingen door Israël. Desondanks bleven diplomatieke en politieke gevolgen voor Israël grotendeels uit.
In mei probeerde een groep internationale vredesactivisten om de aanhoudende blokkade van Gaza te doorbreken. Het hulpkonvooi werd door het Israëlische leger op zee aangevallen waarbij negen deelnemers koelbloedig werden gedood. In september vertrok opnieuw een hulpvloot naar Gaza, deze keer met een groep joodse vredesactivisten aan boord. Ook dit schip werd door de Israëlische autoriteiten gekaapt. Dit laat duidelijk zien dat het niet gaat om een conflict tussen joden en niet-joden, maar om de strijd tegen een racistische staat waar veel joden zich juist voor schamen.
Bezettingspolitiek
De vierde reden waarom de meeste Palestijnen niets van de vredesonderhandelingen verwachten is dat de Israëlische staat niet geïnteresseerd is in het maken van compromissen, omdat ze al sinds haar ontstaan is gebouwd op bezettingspolitiek. Zelfs het Amerikaanse tijdschrift Time ging hier in september dieper op in onder de titel: ‘Waarom Israël niet om vrede geeft’. De essentie van het artikel: alle veiligheidsproblemen zijn zorgvuldig achter een hoge muur geschoven. Aan de Israëlische kant heerst de welvaart, aan de andere kant het Palestijnse gevaar.
Die status quo ruilen tegen een tweestatenoplossing zou betekenen dat Israël 40 procent van de Westelijke Jordaanoever zou moeten opgeven. De 300.000 zionistische kolonisten zouden door het Israëlische leger gedwongen moeten worden het land te verlaten. Daarnaast zouden Israëliërs hiermee goedkope woonruimte verliezen, en zijn er een boel bedrijven in de bezette gebieden die van de goedkope arbeid van Palestijnen profiteren.
Het bovenstaande onderstreept dat het ‘vredesproces’ vooral een rookgordijn is waarachter de door het Westen gesteunde bezettingspolitiek van Israël ongewijzigd kan voortbestaan. De enige manier om aan die onmenselijke praktijk een einde te maken is door de parallel te zien met het Zuid-Afrika van de jaren tachtig. Werkelijke verandering zou kunnen beginnen door het apartheidsregime van Israël te confronteren met een boycot van goederen, het stoppen van investeringen en het opleggen van sancties.