Achter de tragedie in Kenia
Door Maina van der Zwan
Kenia werd tot voor kort geprezen als het ‘voorbeeldland’ voor heel Afrika. Niet alleen geliefd bij toeristen en ontwikkelingswerkers, maar ook bij investeerders en het Pentagon. Achter de ogenschijnlijke politieke stabiliteit schuilde echter groeiende frustratie bij de grote lagen van de bevolking die niet meeprofiteren van de economische ontwikkeling. Die frustratie komt nu in alle hevigheid naar de oppervlakte in een conflict over de verkiezingsuitslag dat door beide kandidaten langs etnische lijnen wordt uitgespeeld.
De gebeurtenissen zijn zowel klassiek als tragisch. Kenia is een land met een grote etnische diversiteit en een enorme natuurlijke rijkdom. Voor de machthebbers die zich decennialang, in samenspel met het westerse bedrijfsleven hebben verrijkt is het uitspelen van etnische tegenstellingen het meest effectieve wapen tegen een verenigde oppositie. Ook in de laatste verkiezingen werd de etnische kaart gespeeld. De zittende president Kibaku is net zoals het merendeel van de economische elite afkomstig van de Kikuyu stam. De bijnaam voor zijn kabinet is ‘Mount Kenya Maffia’, waarin een link wordt gemaakt tussen het gebied waar de Kikuyu’s traditioneel vandaan komen en de serie corruptieschandalen die de afgelopen jaren rond Kibaku in de openbaarheid zijn gebracht.
Oppositiekandidaat Odinga, zelf zakenman en vrije-marktaanhanger, heeft zich opgeworpen als tribuun van de armen en is er daardoor in geslaagd om de woede tegen de Mount Kenya Maffia om te zetten in steun voor zijn verkiezingscampagne. Dit was een onaangename ontwikkeling voor zowel de VS (Kenia speelt in Afrika een sleutelrol in de ‘War on Terror’) als de corrupte kliek rond Kibaku. Er is haastig een complot opgezet om de herverkiezing alsnog veilig te stellen. De fraude was overduidelijk. Zo vergaten ze de resultaten van de parlementsverkiezingen die tegelijkertijd plaatsvonden aan te passen. Die werden met een stevige marge door de oppositie gewonnen.
De woede die na de openbaring hiervan is uitgebarsten heeft zich op tragische wijze gericht op Kikuyu’s. Op 1 januari werd in Eldoret een kerk met vluchtelingen in brand gestoken, minstens 35 mensen, waaronder veel kinderen, werden levend verbrand. Wat je echter nauwelijks terugleest in de pers is dat de meeste doden zijn gevallen door geweld van de staat. Persbureau Reuters citeert talloze ooggetuigen die de politiemensen mensen hebben zien doodschieten en insiders die toegeven dat er een ‘shoot to kill’ policy is. Een vuil politiek machtsspel dreigt nu uit te monden in verdere escalatie en mogelijk zelfs burgeroorlog.