Academische ziekenhuizen staken

Op 28 september organiseerde het personeel van de Nederlandse universitair medische centra (UMC’s) een staking, de grootste ooit in academische ziekenhuizen. Op 26 oktober is er opnieuw actie gevoerd. Jens Appelo sprak Raoul, een verpleegkundige op de intensive care van het UMC Utrecht.
11 november 2021

Hoe was de sfeer op de werkvloer vóór het conflict met de werkgeversorganisatie van academische ziekenhuizen (NFU)?

Ik heb nog nooit zoveel actiebereidheid in het ziekenhuis gezien. De pandemie heeft de onvrede in het ziekenhuis op scherp gezet. Daarvoor was er al heel veel krapte en uitstroom, met name onder het personeel dat aan het bed stond en ook onvrede over salariëring. Met de eerste golf werd het personeel op handen gedragen, ook door het ziekenhuis zelf. Dat was een ongekende tijd – dat is hoe het zou moeten in een groot ziekenhuis. We leverden toen een bovengemiddelde prestatie. Dat doen we nog, maar die beloning blijft nu uit.

In het ziekenhuis was er toen opeens mogelijkheid voor lunch voor personeel, gratis parkeren, kraptetoeslagen en meer van dat soort dingen. We werden gezien. Managers waren opeens weer meer op de werkvloer aanwezig. Beslissingen werden meer samen gedaan in plaats van alleen maar van bovenaf. Er ontstond dus een stuk meer autonomie op de werkvloer.

In de tweede golf gingen we er gewoon samen voor, maar rond die tijd begon het ziekteverzuim weer op te lopen, de initiatieven om ons te ondersteunen bleven achter en het werd weer stil. Er werd gedaan alsof alles weer normaal moest zijn.

Ik heb zelf de afgelopen twee jaar op de intensive care gewerkt. Daar is het nu voortdurend drukker dan wat we aankunnen en voor langere periodes doen we ook minder dan wat we zouden willen doen voor patiënten. In de eerste golf was dat een heel uitzonderlijke situatie, daar kun je dan nog wel mee leven, maar als het dan langer duurt en je ziet dat het anders zou kunnen – dat vreet aan je. En nu zien we de cijfers weer oplopen, terwijl we niet eens weten hoe we de bezetting rond kunnen krijgen. Dat hakt er echt in.

Daarbij komt dat het ziekenhuis alles weer probeert te normaliseren, terwijl het voor de mensen aan het bed helemaal niet normaal voelt. In de politiek zie je dat ook, dat iedereen het probeert te normaliseren, terwijl wij zien dat we eigenlijk in een gigantische crisis zitten. In een crisistijd moeten er uitzonderlijke prestaties worden geleverd, niet alleen vanuit mensen op de werkvloer, maar ook door het bestuur. En dat laatste is vanaf de tweede golf uitgebleven.

De NFU kwam met een eindbod voor de cao UMC voor de komende twee jaar, waarin vooral eenmalige uitkeringen worden aangeboden. Hoe was de reactie op het bod van de NFU?

Dat eindbod is grotendeels negatief ontvangen, ondanks dat de vakbond NU’91 het al heeft ondertekend. Ik denk dat dat een hele grote vergissing is geweest, zeker nu we zien hoe groot de actiebereidheid is. Bij ons doen er op 26 oktober wel 35 afdelingen mee; vorige maand waren dat er nog 10.

Wat ik erg vind aan dit eindbod, is dat ze met een matig loonbod willen differentiëren ten koste van anderen, wat betekent dat ze alleen bepaalde verpleegkundigen bevoordelen. Met name de lagere schalen krijgen dus een veel minder grote loonsverhoging. Dat gaat er bij ons niet in. UMC’s hebben genoeg geld te besteden, die moeten keuzes maken. Dat de politiek daar nog aan moet bijdragen, die met een habbekrats van 600 miljoen komt, wat heel mager is ten tijde van een crisis, dat komt daar nog bij. Maar de UMC’s stellen de verkeerde prioriteiten, waardoor het personeel achterblijft.

Ze doen nu alsof ze heel iets uitzonderlijks doen, door sommige beroepsgroepen meer te belonen dan anderen, maar wat ze eigenlijk doen is mensen tegen elkaar uitspelen. Ze zeggen letterlijk dat de mensen in de lagere schalen, bijvoorbeeld schoonmakers, solidair zouden moeten zijn met het zorgpersoneel. Dat vind ik echt misselijk.

Wat zijn de eisen die aan de NFU worden gesteld?

We eisen dat er 3 procent loonsverhoging per jaar komt met een minimum van 75 euro per maand. Daarbij willen we concretere afspraken over werkdrukverlaging, wat in het eindbod niet is opgenomen. Generatiebeleid, dat oudere werknemers minder kunnen werken, willen we onder andere opnieuw op tafel. Ik ben zelf een beetje bang dat ze zeggen: we doen die 3 procent wel, maar dit of dat weer niet. Ik hoop dat ik mijn collega’s zo ver krijg om echt tot de bodem te gaan, want dat is meer dan terecht.

De ideeën over werkdrukverlaging gaan vaak via werkgroepjes en commissies, die dan komen met dingen als: hoe kun je vitaal in je werk staan, hoe ga je met stress om, fruit op dinsdagen en dat soort dingen. Alles wordt weer gelegd op de schouders van werknemers. Het wordt in de marge opgelost, maar iedereen weet dat het probleem ligt bij personeelstekort en andere fundamentele, materiële problemen. En daar willen ze niet aan, want dat kost weer geld en geld willen ze niet uitgeven.

Hoe wordt de staking georganiseerd?

Voor mijn collega’s is het fijn dat de vakbond (de FNV, red.) veel sturing geeft en veel faciliteert. Mensen moeten zich veilig voelen om actie te voeren, dus dat is belangrijk. Maar het beperkt ook mensen door de gedachte op te roepen: mag ik dit wel, kan ik dit wel? We zijn ook heel voorzichtig.

Acties die je in een ziekenhuis voert moet je natuurlijk goed bespreken, wat we doen in veiligheidsoverleggen. Maar wat mij betreft mag het wel wat brutaler. Het is kenmerkend voor bijna alle UMC’s dat er een sterke mate van hiërarchie heerst en ook een angstcultuur: stel je voor dat je iets zegt dat het ziekenhuis schaadt. Ik denk dat we daar een beetje van af moeten als we onszelf serieus willen nemen.

De actie in september was heel positief. In de voorbereiding zijn we meteen tot de conclusie gekomen dat we zondagsdiensten moesten doen. Drie jaar geleden probeerden we al een beetje te escaleren met ludieke acties, maar nu gaan we meteen over tot het zwaarste middel dat je in een ziekenhuis in kan zetten. Een zondagsdienst betekent: alleen acute zorg, oncologische zorg en sommige zorg aan jonge kinderen. Dit werd door veel afdelingen opgepikt, waaronder de operatiekamers. Dat heeft echt impact.

Bovendien hebben we ervoor gekozen om publiekelijk actie te voeren. Als er iets is dat raden van bestuur niet fijn vinden, dan is het dat ze in verlegenheid worden gebracht. En dat hebben we zeker gedaan – en terecht ook.

Is er een reactie gekomen op de actie?

Nee. In eerste instantie zou iemand van de Raad van Bestuur spreken, maar die heeft dat uiteindelijk niet gedaan. Op de komende acties gaan we ze niet eens meer uitnodigen, want blijkbaar zien zij zich niet genoodzaakt om ons toe te spreken. Het hogere management heeft geen begrip, geen empathie voor het personeel. In Maastricht zijn er zoveel afdelingen aangesloten bij de actie dat het bestuur heeft besloten om als heel ziekenhuis mee te doen met de zondagsdiensten, omdat het ziekenhuis door het aantal deelnemende afdelingen gewoon niet kan functioneren.

Hardere acties dan zondagsdiensten kunnen we feitelijk niet doen, maar we kunnen wel escaleren wat betreft de duur van de acties. Het is natuurlijk nooit onze bedoeling om patienten te benadelen, maar ergens moeten we de druk kunnen opvoeren. En ons doel om personeelstekorten tegen te gaan komt uiteindelijk ook de patiënt ten goede.

We willen het ook verder trekken dan alleen de cao’s van verpleegkundigen. Die cao-onderhandeling wordt ook een beetje een spel met cijfertjes. We vinden juist dat er een fundamentele verandering in de zorg moet komen. Er zijn vorig jaar veel zorgmoties aangenomen die nooit uitgevoerd zijn. Die 600 miljoen die is losgewrikt is net een druppel op een gloeiende plaat. We willen landelijk veel meer druk uitoefenen.

Dit interview werd vóór de landelijke stakingsactie van 26 oktober afgenomen. Inmiddels is een derde stakingsdag aangekondigd, die zal plaatsvinden op 25 november.